woensdag 29 mei 2013

Concertverslag: Primavera Sound dag 3


Alweer de laatste dag van het festival, en meteen ook de eerste keer dat we enkele optredens in het Auditorium zouden meepikken, een grote concertzaal (met zitplaatsen) in een musuem vlakbij het festivalterrein.
Als eerste stond daar (slechts acht uur nadat de laatste noten van Disclosure weggestorven waren) Pantha Du Prince & The Bell Laboratory op het programma. Heel veel kenden we op voorhand niet van de beste man, maar de uitvoering van dit heel bijzondere project maakte ons wel heel nieuwsgierig, ook al wisten we niet helemaal wat te verwachten. Van in het begin was echter al duidelijk dat het een heel bijzonder optreden zou worden. De 5 muzikanten kwamen op het podium met allemaal een soort bel in de hand, waarmee ze de lange aanloop van het openingsnummer inzetten. Je kon een speld horen vallen in de zaal, aangezien het publiek duidelijk al direct gefascineerd zat te kijken naar het prachtige schouwspel op het podium. De combinatie van de electronica van Pantha Du Prince en de vreemde instrumenten van het meereizende collectief (kerkklokken, een orgel,...) zorgden voor een wonderbaarlijk mooi geheel, bij momenten ontroerend mooi, dan weer heel dansbaar.

Op een gegeven moment gingen de muzikanten zelfs met weer een soort bel tussen het zittende publiek helemaal naar boven in de zaal als afronding van een nummer, wederom een heel mooi moment. Pantha Du Prince zorgde voor het onverwachte hoogtepunt van het festival, voor mij persoonlijk zelfs het beste dat ik dit jaar al gezien heb. Het geheel klonk zelfs zo dansbaar dat enkele mensen het niet konden nalaten om recht te veren uit hun stoelen en enkele danspasjes uit hun, we wilden mouwen zeggen, maar dat zou enorm vreemd zijn, benen te schudden. De enorme staande ovatie na afloop was dan ook meer dan terecht.

Over ontroerend mooie muziek kan ook Nils Frahm zeker meespreken. De moeilijke taak om na zo'n verpletterend optreden als het vorige te spelen vervulde hij met verve. Helemaal alleen op het podium, met enkel een piano en wat electronica, slaagde ook hij erin het publiek een klein uur lang mee te slepen. In vergelijking met bijvoorbeeld de bij ons heel geliefde genregenoot Ólafur Arnalds lag de nadruk nog meer op de piano, nog meer op het neo-klassieke aspect. Iets meer electronica had dan ook voor ons geen kwaad gekund, maar ook met enkel de piano slaagde hij er verschillende malen in om ons en de rest van het publiek te begeesteren. Zeker naar het einde toe zorgden enkele snellere pianostukken voor kippenvel. Ook hem viel helemaal terecht een staande ovatie te beurt.

Voor het derde optreden op rij in het Auditorium zorgde Apparat. Vorig jaar konden we zijn optreden op Pukkelpop heel erg smaken, maar deze keer beloofde het iets helemaal anders te worden, aangezien hij hier integraal zijn nieuwe album, een soundtrack bij een theaterbewerking van Tolstoy’s ‘Krieg und frieden’, zou spelen. Slecht bracht hij het er zeker niet van af, maar helemaal voldoen aan de verwachtingen, neen, dat lukte toch ook niet. Heel goeie nummers werden afgewisseld met iets te melodieloze experimenten naar onze smaak, en ook de steeds beter wordende stem van Sasha kwam naar ons gevoel iets te weinig aan bod. Dit zien in combinatie met het toneelstuk zou ongetwijfeld al een hele meerwaarde zijn, al zat het ook nu wel goed met het visuele: de beelden op het gigantische achtergrondscherm werden live gemaakt door twee personen aan een projector.

Dead Can Dance, ons eerste optreden van de dag in openlucht, had eigenlijk even goed ook in het auditorium gepast. De rustige 80's muziek vol Keltische Oosterse invloeden van deze heel originele en speciale band klinkt op zich sowieso al heel mooi, maar de absolute grootste troeven van de band zijn de niet minder dan indrukwekkende stemmen van zowel Lisa Gerrard (die overigens zingt in een zelf bedachte taal) als Brendan Perry. Topkwaliteit, alweer, met als hoogtepunten onder andere 'Sanvean' en zeker ook de afsluitende Tim Buckley-cover 'Song to the siren'.

Al veel 'serieuze' muziek achter de rug, het ideale moment om naar het pure feestje van Dan Deacon te gaan kijken. Diens opzwepende, door twee drummers aangespoorde pret-electro zette de hele meute voor het Pitchfork-podium aan het dansen. Muzikaal niet heel bijzonder, maar een leuk en bij momenten grappig optreden was het zeker wel. Enig minpuntje: tot 3 keer toe legde hij het optreden even stil om de  mensen die vooraan stonden danswedstrijdjes te laten doen. Leuk op zich, ware het niet dat wij niet helemaal vooraan stonden en er bij dit podium geen schermen hingen, waardoor we er met andere woorden niets van zagen en het vooral wachten was op het volgende nummer. Een tip met andere woorden als je naar Dan Deacon gaat zien: niet te ver achteraan staan!

Phosphorescent zorgde eigenlijk voor ons enige 'standaard' rock optreden van de dag, in de zin van de normale zang-gitaar-bas-drum-keys opstelling. Heel bijzonder was het niet, maar de band heeft een grote troef: de prachtige stem van zanger Matthew Houck. Het gros van de nummers steeg echter naar ons gevoel niet ver uit boven de middenmaat, met als grote uitzondering het wel heel erg goede 'Song for Zula' (een aantal maanden geleden trouwens onze single van de week).

Deel 1 van de heel dansbare slotavond werd verzorgd door de nintendobliepjes van Crystal Castles. De band beschikt (op enkele overdreven noise-nummers na) over een sound die we wel kunnen smaken, en bovendien live nog extra tot zijn recht kwam, zeker enkele van de nieuwere, iets toegankelijkere nummers. De zoals steeds bijzonder energieke live-show bracht iedereen voor het Ray Ban-podium aan het dansen op fantastische tracks als 'Baptism'. Hoogtepunt was het afsluitende duo 'Sad eyes' en 'Not in love', waarbij alle riemen zowel op als voor het podium nog een laatste keer los gingen.

Na Crystal Castles was het tijd voor Omar Souleyman. U las hier eerder al een artikel over de man en zijn sterrendom in Syrië. Wel, op Primavera was er ook behoorlijk wat volk komen opdagen voor zijn optreden en ze waren al lang voor het begin erg enthousiast. Ze scandeerden zijn naam en waren erg rumoerig tijdens de soundcheck. Toen de beste man zich op het podium vertoonde ging de hele weide over in een soort van extase. Het moet niet gezegd worden dat er niet veel nodig was om dit publiek aan het dansen te krijgen, en zo ging het ook van begin tot eind. Precies wat we van deze man verwacht hadden.

Hot Chip kreeg de eer het festival af te sluiten (op enkele dj-sets na dan), en we moeten zeggen, een idealere afsluiter kunnen we ons moeilijk inbeelden. Waar ze in België naar mijn gevoel soms nog wat miskend worden, had de grote massa in Barcelona om 4u 's  nachts duidelijk wel nog zin in een feestje met het zevenkoppige collectief. En net als de vorige keren dat we ze zagen gaf Hot Chip weer een fantastisch optreden waarbij stilstaan zelden tot nooit een optie was. De perfecte live-band is het volgens ons, slimme electronica gebracht door een live-band, en bovendien ondertussen al een vat vol hits en echte prijsnummers als 'One life stand', 'Over and over', 'Ready for the floor', 'Flutes' en 'Boy from school'. Maar weinig bands die er daarbovenop in slagen live zoveel meerwaarde bij te brengen aan de eigen muziek, met telkens andere en extra dansbare versies van de nummers. Kortom, de perfecte afsluiter van een perfect festival.


Corneel

Concertverslag: Primavera Sound dag 2

Nick Waterhouse was de eerste die we vandaag aan het werk zagen en hij bracht de retro weer helemaal tot leven. Waren aanwezig op het podium: twee achtergrondzangeressen, waarvan een van Afrikaanse origine, een jazzpianist, een saxofoon en een altsaxofoon. Fiftiesrock dus, zoals het hoort, weinig pracht en praal, maar wel een goed optreden.

