dinsdag 29 oktober 2013

CD-review: Sad Day For Puppets - Come Closer

Sad Day For Puppets is geen huishoudnaam in onze contreien, maar zou dat ondertussen wel mogen zijn. Deze band uit Stockholm kan ondertussen een indrukwekkend palmares voorleggen. Zo tourden ze onder meer met Editors, The Raveonettes en A Place To Bury Strangers. De band brengt pop-zoetigheid die zichzelf tegoed heeft gedaan aan een bijtende shoegazeglans en doorleefde melancholie. In het oog van deze popnoisestorm staat de engelenstem van Anna Eklund; haar breekbare vocals voorzien de band van een eigen smoelwerk en identiteit. Op 28 augustus verscheen hun derde full album "Come Closer". Dit album markeert een belangrijk kruispunt in de carrière van de band: leadgitarist Marcus Sandgren verliet SDFP voor de opnames begonnen. Door dit vertrek zag de band zich genoodzaakt op zoek te gaan naar alternatieven.

Zo lijkt de nieuwe plaat te putten uit de muzikale erfenis van eighties synthbands, in tegenstelling tot zijn voorgangers, waar een uitgesproken leadgitaar steeds het voortouw nam. Niet als truckje echter. Zoals de shoegaze noise op een slimme manier in de sound verwerkt was, zo staat nu het gebruik van deze synths steeds ten dienste van de song, die nog steeds onmiskenbaar de Sad Day For Puppets stempel dragen. "Sugar" is een sprekend voorbeeld van hoe synths een stevige basis geven voor de immer roerende vocals die Anna Eklund schijnbaar moeiteloos over de song heen drapeert. 

'Come Closer' als geheel houdt netjes een comfortabele afstand van de vroegere shoegaze noise en SDFP opteren voor een toegankelijker, poppy-er geluid, dat altijd al latent aanwezig was in hun vroegere werk, maar nu niet langer gedomineerd wordt door een fuzz-muur. Dat wil in geen geval zeggen dat de band inboet aan haar herkenbare bitterzoete vibe, waarbij vrolijkheid en vitriool nooit ver uit elkaars buurt vertoeven. Met opener en single Cold hand is de toon meteen gezet, een toon die zich verderzet op de volgende negen songs: bitterzoete catchiness verpakt in een 3 minuten format. Hapt verleidelijk lekker weg. Zoals gezegd: nog geen huishoudnaam…maar daar dient dringend verandering in te komen. De band klinkt dus duidelijk anders sinds het vertrek van leadgitarist Marcus Sandgren.

Anna Eklund: "Marcus Sandgren besloot de band te verlaten om zich volledig te focussen op zijn eigen project Cut-Out Witch. Dat heeft onze sound onvermijdelijk ingrijpend veranderd. Hoe drastisch ook, het was geen vechtscheiding of zo, we zijn nog steeds de beste vrienden. Alex (bass red.) heeft zich daarna volledig op synths gestort en kwam op de proppen met de syntharrangementen voor het album. Het was duidelijk dat we een heel andere richting waren ingeslagen. Komt er nog bij dat we het album in een voor ons totaal nieuwe omgeving opgenomen hebben met een nieuwe producer. Het voelde allemaal heel onontgonnen aan."

If Music Could Talk: "Was het zwaar om de dynamiek van een quintet overboord te gooien? Of opende dit juist perspectieven die voordien niet mogelijk waren?"

Eklund: "Om eerlijk te zijn voelde ik me tijdens het opname-proces nogal eenzaam. Voordien namen we steeds op in Alex’ eigen studio, waarbij Martin Källholm (gitaar, songwriter van SDFP red.) ook steeds aanwezig was. Deze keer echter, werden de vocals pas opgenomen nadat de muziek op band was gezet. Ik was dus enkel aangewezen op de producer in een wel erg gigantische studio. De opnames verliepen vlot en ik heb me wel geamuseerd maar voelde me toch afgesneden van de rest van de band. Ik miste de anderen. Het feit dat het laatste optreden alweer een hele poos achter ons lag, droeg ook bij tot dat gevoel." 

IMCT: "Martin Källholm, songsmid van dienst, schrijft naast de muziek ook de lyrics. Kan je je gemakkelijk vinden in andermans teksten? Hoe druk je je eigen stempel op de woorden die je zingt?"

