zaterdag 10 november 2012

Concertverslag: Godspeed You! Black Emperor (Koninklijk Circus)



Met enigszins gemengde verwachtingen trok ik op 7 november naar het Koninklijk Circus in Brussel voor de cultband Godspeed You! Black Emperor. Na een jarenlange stilte rond de groep brachten ze bijna twee jaar geleden en geheel onverwacht al een bezoek aan deze gezellige zaal, toen met een verstommende drie uur durende set. Ik zag ze voor het eerst en mijn grote vraag die avond was: kan Godspeed de sfeer en de opbouw van hun platen ook naar het podium vertalen?
Eerst mocht Baby Fire echter een half uur het publiek opwarmen. Ze brachten het er jammer genoeg vrij slecht vanaf. Een beetje ongeïnspireerd brachten de gitariste en de drumster wat clichématig opgebouwde nummers met bijwijlen vreselijke teksten (I like to wash my wash/ I use soap). Het is sowieso al moeilijk om wat gelaagdheid of diepgang te brengen als je maar met twee bent, maar zelfs het enthousiasme leek hen te ontbreken. De gitariste moest voortdurend op zoek naar het juiste akkoorden, die mijns inziens toch eerder simpele basisakkoordjes waren. Het enige speciale was dat hun nummers consequent leken te stoppen op het slechtst mogelijke moment in de opbouw.
Maar goed, niemand liet dat aan zijn hart komen. De post-rockband (laten we ze zo even noemen, hoewel ze zich eigenlijk niet zomaar in hokjes laten duwen) met de grootste status stond op het programma! Hun excentriciteit manifesteerde zich al vanaf het begin bij het opkomen. Nog even rustig aan de instrumenten prullen, één voor één opkomen, het publiek niet groeten, geen woord zeggen (zoals gedurende het hele concert) en uiteindelijk allen plaatsnemen in een halve cirkel zodat iedere muzikant evenwaardig is. Daar draait het bij dit maatschappijkritisch collectief nu eenmaal over, ook in hun nummers en visuals. Die laatsten waren een combinatie van repetitieve en vage beelden over treinen, geschriften en later op de avond ook alarmen en beurscijfers.
Hope Drone begon zich al snel te ontspinnen en vormde de ideale intro voor wat in mijn ogen een drie uur durende trip moest worden door een muzikaal landschap wat ik nooit eerder had beleefd. Ze kleefden er meteen Mladic aan vast, een nummer van de nieuwe plaat dat me live wél wist te overtuigen. De drive zat erin, en door de apotheose aan het einde van Mladic ging het publiek meteen volledig overstag. Moya, uit Slow Riot For Zero Kanada (1998) volgde. Een eerder glad gebracht nummer, maar het klopte helemaal.
Helaas werd daarna de drive uit het hele concert gehaald. Behemoth - zo bleek het 4de nummer achteraf te heten - was een nooit uitgebracht nummer dat maar liefst drie kwartier (!) van de set innam, en bij uw schrijver eerder overkwam als 3 saaie nummers die niet echt uit de startblokken leken te komen en waarbij menig man zijn kans zag om even langs het toilet te gaan. Toen er dan toch een groot muzikaal spektakel kwam op het einde, was Godspeed mijn aandacht al lang verloren en moest ik mijn best doen om toch nog te genieten van het concert. Kwam het door het feit dat Godspeed nu eenmaal geen gemakkelijke muziek maakt en dus nieuwe nummers live minder evident zijn? Kwam het misschien door mijn zitplaats waardoor de betrokkenheid minder groot was? Of miste ik misschien heel het optreden lang de samples en sfeerschepping via bepaalde geluiden die ze vandaag niet meebrachten? Het blijft een mysterie, want vele stemmen die ik achteraf hoorde bleken wel degelijk lyrisch te zijn over het hele optreden.
Gelukkig was ik opnieuw bij de les gebracht toen ze The Sad Mafioso brachten, een deel van East Hastings uit 1996. Het zeer mooie nummer, gekenmerkt door vier noten die vaak herhaald werden, werd meteen op enthousiasme onthaald door het publiek. Dit nummer werkte weer zoals dat met Moya ook het geval was. Mijn gevoel was dat het optreden nu eindelijk de richting uitging die ik wilde, nog een klein uur hadden ze om het beste van zichzelf te geven.
En toen gingen de lichten aan. Er was ons nog geen twee uur gegund, waarvan drie kwartier voor dat ene nummer. Ik geloofde niet wat ik zag, was er nog even van overtuigd dat ze nog terug zouden komen, maar ging uiteindelijk zwaar ontgoocheld naar huis. Cynisch dacht ik bij mezelf: gelukkig dat ik nog even verloren was gelopen vooraf, zo heb ik mezelf toch een stukje Brussels toerisme gegund deze avond. Het antwoord op mijn cruciale beginvraag was uiteindelijk: ze hebben me al veel sterker weten beroeren op pakweg een gure avond in een donker klein kamertje, mét ambigue opnames en vooral ook, met nummers uit hun beste album: Lift Your Skinny Fists Like Antennas To Heaven. Maar dat zal hen misschien te mainstream zijn geworden...

Maarten

Geen opmerkingen:

Een reactie posten