We trokken dan een podium verder voor wat feel-goodmuziek van Free Fall Band. Een Catalaans groepje dat leuke en aangename muziek brengt, meer moet dat niet zijn. En ook grappig om te zien: de multi-instrumentalist links op het podium. Hij begon met het bespelen van een melodica, liet die plots vallen om snel een klarinet op te rapen en verder te kunnen spelen, zette die rap op zijn plaats om de keyboards te bemannen en raapte heel vlug zijn saxofoon op om nog op tijd te kunnen invallen, en dat allemaal tijdens het eerste lied.

Op hetzelfde moment mocht halve hype Peace het Primavera-podium voor hun rekening nemen. Er cool en hip uitzien vinden ze zelf duidelijk haast even belangrijk als goeie muziek maken. Maar waar het in het begin nog klonk als een zoveelste stelletje Britpoppers, kwam er naar het einde van de set toch wat meer schwung in, en kwamen er vooral wat betere nummers voorbij. 'Bloodshake' en 'Lovesick' zijn heel catchy singles, punt, maar het was vooral het lang uitgesponnen '1998 (Delicious)' van op de EP 'Delicious' dat ons er van overtuigde dat deze band wel degelijk een meerwaarde kan vormen tegenover de vele ongeveer hetzelfde klinkende Britse genregenoten.

Het hoofdpodium werd hierna volledig in vuur en vlam gezet door Django Django, die bewezen dat sommige hypes ook echt wel volledig terecht zijn. De wat Hot Chip-achtige nerds wisten volledig te overtuigen met hun bijzonder aanstekelijke combinatie van electronica, surf en pop. De nummers overstegen live allemaal de albumversie, en onder andere 'Hail Bop', 'Default' en 'WOR' zorgden voor enkele mooie hoogtepunten. In een tent zou het ongetwijfeld nog een pak beter tot zijn recht komen (zoals op Rock Werchter binnen enkele weken), maar wij waren ook nu al volledig overtuigd van dit collectief.

We vroegen ons op voorhand heel erg af hoe het gesteld zou zijn met de bekendheid van Solange moest ze niet het 'zusje van' zijn, en achteraf bleven we eigenlijk nog steeds met die bedenking zitten. Slecht was het niet, de jongedame kan zeker wel zingen, de begeleidende band stond er (zowel op muzikaal vlak als op vlak van uitzicht en danspasjes enzo) en de cover van 'Stillness is the move' van Dirty Projectors getuigt van een heel goede muzieksmaak. Toch ontbrak er volgens ons iets: echt goeie nummers, en ook de soort van echtheid die bij zulke popprinsesjes dikwijls ver te zoeken is. Kortom, een niet onaangenaam popoptreden, maar ook niet meer dan dat, we blijven ons afvragen of ze even bekend zou zijn zonder die beroemde zus.

The Jesus and Mary Chain dan (waarover we ook eerder al een artikel schreven), net als The Postal Service op dag 1 één van die heel exclusieve bands waarmee Primavera jaarlijks uitpakt. De verhalen over de agressieve live-shows van vroeger in het achterhoofd houdend verwachtten we ons aan een energiek shoegaze-optreden, maar het tegendeel bleek waar. Het werd een vrij statische show, en ook qua muziek (we kenden op voorhand slechts een vijftal nummers) kregen we eerder een vrij doorsnee 80's rock oeuvre aangeboden, waar we eerder intense shoegaze verwacht hadden. Nummers als 'Happy when it rains', 'Some candy talking' en het prachtige 'Just like honey' stonden wel als een huis, maar over het geheel hadden we er toch heel wat meer van verwacht.

De wereldmuziek van Tinariwen, die mochten aantreden op het arena-vormige 'Ray Ban'-podium (veruit ons favoriete podium van het festival), was dan weer om duimen en vingers bij af te likken. Mannen in tulband die djembé, gitaar en enkele vreemd ogende instrumenten bespeelden. Zeer te pruimen en vooral heel erg tof als je ergens kon neerzitten om op je gemak naar deze Malinezen te luisteren.

Dan trokken we richting het Vicepodium voor Daughter. Dit podium ligt vlak aan de zee en tekent voor een van de meer pittoreske podia op dit festival. Elena Tonra en kornuiten begonnen wel zo'n zes minuten te laat om dan af te trappen met Winter. Meteen viel de schoonheid van hun muziek op en wat ook opviel: het optreden was veel beter en minder saai dan dat in de Club van Pukkelpop, en zorgde hier voor een hoogtepunt op deze festivaldag. De nummers kwamen stuk voor stuk live veel beter en steviger uit de verf dan toen, en ook met de prachtige stem van Tonra zat het zeker goed. Gaven ook nog acte de présence: Smother, Youth en Still. Waar de Britten wel zeker nog aan moeten werken, is de vlotheid van de set. Zo was er veel tijd tussen de nummers en verontschuldigde Tonra zich hier enkele keren voor.

Op hetzelfde podium speelde nadien How To Dress Well. Het experimentele popproject van Tom Krell, ergens wel wat te vergelijken met dingen als Jamie Woon en James Blake, maakte enorm veel indruk op ons. De 'hipster R&B', zoals hij het zelf noemt, wordt mooi ondersteund door electronica en viool, maar het is toch vooral de enorm breekbare, hoge stem van Krell die hiervan iets speciaals maakt. De stem die helemaal centraal staat in deze muziek, en door het gebruik van twee micro's (1 gewone en 1 met een soort van echo op) nog beter tot uiting komt. De bekendere nummers als 'Cold nites' en '& it was u', maar ook de albumtracks en zelfs de cover van Janet Jackson, allemaal raakten ze diep. Als laatste kregen we nog een nieuw nummer, volgens de man zelf een poging om in Ibiza te mogen optreden. How To Dress Well bewees ermee dat ze ook met smaakvolle beats overweg kunnen. Een tweede hoogtepunt van de dag, en een grote toekomst lijkt weggelegd voor deze Tom Krell.

Op hetzelfde moment speelde op het hoofdpodium de grootste naam van het festival: Britpophelden Blur. Een fantastische best of-set werd het, ideaal voor diegenen die de band in zijn gloriejaren niet kunnen zien hebben. Naast dit bombardement aan hits (we waren alweer vergeten hoeveel ze er wel niet hebben) waren we ook bijzonder gecharmeerd door de ziel die Damon Albarn erin legde, een klasbak die zijn stempel toch heeft achtergelaten in de popmuziek.

Swans kondigde zich aan als een metalconcert, maar dan was dit een van de meest originele die ik ooit al gezien heb. Zware gitaren, harde drums en alles wat je wil, maar wel heel erg experimenteel. Zo werden er vaak soundscapes gecreëerd en waren er soms post-rockelementen te ontwaren. Dat ze in het verleden vaak voor onrust gezorgd hebben (zo werden bij sommige optredens mensen ziek van het brute en fysieke geluid dat ze op het publiek loslieten en heeft de politie meerdere venues moeten sluiten na een optreden van de heren) was nu ook duidelijk. Een van luidste en meest overdonderende optredens die ik ooit al gezien heb.

En dan The Knife, alle slechte recensies die ze tijdens deze tour kregen ten spijt, blijven wij hun Shaking the Habitual tournee geweldig vinden. Ja, het is vaak niet live en ja er staat veel op tape, maar is dat daarom erg? We vinden het toch allemaal niet erg dat Roger Waters straks op Werchter met ondersteuning van tape The Wall gaat brengen, net zoals we het Ellie Goulding niet kwalijk namen in de AB onlangs. De Zweden speelden trouwens een iets kortere set dan in de AB eerder deze maand. Het talrijk opgekomen publiek ging heel erg op in dit concert en eiste na de laatste noot van 'Silent Shout' meer. Dat kwam er helaas niet, en iedereen droop dan maar af. Om nog even terug te komen op het niet live gedeelte halen we de gevleugelde woorden van een van onze vrienden boven: "Het zou niet zo goed zijn, als ze alle instrumenten live zouden spelen, maar de show zou ontbreken." Daar kunnen we ons alleen maar bij aansluiten.

Toch nog deze bemerking: de hoofdbedoeling van The Knife is misschien wel net het zaaien van twijfel, de mensen aan het denken zetten. Dit zorgt er dan wel weer voor dat het feit dat we de show nu voor de tweede keer  op enkele weken tijden zagen een heel wat mindere beleving veroorzaakte, aangezien we nu eenmaal over alles dat gebeurt op het podium als eens eerder nagedacht hadden.