Eklund: "Dat is vrij eenvoudig: ik ben fan van Martins teksten en kan me er in vinden. Ik moet er niet echt moeite voor doen, het gebeurt gewoon. De beelden en gevoelens die ik krijg tijdens het zingen komen vanzelf, ook al vinden ze hun oorsprong in het verhaal van iemand anders." 

IMCT: "Veel kunstenaars komen in een heel andere vibe van zodra ze op het podium staan, een gemoedstoestand die niet voortkomt in het ‘gewone’ leven. Gaat dit ook voor jou op?"

Eklund: "Niet echt, nee. Maar ik kan niet ontkennen dat het podium iets met mij doet. Het is een soort van verheven realiteit, als je begrijpt wat ik bedoel. Ik probeer te ontspannen en mezelf te zijn, maar de Anna Eklund op het podium zal altijd een beetje verschillen van de Anna in haar gewone omgeving." 

IMCT: "Over podia gesproken: je speelt ook bij theatergroep Teater Tillsammans. Verschilt dit van op het podium te staan met SDFP?  Of zijn er raakvlakken?"

Eklund: "Ik heb ondertussen 3 theaterproducties achter de rug en één film. Verder volg ik zoveel mogelijk acteer-workshops. Maar eerlijkheidshalve: op de planken staan in een theatervoorstelling is heel opwindend maar veel angstaanjagender dan zingen met een band achter je." 

IMCT: "Jullie hebben onder meer getourd in Japan, Spanje en Engeland. Welke indrukken liet dat na?"

Eklund: "Japan was heel cool. Voordien was ik nog niet buiten Europa geweest, dus ja, ik heb er erg van genoten. Het Japanse publiek was ook heel enthousiast. Er waren er zelfs bij die alle teksten uit het hoofd kenden, voor ons toch wel een vreemde ervaring: heel ver weg van Stockholm en toch waren de mensen vertrouwd met onze song. We waren verrast en vereerd tegelijk. Af en toe wou ik dat we wat meer tijd hadden om wat meer van de steden te zien waar we speelden. Soms lijkt touren op een aaneenschakeling van clubs en zalen, meer niet. Maar zo werkt dat nu éénmaal: je bent daar voor die ene reden: spelen voor de fans. Een positieve respons en warmte van het publiek zijn steeds het hoogste doel."



Free Duran

zondag 27 oktober 2013

Single van de Week: Arcade Fire - Afterlife

Niet geheel een verrassing te noemen, maar onze single van de week komt van Arcade Fire. "Afterlife" swingt de pan en doet, samen met het eerder gereleasete "Reflektor", het beste vermoeden voor de nieuwe plaat die op 29 oktober in de rekken zal liggen. Voor de cinefielen onder u, de beelden van de clip komen uit de film 'Black Orpheus' ('Orpheu Negro') uit 1959.


vrijdag 25 oktober 2013

Concertverslag: Deafheaven (AB Club, Brussel)

Ziezo, bij deze is de andere helft van de redactie die in het land is ook opgestaan uit zijn zomerslaap. En het seizoen aftrappen doen we met de mix van black metal, shoegaze en postrock die Deafheaven brengt. Deze mix levert voor de meeste van onze brave lezertjes iets op als veel lawaai en veel geschreeuw, maar, in de hoop dat het voor sommigen van jullie soms wat harder mag zijn, hebben we dit verslag in de aanbieding. Voor ons mag het al eens wat harder en we moesten dringend onze inner-hipster nog voeden met deze hype.

Als opener in de AB Club, was Pharmakon aangekondigd. Dit is een witch house-project van een dame die harde elektronica combineert met vocals die aan black metal doen denken. De dame in kwestie viel echter ziek uit en werd vervangen door het Antwerpse Remörk. Dit eenmansproject speelt het soort muziek dat men noise noemt en dus soms vervaarlijk dicht bij gewoon geluid komt. Remörk wist echter nipt de lijn van muziek naar geluid niet te overschrijden en kon zo net boeien gedurende het halfuur dat de set duurde. Het had niet langer moeten duren en nog eens zien hoeft ook niet, maar boeien deed het wel (Niet meer, maar ook niet minder).

