zaterdag 30 november 2013

Concertverslag: Cut Copy (Beursschouwburg, Brussel)

We herinneren ons nog goed dat we in 2008 twee nieuwe electropopbandjes leerde kennen. Aan de ene kant was er Late Of The Pier met ondermeer Space And The Woods en aan de andere kant Cut Copy met Hearts On Fire en Lights & Music. In ons hoofd zijn deze twee bands dan ook voor altijd gelinkt, zonder goede reden hiertoe. Gisterenavond stond de enige band van deze twee die nog bestaat in de Beursschouwburg, namelijk Cut Copy.

Beginnen doen we uiteraard met het voorprogramma dat werd verzorgd door de mannen van Shine 2009. Na te laat te beginnen en dan nog eens gestopt te worden om nog wat te wachten, begonnen ze eindelijk aan hun set. Deze Finnen mannen spelen een soort van aangename electropop die zich ergens op het spectrum tussen Cut Copy en Empire of the Sun ligt. En zoals gezegd: aangenaam is het zeker. Lekkere, dansbare deuntjes; toffe samples; een sterke stem;… wat moet een mens meer hebben. Gratis tip: luister eens naar Older. Enige opmerking: vervang die pc door een mens aan een keyboard of zo om te vermijden dat er geen enkele vorm van improvisatie mogelijk is.

Een half uurtje later was het dan de beurt aan het hoofdprogramma. Openen deden deze Australiërs met Free Your Mind van op nieuwste worp met dezelfde titel. Deze song zorgde er meteen voor dat de sfeer erin zat en er een eerste meezingmomentje was. Het werd ook allemaal heel strak gebracht en je zag dat ze er zin in hadden. Ook bij de volgende nummers als Feel The Love en In Memory Capsule konden we blijven dansen. De avond had alles van een tof feestje!

Na een 40-tal minuten was het tijd voor de eerste van de twee eerder vernoemde song, namelijk Hearts On Fire. Bij deze song was de herkenning in het publiek nog hoger en schakelde het feestje nog een versnelling hoger. Het viel daarna een beetje stil met That Was Just a Dream van hun eerste plaat, maar het bleef een feestje. Het enige probleem was dat het voor ons de laatste song was.

Het late beginuur, de vertraging voor het voorprogramma en de tergend lange overgang tussen de bands zorgden ervoor dat de laatste trein verdacht dichtbij sloop en wij moesten vertrekken. Een domper op zo’n toffe avond waarop we een nieuwe leuke zaal ontdekten en een tof, maar kort feestje bouwden. Nu kan u zich afvragen of we wel genoeg gezien hebben om een oordeel te vellen over het optreden. Hierop kunnen we enkel zeggen dat het eerste deel overtuigend genoeg was om ons het spijtig te laten vinden dat we geen tweede deel zagen.

Aroen


P.S.: Voor zij die het zich afvragen, natuurlijk had de trein dan ook nog meer dan tien minuten vertraging. We hadden dus nog minstens twee extra liedjes kunnen blijven.

Concertverslag: White Lies (Ancienne Belgique)

White Lies tourt met ondertussen al hun derde album sinds 2009. Aan werklust ontbreekt het hen dus niet, maar helaas voor hen wel aan positieve recensies voor hun laatste langspeler 'Big TV', dat bij bijvoorbeeld Enola een schaamtelijke 2/10 en bij andere recensenten iets rond de helft kreeg. Ook ondergetekende is geschrokken van het resultaat: enkel de eerste twee singles en 'Change' zijn op niveau. De verklaring hiervoor gaven ze vlak voor hun release zelf: ze schreven hun nummers moedwillig eenvoudig en poppy om een groot publiek aan te spreken. Dan verschuift de inhoud uiteraard naar een ver achterkamertje. Benieuwd dus of ze live dezelfde indruk zouden geven.

In The Valley Below mocht het publiek opwarmen, en ondanks de lauwe reactie van het publiek was hun poging best geslaagd. Het was wel duidelijk waarom zij het voorprogramma van White Lies verzorgden: het eerste album van laatstgenoemden weerklonk duidelijk in zowat al hun nummers. Dat in vreemd contrast met de zanger en zangeres, die in een soort Cash-Carter-dynamiek op het podium stonden en ook met hun kleding eerder country dan post-punk ademden. Voor de nieuwsgierigen: check zeker eens single 'Peaches'.