De festivaldag afsluiten deden we met het producersduo Disclosure, bestaande uit de broers Guy (die overigens 22 werd) en de nog 3 jaar jongere Howard Lawrence. Een album hebben de heren nog niet, maar hun recente singles als 'Latch' en 'You & me' waren er wel allemaal boenk op zoals ze zeggen. Ook live wisten de heren te overtuigen met een enorm dansbare set die ons op dit onchristelijke uur even onze vermoeide benen deed vergeten. We vreesden op voorhand een beetje dat de niet-singles Chase & Status-gewijs nogal plat zouden zijn, maar gelukkig was niets minder waar: zowel de singles als de andere deep-house achtige tracks zorgden voor een uitzinnige sfeer bij het talrijk opgekomen publiek. Het enige jammere is misschien dat alle zang op tape stond, maar goed, gastzangers meebrengen is misschien iets voor als ze nog wat groter zijn. Toen het na afsluiter 'Latch' al weer licht begon te worden zat ook de tweede, heel geslaagde, primaveradag erop.
Aron & Corneel

dinsdag 28 mei 2013

Concertverslag: Primavera Sound dag 1

Na het opwarmertje van gisteren was het nu tijd voor het echte werk. Waar gisteren maar een podium open was, zijn dat er nu negen, en dat betekent veel wandelen, want de afstand tussen de twee verste podia bedraagt een goede kilometer. Vandaag op het programma: Wild Nothing, The Postal Service, Dinosaur Jr., Grizzly Bear, Animal Collective, Savages, Manel, Four Tet, Simian Mobile Disco en nog veel ander lekkers.

De eerste band die we te zien kregen was Wild Nothing. De zweverige, rustige muziek, die soms wat aan The Cure deed denken, was eigenlijk een ideaal opwarmertje. Vooral 'Paradise' bleek ook in de live-versie een fantastisch nummer te zijn. Het publiek was op dit vroege uur nog niet in grote getale komen opdagen, maar dat hadden de jongemannen misschien wel verdiend. Alvast een band om in de gaten te houden in de toekomst, en die waarschijnlijk een stuk beter tot zijn recht zou komen in een klein, donker zaaltje dan op zo'n groot podium in het volle daglicht.

Daarna trokken we naar het andere uiteinde van het festivalterrein voor het optreden van Savages. We konden het niet zo heel erg goed zien van waar we stonden en dus was onze verbazing groot toen iemand ons vertelde dat de band uit enkel meiden bestond. "Er is toch zeker een zanger bij?" vroegen we, maar dat bleek ook een vrouw te zijn. Na enkele liedjes begon de stem toch iets vrouwelijker te klinken en deed de zang ons wat aan die van Patti Smith denken. Aangezien we fans zijn van die laatste, konden we Savages wel degelijk smaken, al liet het nu ook niet meteen een verpletterende indruk na. De hype die de laatste tijd heerst rond dit bandje lijkt ons dan ook wat vergezocht.

Na het optreden van Savages, wisten we niet echt wat te gaan zien. De keuze ging tussen Metz en Manel. De eerste is een grungeband uit Canada, de tweede een Catalaanse band waar we nog nooit van gehoord hadden. We kozen dan maar voor het tweede (alweer op aanraden van onze Spaanse vrienden), wat een goede keuze bleek te zijn. Manel deed ons met de in het Catalaans gezongen stevige poprocknummers wat denken aan Tom Helsen (maar dan een veel betere versie). Enkele van de (aan de publieksreactie te zien) vermoedelijke hitjes waren zeker wel te pruimen. Geen idee waar hij over zong, maar de man inspireerde blijkbaar, want plots, uit het niets (uit het niets komt dat natuurlijk niet echt), begon de helft van het plein 'independencia' te roepen.

Gelukkig waren we met meerderen aanwezig op het festivalterrein, waardoor we hier ook een verslag van het tegelijk spelende Tame Impala kunnen voorzien, voor velen het echte startsein van het festival. Een sterk optreden werd het, nog een stuk beter dan enkele maanden geleden in de AB. Van bij de eerste noten werden we door een gevoel van geluk overvallen, en met het machtige 'Apocalypse dreams' als tweede nummer kon het optreden al zeker niet meer stuk. Zeker bij beatlesque songs als 'It feels like we only go backwards' zag je veel mensen met een brede smile op hun face. De combinatie van steengoeie live-muziek met simpelweg het zien van gelukkige mensen, het raakte me intens. Ik herinner me nog de weedwolk van deze Australische psychedelische rockers op pukkelpop 2010 in de club: weer een band die groot geworden is.

Na het nationalistische onderonsje met Manel trokken we verder richting Dinosaur Jr. een legendarische groep met cultstatus. We hadden hen nog nooit aan het werk gezien en genoten best wel van deze show. Alleen begon het na verloop van tijd wat veel van hetzelfde te worden en keken we de hele set dus niet uit. Hetgeen we er van zagen, vonden we wel goed natuurlijk.

Op hetzelfde moment speelde op het Pitchfork-podium Jessie Ware, auteur van enkele uiterst aanstekelijke hits eind vorig jaar. De sympathiek overkomende dame bewees met een mooi, bij momenten dansbaar, dan weer prachtig ingetogen, en vooral heel oprecht optreden dat ze mogelijk een blijvertje is. Ondersteund door heel degelijke live-band, die de nummers wat meer diepgang bezorgde, kwam live pas echt tot uiting hoe mooi haar stem eigenlijk wel is. Niet alleen de hits, zoals 'Night light' en topnummer '110%', overtuigden, minder bekende nummers als 'Taking in water' en 'Sweet talk' moesten hier weinig voor onderdoen. Een heel overtuigend optreden van een artieste die duidelijk nog meer in haar mars heeft.


Misschien wel de hoofdreden waarom we nu juist naar dit festival afzakten is de heel originele line-up, met enkele heel exclusieve namen die bijna nergens anders in Europa te zien zijn. Een mooi voorbeeld hiervan is The Postal Service, de samenwerking tussen Ben Gibbard van Death Cab For Cutie en Jimmy Tamborello van Dntel (we schreven er eerder ook al een artikel over). Aftrappen deden ze met 'The district sleeps alone tonight', een beter begin kunnen we ons maar moeilijk inbeelden. De altijd enthousiaste speelstijl van Ben Gibbard past als gegoten bij de vrolijke, subtiele elektronische muziek van The Postal Service, en ook de samenzang met Jenny Lewis kwam bijzonder goed over live. Wetende dat kleppers als 'Such great heights' nog volgden, en dat de op zich al fantastische muziek van de band live nog tot een hoger, iets meer 'gepeperd', niveau getild werd, en het eerste echte hoogtepunt van het festival was een feit.

Tijdens The Postal Service stond, tekenend voor de sterkte van de line up, ook op het Ray Ban-podium een topband: Deerhunter. En ook dit bleek een enorm sterk optreden te zijn. De muziek van deze klasbakken sneed bij momenten heel diep, zeker bij hoogtepunt Desire lines, een onbeschrijfelijk goed nummer. En ook de iets meer punky klinkende nummers uit het nieuwe album klonken zeer goed. Deze band, waarvan de zanger trouwens een mooi kleedje droeg, mag zich volgens ons gerust de opvolger van Sonic Youth noemen. Ook de rest van het publiek was duidelijk overtuigd, we vermoeden dat dit optreden in heel wat best-of lijstjes zal voorkomen.
Na The Postal Service kruisten we nogmaals het festivalterrein voor het optreden van Grizzly Bear. Heel  erg goed kenden we de groep niet, maar we genoten wel intens van dit concert. Ook al past de serieuze muziek van de band veel beter in een kleine, groezelige zaal dan op een openluchtpodium. Het podium waarop ze speelden ('Primavera') was dan ook nog, dankzij de wat vreemde inplanting, een van de minst sfeervolle op het terrein. Jammer voor hen, maar toch brachten ze het er heel goed vanaf. Hitje 'Two weeks' was  een van de hoogtepunten, maar is niet direct heel representatief voor de rest van hun werk. Wij werden vooral weggeblazen door de indrukwekkende, lang uitgesponnen afsuiters 'Half gate' en 'Sun in your eyes', beiden van het recentste album. Een album om zeker eens te checken dus! Daarnaast viel ook de hoeveelheid goede zangers op, vooral de stem van de 'tweede' (voor zover je dat zo kunt noemen) zanger klonk fantastisch.
Dan was het nog maar eens tijd om van podium te wisselen om een dansje te placeren op Simian Mobile Disco. De jongelui hielden er de sfeer goed in en het plein, dat helemaal niet volgelopen was voor deze band, en het publiek danste en sjanste zich een weg doorheen het optreden.