Dan over naar de hoofdact van de avond, Deafheaven. Zoals al gezegd, spelen deze mannen een op shoegaze en postrock gesteunde vorm van black metal. Dit resulteert in epische, sferische songs die over het algemeen de kaap van de 10 minuten overschrijden. Voor zij die niet vies zijn van een zwaarder avontuurtje, dat wel. Persoonlijk denken we dat iemand die bijvoorbeeld zowel Amen Ra als de gemiddelde postrock band apprecieert, er wel voor te vinden kan zijn, hoewel het nog iets totaal anders is (de AB raadde het zelfs aan Joy Division-fans, maar dat leekt ons een heel grote stap).
Openen deden ze met Dream House, de opener van hun laatste nieuwe, ROZE plaat die de reguliere set vormde. Met de deur in huis vallen, noemt zoiets. Opvallend was hoe van bij de start het geluid goed was afgesteld en niets overheerste. Zo kon ook het soms meer subtiele gitaarspel goed tot zijn recht komen. Na een interlude, werd er op hetzelfde elan voortgedaan met Sunbather, de titel track van het nieuwste worp. Na deze song zaten we al aan de helft van de set.

Na een volgende interlude (zonder Neige van Alcest die er op de plaat wel op te horen is), ging het over naar het magistrale Vertigo. Deze veertien minuten durende song is voor mij de topper van de nieuwe plaat. Het is een song met zovele gezichten, van subtiele EBow geluid tot soms een cliché klinkende metalsolo, overgoten met de door merg en been gaande stem van George Clarke, die samenkomen tot één sterk geheel. Onmiddellijk werd dit gevolg door The Pecan Tree, een lekker harde song die soms wordt onderbroken door heel subtiele, postrock gitaar. Na vier songs en twee interludes zat het erop voor het reguliere deel van de set.

Als bisnummer hadden ze nog Unrequited van hun eerste plaat Roads to Judah in petto. De subtiliteit primeerde minder op deze plaat, maar overtuigen dit deze song zeker wel. Ook het publiek was nu wel al een tijdje helemaal op dreef en maakte hier een hoogtepunt van.


Hoewel we al enkele jaren geminderd zijn qua metal, kan ons af en toe nog wel eens een band charmeren. Zo ook Deafheaven, die bewijzen dat ze de hype waardig zijn. Als je je afvraagt of een concert van vijf songs en twee interludes niet wat kort is, kan ik nog melden dat het uur gemakkelijk werd gehaald. Ook opmerkelijk hoe de band of wijzelf gegroeid zijn in een anderhalf jaar, want toen zagen we ze in het voorprogramma van La Dispute, konden ze ons niet geheel boeien. Voor zij die dus openstaan voor een zwaarder avontuurtje, is dit zeker een aanrader. Luister eens naar de plaat en ik kan zeggen dat deze sterke liveband in november nog naar De Kreun in Kortrijk kommen.

Aroen

woensdag 23 oktober 2013

CD-review: Arctic Monkeys - AM

Er was een tijd dat we halsreikend uitkeken naar een nieuwe plaat van Arctic Monkeys, zeker na de geniale debuutplaat, met al even geniale titel, "Whatever People Say I Am, That's What I'm Not". Daarna kwam het steengoede album "Favourite Worst Nightmare", een van onze persoonlijke favorieten, als we dat mogen zeggen, en het album waarmee ze definitief de deur naar wereldbekendheid intrapten. Helaas is het sindsdien, in onze ogen, alleen maar bergaf gegaan. "Humbug" had met "Dangerous Animals", "Crying Lightning" en in zekere zin ook "My Propeller" nog genoeg in huis om ons geboeid te houden, maar uit "Suck It And See" kon alleen "Don't Sit Down Cause I've Moved Your Chair" ons bekoren. U leest het, een gradueel opbouwende desinteresse van onze kant en het verbaast u dan wellicht niet dat we geen gat in de lucht sprongen toen we hoorden dat dit album in de maak was. Toch geven we het nu een eerlijke luisterkans en het spijt ons mijnheer Turner, maar je bent ons nu definitief verloren.

Nochtans start de plaat uitstekend met "Do I Wanna Know?". Ritmische drums en een geweldige gitaarriff sleuren je de plaat binnen. Toch is het geen vintage Arctic Monkeys, maar eerder te vergelijken met het betere werk uit 'Suck it and See' en 'Humbug'. Aanstekelijk, sterk en toch anders dan datgene waar we nu toch al een goede 7 jaar geleden verliefd op werden, maar wat we niet meer krijgen. Of toch? "R U Mine", niet verrassend ons favoriete nummer van deze plaat, doet heel erg terugdenken aan 'Favourite Worst Nightmare' en 'Whatever People Say I Am, That's What I'm Not'. Speels, jong en vreugdig, en als Alex Turner even volledig a capella gaat, flakkert de hoop bij ons op. Ze kunnen het nog, het is nog steeds die geweldige band uit Sheffield en wij zijn nog steeds die 16-jarigen die volledige losgaan op hun muziek.