White Lies zelf bracht vanaf hun eerste nummer 'To Lose My Life' meteen een portie rock à la U2 de AB binnen. Show noch moeite werd gespaard om dit effect te verkrijgen, hoewel we alles toch al elders hadden gezien: de typische groene lasers, enorme hoeveelheden rook (die men al een half uur voor het begin begon te spuiten, onze levensduur is er wellicht enkele dagen verkort) die de lichtshow moest benadrukken, schermen achteraan zoals we die ook op festivals kennen en gigantische ballonnen die op het einde van de show werden losgelaten. Ondertussen zweepte atypische frontman McVeigh het publiek op met enkele flauwe c'mons en wat handgebaren.

Gelukkig zorgde hun strakke set met amper valse noten (tegen de verwachting in) ervoor dat het optreden geen lege doos bleef. Met 'There Goes Our Love Again' werd meteen een tweede meezinger het publiek ingegooid, waarna enkele andere toppers van het eerste album als 'A Place To Hide', 'Farewell To The Fairground' en vooral publiekslieveling 'Unfinished Business' de zaal regelmatig de longen uit het lijf liet zingen en een golf van energie door de zaal stuurden. Op dat moment konnen we ze nog heel makkelijk vergeven voor flauwe nummers en performances als die bij 'Be Your Man' of 'Mother Tongue'.

Opvallend ook: vooral nummers van het tweede album bleken er moeilijker in te gaan bij het publiek, wellicht ook de reden dat ze hieruit maar vier nummers speelden en zo hun meest epische hit 'Strangers' botweg aan de kant lieten. Nochtans vormden deze experimentelere en minder voorspelbare nummers zoals hoogtepunt 'The Power & The Glory' - helaas zonder dat vreemde elektronische geluidje - een noodzakelijke afwisseling ten opzichte van het soms nummer na nummer afwerken van strofe-refrein-strofestructuren. Naar het einde toe ging de set helaas bergaf met een slechte Prince-cover (I Would Die 4U) en een paar nieuwe nummers die niet meer dan onderhoudend werkten.

Misschien was dit wel een ingecalculeerde adempauze voor hun grote eindschot. Met hun meest epische nummers als Death en Big TV ontspon zich een groot feest dat helemaal losbarstte bij Bigger Than Us, met een lichtshow en de gigantische ballonnen die de zaal verkenden. De staande ovatie op het einde was wellicht wat overdreven, maar alleszins een zeer sterke performance van een band met een nochtans slechte live-reputatie. We benijden in ieder geval zij die hen met hun vorige album nog hebben kunnen aanschouwen.

Maarten

Setlist:
To Lose My Life 
There Goes Our Love Again 
A Place to Hide 
Mother Tongue 
Streetlights 
Farewell To The Fairground 
Be Your Man 
E.S.T. 
The Power & The Glory 
Getting Even 
Unfinished Business 
Goldmine 
I Would Die 4 U 
First Time Caller 
Death

Big TV 


woensdag 27 november 2013

CD-review: Vök - Tension (EP)

Zoals u ongetwijfeld al weet hebben wij hier een zwak voor IJslandse muziek, maar we kunnen het dan ook niet helpen dat deze noordelijk eilandbewoners heel erg creatieve geesten zijn en ons nog nooit teleurgesteld hebben met hun muziek. Dat doet ook IJslands jongste band Vök niet, het duo rond Margrét Rán, die de zang, gitaar en keyboard voor haar rekening neemt, en Andri Már, die het geheel stoffeert met een saxofoon en enkele beats, heeft net zijn eerste EP, Tension, uit en doet op geheel eigen wijze erg denken aan The XX. Dat trok natuurlijk onze aandacht en we haalden 'Tension' dan ook in huis. Vijf nummers telt deze EP, maar vijf nummers die echt wel kunnen tellen en het beste doen vermoeden voor de toekomst.