We bleven niet lang hangen bij Simian Mobile Disco en trokken dan maar naar het Pitchfork-podium voor het optreden van Four Tet. Net als bij bovenstaande band kreeg ook deze man het publiek aan het dansen. Zijn post-rockverleden schemerde soms nog wat door in zijn muziek. Zo begon het optreden met een lange, niet echt dansbare intro en werden sommige liedjes erg lang uitgesponnen.

Tegelijk speelde op het hoofdpodium ook het Franse Phoenix. De bombastische en vooral door de drummer heel luid en enthousiast ingezette single van de nieuwe plaat 'Entertainment' mocht de set openen, onmiddelijk gevolgd door 'Lasso', 'Lisztomania' en 'Long distance call'. Hits en meezing- en dansmomenten in overvloed dus, dat mag duidelijk zijn, met ook nog onder andere '1901' en 'Rome' op het menu. De groep is groot geworden, en ze beseffen het zelf ook (en staan er duidelijk niet afkerig tegenover). Dit brengt evenwel met zich mee dat bombast wel het nieuwe codewoord lijkt te zijn, met jammer genoeg tot gevolg dat oudere, meer funky nummers als 'If I ever feel better', 'Everything is everything' en 'North' niet meer gespeeld werden. Slecht was het zeker niet (het blijft een uitstekende liveband), sfeer was er ook meer dan genoeg, maar doe ons persoonlijk toch maar het Phoenix van enkele jaren geleden.

De eerste dag afsluiten deden we met Animal Collective, een van de meest unieke groepen uit de muziekwereld. Eén ding kunnen we al zeggen: als er 1 iets nog 'vreemder' is dan een album van Animal Collective, dan is het wel een live-optreden van diezelfde band. Je weet eigenlijk nooit waaraan je je mag verwachten, soms bijna helemaal instrumentaal, of soms, zoals deze keer, wel vrij songgericht. Het is echter een band waarvoor je een beetje moeite moet doen vooraleer je inziet dat de nummers, hoewel heel experimenteel, ook gewoon enorm catchy zijn. Dit was ook wel te merken aan het publiek, aangezien er in het begin (ondanks geweldige uitvoeringen van onder andere 'Applesauce', 'Today's supernatural' en 'What would I want? Sky') jammer genoeg weinig sfeer te bemerken was. Pas met 'hitje' 'My girls' kwam er beweging in de massa, die eindelijk het hoge 'dansbaarheidsgehalte' leek door te hebben. 'Monkey Riches' en een niet minder dan fantastische uitvoering van 'The purple bottle' gingen op dit elan verder, en zorgden ervoor dat het toch nog een memorabel concert werd. Een al bij al (voor hun doen) vrij toegankelijke set van de eigenzinnige groep, waarin alle nummers bijzonder intens gebracht werden: een mooie eerste live-ervaring van deze groep die we in de toekomst ongetwijfeld nog vaak zullen gaan zien!


Aron & Corneel

Concertverslag: Primavera Sound, dag 0

Vorige week kreeg u hier niet veel artikels te lezen. Dat heeft alles te maken met het feit dat onze halve redactie naar Barcelona vertrok om het Primavera Festival bij te wonen. De rest van de week kan u dus verwachten daar alles over te lezen. Nu weet u waarschijnlijk wel dat elk goed verhaal een inleiding behoeft, en dat denken de organisatoren van Primavera Sound ook. Zo duurt het driedaagse festival langer dan drie dagen: we beginnen officieel op donderdag, maar wie vroeg arriveert in Barcelona, of er woont, kan al van maandag optredens gaan bekijken in de hele stad, en dat volledig gratis. Er staat dan maar wat brol geprogrammeerd, hoor ik u denken, dat is in zekere zin misschien wel waar, maar op woensdag zagen wij toch 'The Vaccines' en Spaanse indiegrootheid 'Delorean' aan het werk. 

Maar eerst was het tijd voor de opwarmertjes, en zoals dat vaak gebeurt, was het niet veel soeps. De Spanjaarden van Aliments konden ons heel af en toe nog wel bekoren met hun stevige gitaarmuziek, een beetje zoals Wallace Vanborn. Nu moet u weten dat we geen grote fans zijn van die laatste en we het optreden in zijn geheel dus maar matig konden smaken.

Nu was het alleszins beter dan wat er op volgde. The Bots, wie? Inderdaad. Nu leek het bij het begin wel te gaan meevallen. Een drummer en een gitarist, zoals 'The Black Box Revelation' dus, alleen waren ze in vreemde pluimage getooid, zo droeg de drummer een veelkleurige t-shirt en had hij een afrokapsel en was de gitarist volledig in het roze gekleed.
De muziek zelf was een allegaartje van geluiden, zoals alle muziek dus, alleen klonk het deze keer niet echt als een melodisch geheel. Daarenboven vond de zanger dat hij tussen de nummers de tijd moest vollullen door aan elk lied een betekenis te geven. Toen we iets later de leeftijd van de jongelui opzochten, bleek dat de broers Mikaia en Anaia Lei 15 en 17 jaar oud zijn. We hopen dan ook dat als ze wat ouder zijn, een betere muzieksmaak zullen ontwikkelen en zien dit slecht concert dan ook eerder als een jeugdzonde.

Als laatste onbekende groepje was Guards aan de beurt. De eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat we er ons ondertussen nog maar bitter weinig van kunnen herrinneren. Vrij doorsnee rock was het, dat weten we dan wel nog, maar goed, de fantastische optredens die de komende drie dagen nog zouden volgen hebben blijkbaar de herrinneringen aan dit optreden naar ergens heel ver weg verdrongen.

Op naar The Vaccines dan, met voorsprong de grootste naam op dag 0.  Grote fans zijn we niet, dat moeten we eerlijk bekennen. De hits, zoals 'All in White', 'Wetsuit' en 'Post-breakup Sex' vinden we gewedig, maar we slagen er maar niet in een volledig cd van hen uit te luisteren. De stem van Justin Young vinden we iets te eentonig, wat ook bleek tijdens het concert (komt daar nog bij dat hij niet al te goed bij stem was, ofwel stond de PA niet goed afgesteld). Afgetrapt werd er met 'No Hope' en daarna volgde al meteen een hit 'Wreckin' Bar (Ra ra ra)', wat een zalig nummer is dat toch.


Passeerden ook nog onder andere de revue: Wetsuit, Teenage Icon, I always knew, Post-Breakup Sex en prijsnummer All in White. Hitjes genoeg dus, die stuk voor stuk door het enthousiaste publiek meegebruld werden. Afgesloten werd er met If You Wanna en Norgaard. Slecht was het zeker niet, maar echt goed nu ook weer niet: net als op de albums knalden de hits er vlotjes in, maar de andere nummers wisten vaak heel wat minder te overtuigen.

Na 'The Vaccines' was het tijd voor Delorean, een Spaanse indiepopgrootheid naar het schijnt. Ze wisten ons te verrassen met hun perfecte mix van M83 en Hot Chip. Heel erg dansbaar, heel erg leuk en heel verrassend. We kenden niets van hun muziek en gingen enkel kijken op aanraden van enkele Catalaanse vrienden. Nu ja, de grootste verrassingen komen uit de kleinste hoekjes (daarom zijn het ook verrassingen).

Aron

zondag 26 mei 2013

Single van de week: Diana - Born Again

Jong, hip en Canadees! Dat zijn de trefwoorden die onze single van de week dit maal omschrijven. Hiet is Diana met Born Again.


zondag 19 mei 2013

Single van de week: MØ - Maiden


De eer gaat deze week naar de debuutsingle van het Deense MØ! Officieel al een heel tijdje geleden uitgebracht, maar echt aanslaan wou het hier toch nog niet, vandaar dit kleine ruggesteuntje.

donderdag 16 mei 2013

Cd-review: Daughter - If You Leave

"Ze brak mijn hart", zo begon de man in de winkel. "Is dat zijn verkooppraatje?", vroegen we ons af, "we willen de cd al, je uitleg interesseert ons geen spreekwoordelijk hol". Het was natuurlijk het gebruikelijke praatje van de gladde verkoper die een, zo wordt het toch overal genoemd, op-de-emoties-spelend album aan de man wil brengen. We vonden de man wat vreemd, graaiden naar de cd die wilden en snelden naar de uitgang. Op het gevaar van een hartaderbreuk af, blijkbaar, legden we dus 'If You Leave' van Daughter op, en het moet gezegd, het album biedt een heel complete, emotionele ervaring waar menig ander, zogeheten heart-broken album jaloers op zou zijn.