Groter kan het contrast met "One For The Road" niet zijn. Traag tempo, een beetje saai en waarom die o zo cliché groepszang aan het begin het lied? Eentje om rap door te spoelen en al even snel te vergeten. Dat geldt ook voor 'Arabella', even traag, even saai en even ongedenkwaardig, op het refrein na dan. Dan lezen we ergens op een bevriende muziekblog (indiestyle): "We kunnen ons inbeelden dat een deel van de oorspronkelijke fans 'AM' te soft zal vinden, maar elke dag frieten met samoeraisaus gaat ook vervelen". Dat klopt, maar in plaats van te wachten tot de frieten met samoeraisaus anders gaan smaken, kan je evengoed iets anders bestellen. Als je geen frieten met samoeraisaus wil, bestel dan een frikandel special met een berenpoot erbij.

Nu denkt u misschien dat wij een probleem hebben met de zachtere nummers van Arctic Monkeys. Maar niets is minder waar, "505", "Jeweller's Hands", het zijn maar twee voorbeelden van goede, doch langzamere nummers van de Arctic Monkeys. Ook 'AM' heeft zo'n nummer: "No. 1 Party Anthem". Met zijn ironische titel is het nummer licht geniaal te noemen. "Mad Sounds" is er dan weer eentje om vooral niet in te kaderen. Het is wachten tot "Why'd You Only Call Me When You're High?" om nog eens een geweldig nummer te horen. Het is niet voor niets dat dit nummer het zo goed doet. Qua opbouw is het vooral vergelijkbaar met "Do I Wanna Know". Drums, licht, maar nauwkeurig gitaarwerk en natuurlijk de geweldig grappige lyrics die ons zo lang geleden ook al geïnteresseerd maakten in deze band. Met "Snap Out of It" krijgen we een voorbeeld van hoe de Britten er in kunnen slagen om hun geluid te veranderen, zonder mensen zoals wij teleur te stellen. Leuk, licht absurd en een snufje moderne rockabilly. Zowel "Knee Socks" als "I Wanna Be Yours" zijn, net als de hele plaat middelmatig te noemen om de hierboven aangehaalde pijnpunten.

Middelmatig inderdaad, de fans zullen het niet graag horen, maar dat is nu eenmaal wat wij voelen bij deze plaat. Als de laatste noten van "I Wanna Be Yours" uitgestorven zijn, start onze muziekbibliotheek gaarne "Brianstorm" uit 'Favourite Worst Nightmare'. Een gevoel van verloren gegaan plezier overmant ons, de illusie van wat was en wat had kunnen zijn, beklemt ons. Lucebert zei al "De oude muziekmensen slapen / naast nieuwe harpen eenzaam". Heeft de stroom hen opgeslorpt en meegezogen op een pad waar wij niet kunnen volgen? Waren het gewiekste managers en producers die hen een andere weg deden bewandelen? Of ligt de schuld bij onszelf, de fan? Vragen die een antwoord dienen, maar nooit zullen krijgen. Alex Turner en kornuiten, van u moeten wij nu afscheid nemen. Het noopt ons tot een poëtische bui.

Langzaam nam je afscheid,
je glipte tussen onze vingers door,
ik dacht dat het de omstandigheden waren
die je zo afstandelijk maakten
maar ik was fout

Jouw gevoelens verdwenen
de mijne groeiden
je beloog en bedroog me
maar ik was verblind
verblind door mijn liefde
en ik liet je gewoon doen

Langzaam nam je afscheid

Auteur onbekend



Aron



zaterdag 19 oktober 2013

Single van de week: Aaron & the Sea - Blac of Heart

Ik hoor sommige grammar en andere nazi's onder u al denken: "Er staat een schrijffout in de titel", maar u vergist zich. Het nummer heet wel degelijk "Blac of Heart" en is het eerste nummer uit de komende EP van 'Aaron & the Sea' en wij zijn fan! Omwille van de geweldige elektronische invloeden, de allesoverheersende zang en de leuke clip.