Dat deze band uit IJsland komt merk je al tijdens het eerste nummer, waarbij je verwelkomt wordt door het geluid van botsende gesteentelagen en vulkanisch geweld dat lijkt alsof het opgenomen werd in het binnenste van onze aardkorst wat alles heel erg overweldigend en indrukwekkend maakt. Niets nieuws natuurlijk, Sigur Rós deed het al op Kveikur met opener 'Brennistein' en het is wederom bewezen, schrijven over een IJslandse band, zonder Sigur Rós te vermelden, is onmogelijk. Opener 'Við vökum' is er meteen boenk op, met ritmisch drumwerk en leutig gitaarwerk. Enkele keelklanken van zangeres Margrét Rán en een refrein verder komt er een saxofoon bij kijken en zo krijgen we meteen alles wat dit duo in zijn mars heeft voor de schoot geworpen.

'Before' is dan weer heel erg The XX-achtig. De zang lijkt heel erg op die van Romey Madley Croft en ook het gitaarwerk lijkt zo weggehaald uit een nummer van voorgenoemde Britten, de saxofoon steekt het dan weer in een heel nieuw jasje en ook de ietwat eclectische compositie en ditto tekst geeft het geheel een soort van schwung die je minder en minder bij The XX terugvindt. 'Tension' is dan weer een verscheurende ballad over het einde van een liefdesrelatie en de amour noir spat werkelijk van het nummer af en grijpt je bij de keel met behulp van zorgvuldig geplaatste elektronicabliepjes, soundscapes dmv de gitaar en een saxofoon die er doorheen gejaagd wordt. Je voelt werkelijk de hartzeer van dit tweetal.

Tot zover dus de Engelstalige nummers, want we gaan verder met 'Ég bíð þín', wat 'ik wacht op je' betekent. U hoort het al, wederom een ballad en ook deze mag er zijn. De manier waarop Margrét Rán zingt, eigenlijk doet ze dat in alle nummers op dezelfde manier, maar goed, geeft goed de emotie en het smachtende verlangen weer waar het in dit nummer over gaat, als we op de titel mogen afgaan natuurlijk. Afsluiter 'Á Ný' begint dan weer met enkele gitaarakkoorden waarbij dan zachtjes en subtiel een saxofoon komt opzetten. We beginnen een rode draad te ontwarren in deze EP, liefdesperikelen, spanningen binnen relaties, de verhalen en leugens van de ander beu zijn en toch geen afscheid kunnen nemen van elkaar. Ook in 'Á Ný', wat  'Opnieuw' betekent, ontwaren we zo'n kluwen.

We kunnen er in onze analyse natuurlijk ook kilometers naast zitten, maar het feit blijft wel dat deze EP hier ondertussen al grijs gedraaid is. Knap werk van dit jonge (zeventien nog maar) tweetal, zeker als je in rekening neemt dat deze band pas gesticht werd in februari van dit jaar en dus ook muzikaal nog niet volgroeid is. We kijken dus al uit naar het eerste volwassen album van Vök.

Aron


zondag 24 november 2013

Single van de week: I Break Horses - Faith

We leerden het Zweedse duo I Break Horses al een tijdje geleden kennen, ten tijde van hun eerste album Hearts en toen ze het voorprogramma van M83 in de USA deden. Nu zijn ze terug met het uiterst dansbare nieuwe single Faith. Stoelen en tafels aan de kant!


donderdag 21 november 2013

CD-review: CHVRCHES - The Bones Of What You Believe

Ze werd al lang verwacht en nu is ze er eindelijk, het debuutalbum van het Schotse CHVRCHES. De eerste singles die gereleased werden, zoals 'The Mother We Share' deden al het beste vermoeden en ook de nummervijfnotering in BBC's Sound of 2013 zorgde voor torenhoge verwachtingen m.b.t. tot debuutalbum 'The Bones of What You Believe'. Tel daar nog eens bij dat we live heel erg genoten hebben van dit trio tijdens Les Nuits Botanique en dat, volgens zij die erbij waren, ook het optreden op Pukkelpop zeer te pruimen was, en je weet hoe zeer wij uitkeken naar dit album. Torenhoge verwachtingen dus en dan horen we u vragen: "Worden die wel ingelost?". Het antwoord is: "Deels".