Van opener 'Winter', een typisch Daughter-nummer (zachte gitaar, de zalige stem van Tonra en de zweverige, zelfs dromerige instrumentatie), dat gaat over twee geliefden die verder van elkaar weg dreigen te drijven, of zoals Tonra het zo mooi verwoordt: "Drifting apart like two sheets of ice", tot afsluiter 'Shallows' die een zoektocht naar rust lijkt te zijn, maar waarin de jongedame wel de dodelijke wens "Drown with me" uitdrukt. Alles draait rond die krachtige verstrengeling van het opgeroepen beeld van leven en dood en het immer aanwezige onderwerp van een verloren liefde. In het eerste is er misschien nog spijt ("I needed you, you needed me") in het laatste lijkt ze alles verwerkt te hebben en kijkt ze zelfs al uit naar wat er komt.

Elena Tonra stond er voor deze plaat niet alleen voor natuurlijk. Haar bandleden (wie anders) staan haar bij, gitarist Igor Haefeli en percussionist Remi Aguilella. Die laatste geeft het album een hartslag, terwijl Haefeli de rol van de bloedplaatjes opneemt en zorgt voor de inhoud en dit alles wordt gedrapeerd met de oprechte zielsuitstortingen van Tonra. Een heel plastische beschrijving, we weten het, maar goed, het is maar dat u weet hoe wij er hier over denken.

Elk lied staat dan misschien wel op zichzelf, toch is er een dat er bovenuit steekt. 'Youth', dat we al kenden van de EP 'The Wild Youth', is wellicht het beste nummer op de plaat. De opbouwende melodie en opflakkerende passie lijken de demonen van bovengenoemde dame te verdrijven. Het beeld van "We set fire to our insides for fun" en "corrupted lungs" zijn misschien onheilsspellend, maar de melodie is tegelijkertijd helemaal niet somber (voor de kenners van klassiek Grieks theater: het lijkt een beetje op een stichomythia).

In 'Lifeforms' schrijft Tonra dan nog maar eens een stukgelopen relatie van zich af. Is er ook plaats voor wraakgevoelens? Zo lijkt het alleszins: "I left for no reasons but you". Ook in 'Human' keert dat terug. Ze slingert haar ex-partner verwijten naar het hoofd. In 'Smother' voel je dan weer een versmachtende wurggreep in de vorm van een krop in de keel, dat mag ook wel bij het beluisteren van zoveel schoonheid. Als er iets is waar Daughter goed in is, dan is het wel het overbrengen van gevoelens door middel van soundscapes en het creëren van een welbepaalde sfeer.

De eindanalyse is dus simpel: 'If you Leave' is duidelijk het betere werk. Op alle gebied, de instrumentatie, de zang, de sfeer,... noem maar op. Het is een album dat een zekere zweem van grandeur over zich heeft en aangezien muziek de hedendaagse versie van poëzie is, gooien we er deze quote van Amerikaans dichter en toneelschrijver Robert Frost maar tegen aan: "A great poem begins as a lump in the throat, a sense of wrong, a homesickness, a lovesickness".

Aron


zondag 12 mei 2013

Single van de week: Pet Shop Boys - Axis

De eighties hebben veel mooie muziek en superbands opgeleverd. Een van deze geweldige bands is Pet Shop Boys en van hun komt deze week onze single van de week. Verwacht elektronica en vooral dansbaarheid bij Axis!


zaterdag 11 mei 2013

Concertverslag: Les Nuits Botanique: Chvrches, La Femme, Pale Grey

Voor de derde keer in vier dagen trokken we gisteren richting Brussel, voor een nieuw avondje 'Nuits Botanique'. Derde keer, derde zaal, ditmaal was de Orangerie de plaats waar we verwacht werden. Met op het programma: Pale Grey, La Femme en Chvrches: de eerste twee bandjes, daar hadden we eerlijk gezegd nog nooit van gehoord, en als hoofdact de nummer 5 van de 'BBC sound of 2013', met al enkele heel leuke electropopsingletjes op het palmares.

Aftrappen deden we dus met het Waalse Pale Grey, waarvoor trouwens al heel wat volk aanwezig was in de grote zaal van de Kruidtuin. We vonden ze persoonlijk wat aarzelend op gang komen, en hadden in ons hoofd al de termen '13 in een dozijn voorprogramma', 'weinig memorabele songs', 'matige zang' en 'typisch schoolvriendenbandje' klaar voor deze review. Halverwege begon het echter helemaal om te slaan, toen een instrumentaal nummer ons weer helemaal bij de les kreeg. De electronica kwam iets meer naar voor, en vooral de opbouw naar een climax kwam in de laatste 3 a 4 liedjes heel mooi tot uiting. Door die kenmerkende opbouw en het gelijkaardige stemgeluid deden ze ons wat denken aan Tall Ships (waarvan we een tijdje geleden een cd-review schreven).

De climax mocht soms misschien nog wat langer uitgesponnen worden, en de zang overtuigde niet altijd helemaal, maar goed, te veel mogen we nu ook niet verwachten. Kortom, gewoon een leuk optreden eigenlijk, absoluut niet superspeciaal, maar het tweede gedeelte maakte veel goed.

De Franse jongens en meisje van La Femme hadden voor ons misschien wel de grootste verrassing in petto.
Toen het podium klaargemaakt werd voor hun optreden werd een ding duidelijk: er zijn heel wat keyboards aanwezig die Kraftwerk-gewijs opgesteld werden. Allemaal op een lijn vooraan het podium dus. We zagen verder ook een theremin, bongo's, een drumstel, een sitar en een rookmachine, dat het speciaal zou worden, hadden we ondertussen al door. Toch kregen we niet wat we verwachten, zeker niet als je die lijst instrumenten ziet, geen hippie-achtig goeroegedoe dus, maar wel pure eighties post-punk, misschien wel best te vergelijken met Siouxsie and the Banshees.

En plots, heel plots waanden we ons in de eighties, een dolenthousiast publiek, dat meermaals een moshpit opzette. Hadden we niet met onze gsm en digitaal fototoestel bezig geweest, we hadden echt geloofd dat we in een teletijdmachine waren gestapt en dat een of andere Timelord ons dertig jaar geleden had afgezet. Het enige dat misschien wel stoorde was het overmatig gebruik van de rookmachine, die blies de rook namelijk recht in ons gezicht. Maar geen erg, want deze Vive La Fête-achtige band, zij het met iets minder gitaarwerk, was best wel te pruimen.

De hoofdact van de avond dan, het Schotse Chvrches. Electropop van het zuiverste soort, vooral steunend op de prachtige stem van zangeres Lauren Mayberry, beter valt het drietal niet te omschrijven. Beginnen deden ze met 'Lies', misschien wel het favoriete nummer van de drie die we op voorhand van hen kenden (slechts drie, ja, om de simpele reden dat hun eerste album nog moet uitkomen), niet nodig om te zeggen dus dat we meteen helemaal mee waren. Zoals veel van de bandjes in het genre zat er achter de live-versies nog net iets meer peper dan bij de albumversies. Tel daarbij het feit dat Mayberry moeiteloos minstens net zo goed zong als op plaat, en het optreden kan nog moeilijk stuk. Wanneer het tweede nummer 'We sink', dat we nog niet kenden, dan ook nog eens een echt topnummer bleek te zijn, was de heel positieve review helemaal binnen.

Ook de rest van de nummers maakten een heel goeie indruk. De energieke baslijnen, rake synths, en de engelenstem van Mayberry, allemaal maken ze van Chvrches een echt wel goede liveband. Een van de nummers werd trouwens gezongen door synthesizer-man Martin Doherty, en ja hoor, zelfs dat was een meer dan geslaagde afwisseling. Naar het einde toe kregen we dan uiteraard ook nog de twee 'hitjes' voorgeschoteld. 'Recover' lokte misschien wel de meeste publieksreactie uit (een heel enthousiast publiek trouwens, heel de avond lang), en 'The mother we share' was het ideale orgelpunt van een avond vol uiterst geslaagde muzikale uitspattingen.