zaterdag 12 oktober 2013

Single van de Week: Jordan Klassen - Piano Brother

De single van deze week komt uit Canada, het onmetelijke land heeft tegenwoordig veel meer te bieden dan muziek die driekwart van de wereldbevolking op de heupen werkt (Justin Bieber, Carly Rae Jespen en consoorten), maar kent recentelijk (Ja we weten het, de immer geniale Neil Young is ook een Canadees) een ware hausse op muzikaal gebied (Check zeker eens Austra, Diana en Purity Ring). Vandaar onze single van de week: "Piano Brother" van Jordan Klassen.


maandag 7 oktober 2013

Single van de week: Connan Mockasin - I'm The Man, That Will Find You

Onze eerste single van de week sinds onze zomerslaap is het geweldige "I'm The Man, That Will Find You" van de Nieuw-Zeelandse artiest Connan Mockasin.

zondag 6 oktober 2013

Concertverslag: Fuck Buttons (Ancienne Belgique, Brussel)

Met een straffe nieuwe plaat Slow Focus en het geroemde Tarot Sport op zak, bracht Fuck Buttons, het elektronic noise duo uit Bristol, een sterk repertoire mee naar de AB. De vraag was of ze dit live sterker konden brengen met slechts twee draaitafels en een projectiescherm.

Zan Lyons kreeg het genoegen de avond te openen. Hij bracht met zijn viool - beladen met effectjes -en een tafel vol knopjes, een mix van beats en textuur. Speciaal, dat wel, maar erg boeiend was het na enkele minuten al niet meer. We kregen vooral een enorm luide muur van basklanken, af en toe aangevuld met elektronische vioolklanken die op zich wel iets moois voortbrachten, maar dan wel voornamelijk wanneer ze niet verpletterd werden door trommelvliesscheurende diepere klanken. Het werd niet alleen de avond van Fuck Buttons, maar ook van Fuck Schauvliege.

Fuck Buttons zelf deed niet onder qua geluidsniveau. Ze zetten het publiek al meteen in beweging met opener Brainfreeze. Noise met snerpende melodieën en rake beats vulde de verkleinde AB-zaal en het lichtspektakel deed de rest. De visuals zijn even eenvoudig als briljant: de silhouetten van de twee bandleden worden opgenomen en geprojecteerd op allerlei wazige kleuren en patronen op voor- en achtergrond. Ook zij die een basketballer voor hen hadden, zagen wat er zich vooraan afspeelde, weliswaar iets kleurrijker.

Met Surf Solar gaven ze daarna meteen hun bekendste nummer weg, waardoor het feest echt kon beginnen. Helaas begon toen al duidelijk te worden dat de subtiliteiten van de plaat soms plaats moesten ruimen voor opnieuw te veel bas, iets wat Olympians zelfs bijna volledig kelderde. Bij nummers van de laatste plaat was dit minder een probleem, wat logischerwijze volgt uit het verschil tussen de iets donkerdere en zwaardere laatste plaat en de wat epischere vorige. Uit de eerste plaat kregen we trouwens nog Colours Move, vooral opvallend door de live drums en de apengeluiden die ook live werden gebracht door Andrew Hung. Uiteraard via effecten, voor u ons van enig racisme verdenkt.

Het was eigenlijk pas vanaf recente single The Red Wing dat het plaatje helemaal begon te kloppen. De opbouw en de steeds dieper doordringende beats lieten sommige mensen in het publiek helemaal loos gaan. Nadien werd ook het fantastisch Hidden XS op het publiek losgelaten. Met zijn eenvoudige doch geniale melodie en steeds meer opzwepende lagen noise gingen alle registers open, tijd voor nog een half uur uitgelatenheid, sfeer en noise.

Helaas, daar besliste Fuck Buttons anders over. De opbouw werd eerst gebroken door er een bisronde aan vast te kleven, en daarna eindigden ze - geheel verdienstelijk trouwens met Space Mountain, maar helaas nu ook niet een van hun beste nummers - bijna 20 minuten sneller dan verwacht. Een sterk gevoel van anti-climax en een lichte ontgoocheling gaven dan ook een wrange nasmaak aan een concert dat steeds beter werd en daarom veel te vroeg eindigde. Het eindverdict is daarom ook: goed en vaak zeer goed, maar het kon wellicht nog veel beter.

Setlist:

Brainfreeze 
Surf Solar 
Colours Move 
Olympians 
Sentients 
The Red Wing 
Hidden XS

Space Mountain