De plaat begint geweldig met "The Mother We Share", iedereen kent het nummer intussen al, met de kenmerkende oh-oh-oh's aan het begin, lekker dansbare elektronica en een leuk refrein krijgen we meteen het beste dat Chvrches in huis heeft voor de voeten geworpen. Het Schotse trio is vooral te vergelijken met Grimes, The Knife en Robyn, om verder te gaan, ze maken er een perfecte mix van. De elektronica van The Knife, het melodieuze van Grimes en het popgehalte van Robyn. Ook "We Sink" getuigt daarvan, en de refreinen van deze eerste twee nummers zijn echte meezingers.

"Gun" gaat op hetzelfde elan verder, maar "Theter" begint dan weer eerder onorthodox binnen het Chvrches-repertoire en is een eerder traag nummer. Een behoorlijk vroeg rustpunt en de eerste keer dat we de gitaar duidelijk op de voorgrond horen komen. Naar het einde van het nummer komt er een toch wel zeer dansbare elektronica op je af, we vermoeden dat dit nummer live ook heel erg goed tot zijn recht zal gaan komen. Het vooruitgeschoven "Lies" is ook weer heel erg Grimes- en Robynachtig. De stem van zangeres Lauren Mayberry, een niet zo heel erg speciale stem als je het ons vraagt, past wel uitstekend bij de muziek van Chvrches en dat komt goed tot uiting in dit lied.

En hoe goed de stem van Mayberry ook bij deze muziek past, de Schotten vonden het nodig om ook ofwel Iain Cook ofwel Martin Doherty (we weten niet welke van de twee het is) een nummer te gunnen op deze plaat "Under The Tide". Goed nummer, dansbaar en al wat je wil, maar wij hadden toch liever gezien dat mevrouw Mayberry de zang voor haar rekening zou blijven nemen. De man zingt goed, daar niet van, maar de vraag is of zijn stem wel past bij deze muziek, al menen we ons te herinneren dat dit nummer live toch wel goed uit de verf kwam, bij dit nummer plaatsen we dan maar vraagtekens.

In "Recover" neemt Mayberry terug de micro op en wat een zalig nummer is dat toch en erg genietbaar, doch dansbaar. Ook "Night Sky" moeten we bij de vorige categorie rekenen. "Science, Visions" doet dan weer heel erg aan Silent Shout van The Knife denken, dus u weet al dat wij er heel erg positief over denken. Over "Lungs" zijn we dan weer minder enthousiast, het wordt een beetje te veel van het zelfde en we hadden de Schotten liever iets origineler uit de hoek horen komen, zeker na een tiental nummers. Het refrein van dit nummer laat ook een beetje te wensen over en de wannabe-dubstep die er doorgedraaid wordt had voor ons niet gehoeven.

Ook "By The Throat" roept bij ons hetzelfde gevoel op, al is het refrein hier wel van een veel hogere kwaliteit, maar de uitwerking is op zijn zachtst gezegd slordig te noemen met een rustig pianoachtig intermezzo (Alleen Arcade Fire komt daar mee weg) en een ietwat vreemde opbouw. Slotnummer "You Caught The Light" begint met enkele etherische synthlijnen en het lijkt erg goed te gaan worden, tot we vernemen dat weer een van de twee heren de micro ter hand pakt. Ook de veelbelovende synthlijnen worden op den duur een beetje saai en deze plaat had een betere afsluiter verdiend.

Kortom Chvrches heeft een goed debuutalbum afgeleverd en op deze manier de kleine hype die rond hun muziek is ontstaan gerechtvaardigd. Als dit debuutalbum een maatstaf is, dan komt het trio binnenkort met een heuse klassieker op de proppen, al zullen ze dan wel een heel album moeten kunnen boeien.

Aron

dinsdag 19 november 2013

Don't Look Back In Anger: Tinariwen

De kans is bestaande dat u niet zo heel veel Malinese bands kent, maar de kans dat u één Malinese band kent en dat die band Tinariwen (zo krijgt u ook uw eerste woordje Tamasheq mee, want Tinariwen betekent in die taal 'woestijnen') heet, is dan wel weer bestaande. Terecht zouden we zeggen, want deze heren maken leuke muziek, waarmee ze onze muziekbibliotheek binnenkwamen, en er schuilt een mooi verhaal achter dat omschreven wordt als "The most rock'n'roll of them all" (The Irish Times), "The most compelling of any band" (Songlines) en "Hard-bitten and Dramatic" (Slate.com en The Independent) . Reden genoeg dus om ze in deze rubriek aan bod te laten. 