Wij kijken na vanavond alleszins heel erg uit naar de release van het debuutalbum van Chvrches, dat normaal gezien ergens in het najaar in de rekken zou moeten liggen.

Besluiten kunnen we met een boodschap aan alle Pukkelpopgangers: twijfel niet!

Corneel







Concertverslag: Les Nuits Botanique: Olafur Arnalds + Valgeir Sigurðsson + Will Samson


Olafur Arnalds kwam op Les Nuits Botanique samen met Will Samson en Valgeir Sigurðsson naar het Koninklijk Circus afgezakt, dat voor Olafur Arnalds zelfs enkel met de onderste verdieping toch wat groot was. Al had hij een volle Cirque zeker verdiend.

Will Samson mocht aftrappen. Hij kreeg een half uurtje tijd en deed samen met zijn vriend Olli in hoofdzaak drie dingen. Hij liet het publiek meermaals weten hoe dankbaar hij was dat zoveel mensen al zo vroeg naar hem kwamen kijken, hij creëerde soundscapes (die af en toe wat saai werden) en ontroerde met zijn korrelige en enorm straffe kopstem. Dat hij lang schrik had om die te gebruiken en zich vroeger niet kon voorstellen dat hij zijn nummers met zang buiten zijn huis zou brengen, zegt meer over zijn bescheidenheid en te lage zelfwaardering dan over zijn klasse. Alleen jammer dat het niet altijd even boeiend bleef, maar op zijn minst een heel mooie voorbode van wat zou komen.

Valgeir Sigurðsson deed met zijn podiumtijd enkele zeer vreemde dingen. De IJslander heeft vooral zijn strepen verdiend als producer (Feist, Bonnie 'Prince' Billy, Björk), maar is ook al aan zijn derde soloplaat Architecture of Loss toe. Zijn concert kon je grofweg in twee delen, waarbij hij bij het eerste deel voornamelijk achter zijn laptop plaatsnam en clashte met een celliste en violiste. Die nummers leken niet altijd ergens naartoe te gaan en hoefden blijkbaar ook niet goed te klinken. Mijn aandacht verschoof dan ook regelmatig naar de decibelmeter die plots interessanter leek (en trouwens heel de avond lang nooit ver boven de 90 dB uitsteeg). Naar het einde toe nam hij vaker plaats achter zijn piano en ging het er harmonieuzer aan toe. Hij bracht nog twee 21ste eeuwse versies van 16de en 17de eeuwse composities ("we bewegen dichter naar het heden" kondigde hij bij dat laatste nummer droogweg aan) en bracht nog een prachtig eindnummer.

De hoofdact van de avond was wellicht degene waar de meeste mensen voor kwamen en hij overvleugelde de rest ook gemakkelijk. Olafur Arnalds kwam op met zijn vier strijkers en bracht meteen het publiek aan het lachen met zijn typische stuntelige grapjes en Engels met een IJslands accent. Net als in Leuven een half jaar geleden begon hij met het vragen van hulp aan het publiek om de grondlaag voor zijn eerste nummer te leggen door gezamenlijk één toon aan te houden. Vanaf dat ogenblik had hij iedereen al meegezogen in zijn bloedmooie concert.

Hij begon met nummers uit vorige cd's (...And They Have Escaped The Weight Of Darkness en Living Room Songs) in een puur en akoestisch begin. Enkel hij met zijn piano en de vier strijkers die hij mee had gebracht. In vergelijking met zijn concert in Leuven brachten de extra strijker een veel vollere sound en dit bracht de emotie veel beter over.

Nadien kwam er een extra man op het podium die zich aan de knoppen zette, wat uiteraard aankondigde dat nummers uit de nieuwe plaat, die veel elektronischer is, eraan zaten te komen. Helaas slaagde die erin zijn entree volledig te missen door het slagwerk van Only The Winds volledig verkeerd te timen en zo dat nummer wat om zeep te helpen. Nadien hield hij nog enkele keren een trombone vast, maar we konden hem niet meteen horen spelen. Nadien volgde nog een mix van oudere en nieuwe nummers, waarbij Gleypa Okkúr en Brotsjór hoogtepunten waren.

Het eindschot werd ingezet bij een wederom fantastische soloprestatie van de violist, die het moeilijke 3326 als een virtuoos bracht en daar een enorme applausronde voor kreeg en verdiende. Olafur zelf was ondertussen van het podium verdwenen, hij verliet zijn eigen show even voor wat later een heel goede reden bleek te zijn. Een kleine golf van verwondering steeg namelijk uit het publiek toen er nog een nieuwe man het podium opstapte. Arnor Dan (we hadden het al aangekondigd) kwam de laatste nummers meezingen en blijkbaar deed hij dit maar enkele shows. We hebben dus geluk gehad.

Zich richtend naar Olafur en met zijn typische handgebaren die wat aan een hardcorezanger deden denken, bracht hij een briljante liveversie van For Now I Am Winter. Na een overweldigend mooi Old Skin kwam Olafur Arnalds nog terug voor een bisnummer. Hij bracht solo een nummer dat hij had geschreven voor zijn oma, Lag Fyrir Ömmu. Terwijl veel mensen wellicht al tranen in de ogen hadden, speelde Arnalds stiller en stiller, waarna uit de coulissen het vioolspel van dit nummer zachtjes te horen was. Het publiek was er zo stil van geworden dat het nog secondenlang duurde voor iemand durfde te klappen, waarna een groot applaus losbarstte. Oververdiend.


woensdag 8 mei 2013

Concertverslag: Les Nuits Botanique: Sóley + Rebekka Karijord (Botanique)

We weten eigenlijk niet goed wat te denken over Les Nuits Botanique. Is het een festival of is het gewoon een reeks concerten? Het eerste zou je denken, en zo profileren ze zich ook, maar waarom kan je dan geen dagtickets kopen voor alle zalen? Waarom moet je voor elk optreden een ander kaartje kopen? Nu ja, niet dat het ons ook maar iets kan schelen, dus trokken we maar naar Sint-Joost-ten-Node. Ditmaal voor een bezoekje aan de Rotonde, waar de IJslandse Sóley en de Noorse Rebekka Karijord, tekenden voor een Noordse avond met een leuke verrassing. De IJslandse jongedame kenden we al langer, maar de Noorse was nieuw voor ons. En zij blies ons verrassend genoeg omver met haar overweldigende muziek en geweldige stem.


First things first. Toen Sóley het podium op kwam, was de toch wel kleine Rotonde tot de nok gevuld. Iets wat ons al een eerste keer verraste, aangezien we niet meer dan vijfentwintig mensen verwacht hadden. Nu ja, geen probleem natuurlijk en ook voor de artiesten zelf is het aangenamer. De jongedame begon haar optreden met een nieuw nummer "Don't Ever Listen", en ging daarna verder met "Fight Them Soft". Die laatste titel leek wel haar motto te zijn en het begin was dan ook erg stroef en een beetje saai. Ook "The Sun Is Going Down" leek geen beterschap te brengen. We begonnen te vrezen dat ze het ons weer zou lappen en een saai concert zou gaan geven.

Dat was dan iets te snel geoordeeld, want met "Kill That Clown" kwam er wat meer animo en schwung, zoals ze dat zo mooi zeggen, in het optreden. Nadien volgde nog een nieuw nummer "Wedding". Nu ja, nieuw. Ze had het enkele maanden geleden ook al gespeeld tijdens Airwaves, alleen was het lied toen nog niet af en kon ze ons nog niet vertellen of het verhaal een happy end kreeg of niet. Gisteren in de Botanique kon ze dat wel en het werd dus een horrorlied. Met "Smashed Birds" en "Pretty Face" kwamen haar twee grootste hits (als we dat zo mogen zeggen) aan de beurt en de publieksreactie was bij deze nummers dan ook een pak enthousiaster dan bij de andere. Bij "Smashed Birds" moest ze nog even haar gitaar stemmen en bedankte ze het publiek voor het geduld. "You learned really good manners in school, or maybe you just died from eating chocolate". Er werd uiteindelijk afgesloten met "I'll Drown".