Tinariwen is ontstaan in 1979 in Tamanrasset, Algerije, maar de bandleden zijn allen afkomstig uit noordelijk Mali, dat ze ontvlucht waren door een Touaregopstand. In de jaren negentig keerden ze er terug nadat een vredesverdrag ondertekend werd in Ouagadougou en er zo een einde gemaakt werd aan de onlusten. Sinds 2001 begint de band buitenlandse bekendheid te verwerven dankzij gesmaakte passages op het Festival Du Désert in Mali en op het beter bekende Roskilde Festival in Denemarken. In 2007 brachten ze de cd 'Aman Iman' ('Water is Life') uit dat wereldwijd goede kritieken kreeg. Hun vijfde album 'Tassili', uit 2011 won later een Grammy voor beste album in de categorie wereldmuziek. Onderstaande nummer komt uit dat album.






De reden waarom het verhaal achter Tinariwen zo tot de verbeelding spreekt, is om wat er allemaal in de levensloop van de bandleden is gebeurd. De band werd gesticht door Ibrahim Ag Alhabib die al op jonge leeftijd kennis maakte met wat we ooit omschreven hoorden als "The bitter pill of mortality", want toen hij vier jaar oud was, werd zijn vader voor zijn ogen geëxecuteerd als een Touragrebel tijdens een opstand in 1963. De jonge Ibrahim kwam in vluchtelingenkampen in Algerije terecht en later sloot hij zich aan bij andere Touareg bannelingen in Libië en Algerije.

De liefde voor de gitaar is er later gekomen, toen hij een Westernfilm zag met een gitaarspelende cowboy in de hoofdrol. Ag Alhabib bouwde zijn eigen gitaar met behulp van een tinnen pot, een stok en remdraden van een fiets waarop hij oude Touaregmuziek combineerde met moderne Arabische popmuziek. Hij kreeg zijn eerste echte gitaar van een Arabische local uit Tamanrasset. En hoewel hun muziek vooral vergeleken wordt met Amerikaanse Bluesmuziek met een Afrikaans kantje, claimen de bandleden nooit Bluesmuziek gehoord te hebben tot ze in 2001 begonnen te touren.


In de late jaren zeventig (toen Ibrahim rond de twintig jaar was) voegde hij zich bij een groep muzikanten die radicale Chaabi protestmuziek, combineerde met Algerijnse poprai en westerse artiesten zoals Elvis Presley, Jimi Hendrix, Led Zeppelin en Bob Marley. Tinariwen kwam pas echt van de grond toen Ibrahim Ag Alhabib een groepje vormde met Inteyeden Ag Ablil, diens broer Liya en Hassan Ag Touhami om op bruiloften te spelen. Omdat de band geen echte naam had, begonnen mensen hen Kel Tinariwen te noemen, wat vertaald kan worden als The People of the Deserts of The Desert Boys.

In 1980 nodigde toenmalig Libisch leider Moammar Khadaffi alle jonge Touaregs die illegaal in Libië verbleven om zich in te lijven bij het leger. Khadaffi droomde immers van een Sahara regiment bestaande uit de beste Touaregsoldaten. De leden van Tinariwen gingen in op de uitnodiging en kregen een training van negen maanden. In 1985 deden ze hetzelfde op uitnodiging van Libische Touaregrebellen waar ze medemuzikanten Keddou Ag Ossade, Mohammed Ag Itale, Sweiloum, Abouhadid en Abdallah Ag Alhousseyni. Zo was Tinariwen geboren, en het ensemble schreef nummers over de moeilijkheden waar de Touaregs mee te  maken krijgen, bouwden een geïmproviseerde studio en zworen om gratis muziek op te nemen voor al wie hen een lege cassette leverde. Deze homemade cassettes werden wijd verspreid in heel de Sahara.


In 1990 kwamen de Touaregs in opstand tegen de Malinese regering en sommige leden van Tinariwen rebelleerden mee. Na de Tamanrasset akkoorden in 1991, die het einde van de rebellie inluidden, verlieten de muzikanten het leger en gingen ze voltijds muziek maken. In 1992 trokken ze naar Abidjan (Ivoorkust) om een cassette (jawel) op te nemen en ze speelden af en toe een optreden voor geïsoleerde Touareggemeenschappen in de Sahara, wat hen, via mond-aan-mondreclame grote populariteit opleverde.

De internationale doorbraak heeft lang op zich laten wachten, maar in 1998 veranderde alles. Lo'Jo, een Franse groep wereldmuzikanten, was in Bamako en ontmoette daar twee leden van Tinariwen. De twee bands organiseerden, in nauwe samenwerking met het Belgische Sfinksfestival, samen het Festival of the Desert in Mali in 2001. Dat zorgde er voor dat Tinariwen veel aandacht kreeg in het buitenland. tegen het einde van 2001 hadden ze al opgetreden op diverse festival waarvan Roskilde de bekendste was en hun debuutalbum 'The Radio Tisdas Sessions' werd gereleaset, de eerste keer dat hun muziek buiten Afrika te koop  was. Sinds 2001 hebben ze ook opgetreden op Glastonbury en Coachella en kregen ze er bekende fans zoals Robert Plant, Carlos Santana en Thom Yorke bij. In 2005 konden ze een BBC Award for World Music op de schouw zetten.

Het is u wellicht ook niet ontgaan dat er onlangs een groot conflict was in Noordelijk Mali, de thuisplaats van Tinariwen. De islamistische organisatie Ansar Dine greep de macht en verklaarde: "We do not want Satan's music. It will be replaced by Quranic verses, for Sharia demands this and God's command must be done". De muziek van Tinariwen werd dus de facto verboden en toen grote delen van Noord-Mali veroverd werden door Ansar Dine, ontvluchtte Tinariwen de regio. Alleen Abdallah Ag Lamida werd gearresteerd in januari 2013 door Ansar Dine, omdat hij zijn gitaren probeerde te redden. De band liet later weten dat Ag Lamida vrij en veilig was.

Zo eindigt voorlopig het verhaal van Tinariwen. Wij leerden hen kennen door hun gesmaakte passage op Primavera Sound in Barcelona (verslagje hier) en lieten hen sindsdien niet meer los.


Aron



zondag 17 november 2013

Single van de week: Röyksopp ft. Jamie Irrepressible - Something in my Heart

Zij die onze blog al een tijdje volgen, weten wel al dat we de muziek van zowel Röyksopp als The Irrepressibles ten zeerste kunnen appreciëren. Het zal jullie dan ook niet verbazen dat als deze acts samenwerken, wij dit onmiddellijk tot single van de week bombarderen. We verwachten dat het melancholische Something In My Heart zeker een plaatsje in jullie hartje zal veroveren.

zaterdag 16 november 2013

Concertverslag: Ólafur Arnalds (Het Depot, Leuven)

Er zijn verschillende waardemeters die men kan gebruiken om te testen of je je binnen de muziekwereld tot het sterrendom mag rekenen: verkochte platen, grote concertzalen,… Echter is er maar 1 waardemeter die echt telt. Dit is natuurlijk de aanvaarding op u favoriete blog, If Music Could Talk. Ólafur Arnalds is een artiest die zich dus sowieso tot deze categorie mag rekenen, daar hij qua aantal verslagen van concerten op nummer 1 staat. En bij deze komt er nog eentje bij.

Beginnen deden we deze avond met Lambert. Deze Duitser is een pianist die neoklassiek speelt met een kwinkslag en een voorliefde heeft voor gekke, Afrikaanse maskers. De pianokunsten van de man konden ons niet echt boeien gedurende een volledig half uur. Hij deed nochtans zijn best met enkele kwinkslagen in de muziek en enkele woordenloze, (mislukte?) grapjes met een wekker. Zonder denigrerend te willen klinken, als achtergrondmuziek is het voor ons perfect, maar voor een concert net iets te weinig variatie.

Rond 21u30 kwam de IJslander dan zelf op het podium, alleen. Eerst moest het publiek wat zingen, want de band zat nog in de coulissen naar IJsland –Kroatië te kijken. Toen ze opkwamen, wisten ze te vertellen dat het 0-0 stond. Yes, een overwinning in de ogen van de IJslanders. Maar, als ik mij niet vergis, waren we daar voor muziek. Ólafur speel neoklassiek met de bijstand van elektronica en twee strijkers die echt een meerwaarde creëren.