Het publiek schreeuwde om een bisnummer, dus kwam de jongedame terug het podium op, niet om te spelen, maar om te zeggen dat er geen tijd meer is. Haar verlegenheid en de onwennigheid die daar aan te pas komt, is ongetwijfeld haar grootste troef, want dat maakt het geheel grappiger en soms ietwat aandoenlijk. Het optreden zelf was goed, niet meer, niet minder, maar het had wel meer kunnen zijn, als ze iets beter uit de startblokken was gekomen.

Rebekka Karijord had daar dan weer geen last van. Eerst kwamen haar muzikant het podium op. Twee drummers, een van de twee beschikte slechts over een tom en een gitarist. Dat drietal begon overal op te slaan, voor de twee die over een drumstel beschikten geen probleem, want die konden daar op trommelen, maar de gitarist begon eerst op de vloer te slaan, nadien op een kist en dan op zijn gitaar. Onder luid tromgeroffel kwam mevrouw Karijord dan opzetten. In een jurk die helemaal versierd was met toeters en bellen, waardoor ze geluid maakte met elke beweging. Dat we een vreemd optreden zouden gaan krijgen was al zeker.

Helaas kennen we de muziek van mevrouw Karijord niet heel erg goed en kunnen we u dus niet zeggen welke nummers ze precies gespeeld heeft (ook een zoektocht op internet maakte ons niet veel wijzer). We weten alleen dat het ongelooflijk goed was. De jongedame heeft een klok van een stem, en de muziek is gewoonweg overweldigend. Een soort droevige liefdesliedjes, meestal in de romantische stroming, dat wil zeggen dat het altijd tragisch eindigt en meestal de dood tot gevolg heeft.

Toch was het allerminst zwaarmoedig, en in de beste momenten deed de Noorse ons denken aan Florence and the Machine, Soap&Skin en Me and my Drummer. Grootse sterke muziek, met een frontvrouw die van wanten weet. Ook de instrumentatie, waar een bepaalde natuurkracht van uit ging, mocht er zijn. Helaas kunnen we u over deze artiest niet veel meer vertellen, daarvoor is onze kennis er over niet groot genoeg.

In elk geval beleefden we een heel aangename avond in Saint-Josse. En Rebekka Karijord, daar gaan we toch op studeren, want de volgende keer dat ze België aandoet, willen we er weer bij zijn, en dan zouden we u graag een volwaardig verslag aanbieden.



dinsdag 7 mei 2013

Concertverslag: The Knife (Ancienne Belgique)


Mocht u het ons ooit gevraagd hebben, we zouden gezegd hebben dat David Bowie op nummer 1 staat in ons “te zien”-lijstje. Echter zouden we onze nummer twee op dat lijstje ook direct vernoemd hebben, namelijk The Knife. Als je ons daar bovenop nog de sappige reacties op de eerste optredens geeft, moeten we er geen tekening bij maken. Deze zondag waren we zo opgewekt als een kind dat voor de eerste keer het sprookjesbos in de Efteling ziet. En geheel onterecht was dat niet.

"Shaking the Habitual" was het, en dus konden we helemaal niets normaal verwachten tijdens deze show, ook het voorprogramma was dat niet."Shaking hte Habitual" mag je dus letterlijk nemen en daar doen wij graag aan mee, want deze keer, tegen alle verwachtingen in, geen slecht woord over het voorprogramma. 'Deep aerobics' hadden geen saaie, doorsnee songs en konden ons het volle kwartier boeien. Benen en armen losgooien op aangename beats en onverstaanbare feministische leuzen, wat kan een mens meer willen. Het enige minpunt was de luie, beschroomde (ik weet niet wat iedereen tegenhield) Belg. Had de hele zaal meegedaan, dan had iedereen het veel leuker gevonden.

Zonder pauze was het onmiddellijk tijd voor het serieuze werk. Op de tonen van 'A Cherry On Top' kwamen zo'n tiental glittermonniken het podium op, om, voorzien van futuristische instrumenten, zoals een grote, éénsnarige viool en een lichtgevende harp, het verscheurende 'Raging Lung' in te zetten. Meteen werd ook duidelijk dat er visueel niets zou aan te merken zijn tijdens deze prachtige show. Met het oude 'Bird' gingen ze op hetzelfde elan verder.

Toen werden de glitterpijen afgeworpen en de instrumenten opzijgeschoven om bij 'Without You My Life Would Be Boring' en single 'A Tooth For An Eye' een dans in te zetten. Geen zang of bespeelde instrumenten, enkel dans. Maar waren die eerste songs dan wel “live” gespeeld? Met deze ambiguïteit werd de rest van de show gespeeld. In 'One Hit' had de dans iets weg van een dialoog en bij ambienttrack 'Networking' was de dansvloer vrij voor de lichttechnicus. Inderdaad, een leeg podium waar de lichttechnicus zijn ding mocht doen.

Voor 'Wrap Your Arms Around Me' en 'Got 2 Let U' werden de microfoons weer bovengehaald. Bij de eerste kwam er een koor aan te pas en de bij de tweede was de “Karin” van dienst er een met verdacht veel baardgroei (een veruitwendiging van hun feminisme?). Bij het snedige 'Ready To Loose' leek het ons wel echt Karin aan de microfoon en piano voor de ingetogen live-versie.

Bij 'Full of Fire' was het weer dansen geblazen, alhoewel er in de eerste vijf minuten geen beweging te zien was bij de mensen op het podium. Bij duet 'Stay Out Here', leek het podium naar achter geschoven en was het grootste deel van de dansers mee publiek terwijl twee anderen “zongen”. Toen was het na 1,5 uur al tijd voor de afsluiter, maar wat voor één. Een met dansbare beats doorspekte (??en live gezongen??) versie van 'Silent Shout', voorzien van prachtige grafische effecten. Een sterke afsluiter van een topavond.

Nu is het in het besluit, naar wat we al gelezen hebben, tijd voor grote uitspraken. Ten eerste was deze prachtige show natuurlijk een statement dat ons moet wakker schudden van wat de muziekindustrie geworden is en dat op zich is al geweldig. Om het met de woorden van redactielid Aron te zeggen: “ceci n'est pas une pipe, maar dan op muzikaal niveau”. Ten tweede, wat vonden we ervan. Wel, ik ga niet zeggen dat ik het nogal avant-gardistisch vond of met andere dure termen beginnen goochelen zodat ik, zoals hipsters dat doen, vermijd iets slecht te moeten zeggen over The Knife. Ik vond het gewoon leuk en aangenaam. Ik begrijp de commentaar van de mensen die, geheel terecht, een live-show wilden, maar ik had gewoon een topavond!

Aroen

zondag 5 mei 2013

Single van de week: London Grammar - Wasting My Young Years

Deze week is onze single van de week weer een leuk, jong bandje dat we jullie niet willen ontzeggen. Namelijk London Grammar met het prachtige Wasting My Young Years!


donderdag 2 mei 2013

Concertverslag: Ellie Goulding (Ancienne Belgique)

Op tournee gaan, is vrijwel een verplicht nummertje als je net een nieuwe cd uit hebt, zeker als die ook nog eens goed verkoopt en blijkt dat je populair bent. Zo gaat het ook met de Britse Ellie Goulding, die op haar Europese tournee ook België aandeed. Geen festivalbezoek deze keer, maar een tripje naar de Ancienne Belgique. Op de populariteit van de Britse Ellie Goulding staat geen maat meer sinds haar laatste cd, Halcyon. De Ancienne Belgique liep dan ook aardig vol voor het concert van Ellie Goulding, op een gegeven moment konden we zelfs moeilijk bewegen door de drukte. Dat alles deed weinig af van de kwaliteit, alleen waren de twee voorprogramma's er misschien wel te veel aan.

Wie hier af en toe eens een concertverslag leest, weet waarschijnlijk wel al dat we geen onvoorwaardelijke fan zijn van het gemiddelde voorprogramma, heel erg enthousiast werden we dan ook niet toen we vernamen dat we maar liefst twee opwarmertjes te verwerken zouden krijgen deze avond.