Voor een duidelijke opsomming van de liedjes die gespeeld zijn, ken ik ‘s mans repertoire niet goed genoeg. Hij speelde ondermeer Poland; Hands, Be Still; 3326 en Allt varð hljótt. Stuk voor stuk prachtige liedje. Persoonlijk vond ik dat niet elk liedje er even sterk uitkwam en vooral de songs met prominente elektronica echt zeer overtuigend waren. Geen Arnor Dan voor vocalen of een symfonisch orkest, maar dat soort extraatjes zijn niet nodig om een goed optreden.

Voor een bisronde kwam enkel Ólafur nog terug, de voetbal was dus nog niet gedaan. Na een ontroerende introductie (we weten dat hij vroeger naar Death Metal luisterde en in het gezicht van zijn ouders kotste), zette hij het aan zijn oma opgedragen Lag fyrir Ömmu in. Dit vormde echt een magisch einde voor deze prachtige avond. Op het einde stond het nog steeds 0-0 dus, de IJslanders gelukkig en wij gelukkig na een prachtig concert!


Aroen

Concertverslag: Touché Amoré (De Klinker, Aarschot)

Punk is niet dood, toch niet bij If Music Could Talk. Gisterenavond in Aarschot kregen we de kans om Touché Amoré te zien en dat is een kans die wij niet laten liggen. Voor de meeste van onze lezers kennen deze band waarschijnlijk niet, maar een aanrader is het zeker wel. Toch zeker voor mensen waarvoor het al eens harder en rapper mag zijn. Na het “grote” podium van de shelter op pukkelpop op een vroeg uur, leek ons dit een aangenamere aangelegenheid om de band aan het werk te zien met nieuw album Is Survived By onder de arm.

Beginnen doen we uiteraard met het begin, in deze dus het eerste voorprogramma Dad Punchers. Meteen ook een tip aan beginnende bands: als je wil uitsparen op een voorprogramma, neem dan een zijproject van 1 of enkele leden mee. Drie van de heren van Dad Punchers stonden later nog eens op het podium. Dad Punchers is eigenlijk het punkprojectje van Elliot Babin (drum bij Touché Amoré, zang en gitaar bij Dad Punchers). Punk is ook gewoon wat ze spelen, doorsnee punk. Overtuigen deden ze niet echt. Niet slecht, maar iets te gewoontjes om mij echt mee te krijgen.

Het tweede voorprogramma was Self Defense Family, dat in vroegere tijden ook wel onder ondermeer de naam End of the Year of Self Defense aantrad. Deze band speelt iets tussen punk en indierock en bestaat uit ongeveer veertien leden uit de alternatieve scene van Albany, NY. U vraagt zich af of ze een koor mee hadden of een klein orkest? Geen van beiden, bij opnames en optredens zijn ze telkens met een zestal leden met een altijd variabele groepsleden. Niemand is constant en zo nemen ze soms twee verschillende songs op hetzelfde moment op een andere plaats. Toen ik ze op voorhand beluisterde, was ik niet meteen aangesproken, maar live haalden ze een hoger niveau. Vooral zanger Patrick Kindlon kon tijdens en tussen de liedjes begeesteren.

Dan was het eindelijk tijd voor Touché Amoré. Zonder mij te veel aan hokjes te willen houden: ze spelen een melodische vorm van hardcore (geen idee wat ik er mee moet vergelijken). Het begint te “beteren” bij de nieuwe cd, maar dat betekent vooral korte, krachtige liedjes (op vorige cd één liedje langer dan 2 minuten). Dat heeft natuurlijk het voordeel dat er in de set van minder dan een uur meer dan 20 songs konden worden gespeeld.

De set bestaat zoals altijd uit blokken van 3 à 4 songs met een moment van interactie tussen, om zo weinig mogelijk van de energie kwijt te spelen. Openen werd gedaan met eerste single van de nieuwste plaat, Just Exsist, en daarna Pathfinder van de vorige. Met dit krachtig duo werd de toon gezet voor een set die niet zou inzakken. Op een snel tempo ging het verder over verschillende songs, waar verrassend genoeg toch vooral vorige plaat Parting The Sea Between Brightness And Me goed was vertegenwoordigd. Hoogtepunten waren ondermeer History Reshits Itself, beste song van debuutplaat …to the beat of a dead horse; The Great Repitition en het geweldige trio ~, Praise/Love en Anyone/Anything.