Maar goed, iedereen verdient een kans uiteraard. Matthew Koma mocht de spits afbijten. Wij hadden er eerlijk gezegd nog nooit van gehoord, maar aan de behoorlijk enthousiaste reacties van het al talrijk opgekomen publiek te zien waren we zo ongeveer de enigen. Wat alleszins al kan gezegd worden is dat hij zijn naam geen eer aandeed, slaapverwekkend was het allerminst! De eerste twee nummers klonken zelfs vrij goed: bombastische gitaren, vermengd met subtiele electronicabliepjes zoals we ze graag hebben. Jammer genoeg bleek het geen voorbode van een echt goed optreden te zijn, en al snel verzande het in een verzameling kleffe, onoriginele deuntjes, die ons zelfs even aan One Direction deden denken (gesteld dat we zouden weten hoe One Direction klinkt).

Charli XCX was de volgende in de rij, en waar we dachten dat Matthew Koma een groot ego had voor een voorprogramma, bleek dat van Charli nog twee keer zo groot te zijn. Jammer genoeg rechtvaardigden de songs dit ook bij haar niet. U kan ze trouwens kennen van 'I love it' van Icona Pop, waarop Charli de vocals verzorgt. Een nummer dat ze vanavond ook speelde, en waarbij het kwaliteitsverschil (en het verschil in publieksreactie) met haar eigen nummers vrij hard opviel. Wat we onthouden van dit optreden: Charli XCX wil het graag maken, heeft moeite om haar heupen stil te houden, en 'shit' is een hip woord.

Saai kan je de beide voorprogramma's niet noemen, maar goed jammer genoeg toch ook niet, wat waren we blij toen Ellie Goulding eindelijk aan de beurt kwam. Aftrappen deed ze met drie nummers uit haar nieuwe plaat, "Don't Say a Word", "Halcyon" en "Figure 8". Bij die eerste kwam eerst Gouldings uitmuntende begeleidingsband het podium op om de muziek te starten, nadien, na de intrigererende intro kwam Goulding het podium opgehuppeld. Bij "Halcyon" werd het tempo nog eens opgeschroefd en "Figure 8" zorgde voor de gekende speelse noot. We kregen meteen wat we wilden en dat is alles wat Goudling zo succesvol maakt: mysterie gekoppeld aan talent en een zekere speelsheid.

Nadien volgde met "Salt Skin" al een eerste hoogtepunt. Het tempo werd er vervolgens wat uitgehaald met "Joy" en "Explosions", het publiek kon deze iets rustigere passage best wel smaken. Met "Guns & Horses" volgde een persoonlijke favoriet. Vervolgens vond Goulding dat het tijd was een blikje sentimentaliteit open te trekken. "I Know you Care" waarbij de jongedame begeleid werd door Rick (wie kent hem niet) werd opgevolgd door de Elton John cover "Our Song". Die laatste werd ingeleid met een behoorlijk doorzichtig en op voorhand ingestudeerd toneelstukje en dat ging zo: "I'm just going to ask Rick what song he wants to play next" "Oh, you want to do a cover song? Let's do it then". U hoort het, Beckett, Shakespeare en Elton hebben er niets aan.

Voor de rest kabbelde het wat, met enkele uitschieters zoals "Only You" en "Anything Could Happen". We kregen tussendoor verschillende keren de verplichte marketingtalk te horen zoals "You're the best audience ever" en "You're making me smile more than usual". Nu ja een artiest moet zijn public relations nu eenmaal verzorgen. De reguliere set werd uiteindelijk afgesloten met "Starry Eyed", een lied dat het publiek, volledig terecht, in extase bracht.

De bisronde bestond uit twee nummers "I Need Your Love", dat de Britse samen met Calvin Harris maakte en "Lights". Deze twee nummers deden wat we eigenlijk het hele optreden door verwacht hadden, maar iets te weinig kregen, dat is aangename, dansbare muziek maken en de AB omtoveren tot een tof feestje. "Lights" kreeg zelfs een aangename finale, waarin de het nummer zodanig op zijn Skrillex geremixt werd dat het moeilijk was om niet in een ongeneeslijke danskramp te schieten.

Ellie Goulding in de Ancienne Belgique was dus een ongetwijfeld aangename en leuke ervaring. De ene keer dansbaar en speels, de andere keer akoestische piano- en gitaarnummers. We amuseerden ons te pletter, toch keken we meer dan gewoonlijk op ons horloge, wellicht niet de schuld van de Goulding zelf, maar eerder van de twee voorprogramma's die op twee nummers na niet veel te bieden hadden en er voor zorgden dat we de indruk hadden dat we echt lang in de AB waren. Toch nog een bemerking over Ellie zelf dan: in vergelijking met de vorige keer dat we haar gezig zagen, was ze niet alleen duidelijk haar onschuld verloren, maar ontbrak het duidelijk vooral aan één ding: spontaniteit. Die marketingtalk mag ze in het vervolg gerust achterwege laten, want die heeft ze helemaal niet nodig en wekt alleen maar een nepsfeertje op waar niemand mee gediend is, ook Ellie zelf niet.

Aron

woensdag 1 mei 2013

Concertverslag: Villagers (Handelsbeurs)


Villagers brachten begin dit jaar {Awayland} uit, die hen van een redelijk onbekende band met een kleine cultstatus - Becoming A Jackal was genomineerd voor de Mercury Prize - lanceerde naar een band die één van de eerste must-haves van 2013 maakten en zelfs op de laatste verzamelaar van Studio Brussel is beland. De Ierse band, die voor de gelegenheid een dubbelconcert met Marco Z (we hebben hem links laten liggen, hopelijk vergeeft u ons dat) gaf, kreeg de Handelsbeurs echter niet uitverkocht. Simpelweg onterecht.
Conor O'Brien begon het optreden onverwacht solo. Hij bracht Cecilia & Her Selfhood ook grotendeels a capella, en zette meteen een ijkpunt voor het verdere verloop: nummers met een sterke en lange teksten die plots een andere richting uitgaan en een andere emotie vertegenwoordigen dan eerst gedacht of gevoeld. Met zijn meeslepende kopstem zou hij later nog vaak het publiek in vervoering brengen. Nadat O'Brien toch zijn gitaar had genomen en het onverwachte verhaal over moord had afgerond, kwam de toetsenist erbij en werd Nothing Arrived op een heel straffe, alternatieve manier gebracht. Even later volgde de hele band.
O'Brien bleek ook buiten zijn nummers nog wat te vertellen te hebben. Hij liet zien dat hij zijn les goed had geleerd door Gent te bestempelen als de hoofdstad van de indie rock en het socialisme, twee dingen waar hij wel van hield, vertrouwde hij ons toe. Van Quickenborne zal wellicht groen gelachen hebben vanop de eerste rij. Ook zijn "yeahyeahyeahyeahs" tussen de songs door waren opvallend, en naar het einde toe redelijk hilarisch.
Hij bracht de meeste van zijn nummers met een lichte grijns en een opvallende zelfzekerheid die je niet vaak ziet bij dit soort bands. Dit in contrast met bijvoorbeeld de drummer en bassist, waarbij de ene bijna onbeweeglijk drumde en zijn ogen zelden opendeed en de andere zich amper een houding wist te geven met zijn te groot lijkende basgitaar. Het harde leven als deel van de ritmesectie bij een band die vaak enkel gebruik maken van gitaar en keyboard eist misschien zijn tol, hoewel ze zich moeten optrekken aan het feit dat wanneer op het einde van een nummer alles samenkomt, ook het beste van Villagers bovenkomt. The Bell, The Waves en afsluiter Ship Of Promises waren dan ook hoogtepunten van een concert dat verder baadde in melancholie en zweverigheid, en af en toe een onweerstaanbare melodie. Maar deze nummers gooiden zo'n golf van energie over het publiek dat het jammer was dat meezingen, om toch maar wat energie te kunnen kwijtraken, in zo'n klein gezelschap te hoorbaar en storend zou zijn.
Ze vonden hun idee om bandlid per bandlid op te komen zo sterk dat ze het nog een keer overdeden bij de bisnummers, wat een vreemd déjà vu-gevoel gaf, alsof het concert opnieuw zou beginnen, maar het leek niemand echt te schelen omdat iedereen maar wat blij was dat ze nog drie nummers extra kwamen spelen. Met Becoming A Jackal zetten ze de kroon op het werk, waarmee ze bewezen dat, terwijl de indiefolkhype misschien langzaamaan over lijkt te zijn, hun eigen versie van folk meer is dan een hype. In ieder geval moeilijker (want toegegeven: de onbekendere nummers lagen wat moeilijker in het oor), maar vooral ook een pak tijdlozer.

Maarten