Voor mijn persoonlijk absoluut hoogtepunt, moeten we kijken naar de split 7” die ze samen met Pianos Become The Teeth opnamen. Touché Amoré schreef hiervoor het geweldige Gravity, Metaphorically, een van de langste songs die ze tot nu schreven. Afsluiten werd nog gedaan met Home Away From Here en Is Survived By en als bis nog Honest Sleep.

Op Pukkelpop waren ze al zeer sterk, maar Touché Amoré hoort thuis op een kleiner podium zoals dat van De Klinker. Een bom energie die ontploft is goede analogie. Zoals drummer Elliot Babin in een interview zei: de band mag nog zo’n melodieuze songs schrijven, de raspende stem van Jeremy Bolm zorgt altijd voor een explosie. Zeker een aanrader, live al helemaal!


Aroen

maandag 11 november 2013

Concertverslag: Trixie Whitley (Concertzaal Vooruit, Gent)

Ze stond reeds hoog op ons verlanglijstje, maar het bleef maar mislukken om de jongedame live te zien. Misschien niet zo erg, als je zoals wij geen heel grote fan bent van haar debuutalbum "Fourth Corner", maar de straffe verhalen die de ronde over haar optredens, deden ons toch steeds vloeken als we nog maar eens naast een ticket grepen. Gelukkig konden we dan toch een ticket bemachtigen voor het optreden van de Gents-Amerikaanse Trixie Whitley in de Vooruit. We waren uiteindelijk dan bijna nog vergeten te gaan, maar gelukkig schoot het ons nog net te binnen dat het optreden gisterenavond doorging. Al een geluk, want we hoopten en kregen een zeer straffe frontvrouw te zien die krachtig en verschroeiend uithaalde, maar bij momenten ook zacht en lieflijk uit de hoek kwam.

Maar first things first, het voorprogramma, verzorgd door de Antwerpse band Echo Beatty, kon ons ook wel bekoren. De licht sferische muziek, met behulp van loopstations, metalen veren en sleutels slaagden ze er in om in de mooie concertzaal onze aandacht vast te houden. Toch wel erg jammer dat de zaal niet echt geïnteresseerd leek en erg rumoerig bleef, zelfs toen zangeres Annelies Van Dinter vroeg om even stil te zijn voor een emotioneel nummer, bleven sommige mensen rumoerig, een jammere zaak en bij deze ook meteen een oproep om je gesprekken over voetbal, de kinderen, onderwijs en politiek thuis of op café te voeren en daar te houden, daar doen we iedereen een plezier mee.

Trixie Whitley kwam het podium solo opgehost, in zwarte kledij en een soort sluier over haar blonde haren getrokken. Opener '1000 Thieves' zette meteen de toon, ingetogen op de juiste momenten, hard en ruig op de andere. Ook 'Irene' en titeltrack 'Fourth Corner' gingen op dat elan door. Daarna werd het iets saaier met het rustigere 'Silent Rebel pt. 2'. Wel bleef het opvallen over wat voor een prachtige stem mevrouw Whitley beschikt, maar wij hadden liever de ruigere kant blijven zien.

Die ruigere kant kwam er weer met het nieuwe nummer 'The Shack', een man in het publiek vond het nodig om "I'll Shack you" te roepen, bij deze onze tweede oproep van de avond. Laat ook de seksistische praat thuis, want dat hoort niet en is een belediging voor zowel mannen als vrouwen. Om nu verder te gaan over muziek. 'The Shack' was veelbelovend voor het nieuwe album dat er ooit wel eens aankomt en Trixie is en blijft een geweldige artieste. Toen 'I Need Your Love' uit de boxen schalde vreesden we dat het optreden er al opzat. Het nummer werd herwerkt tot een verschroeiend rocknummer waar de hartensmart vanaf druipte, wat een verschil met de plaat! Na 'Hotel' volgde ook nog 'Breathe You' met Trixie op de piano en tijdens het meest intense moment van het nummer stond de jongedame op en wandelde ze doodleuk het publiek in, dat uiteraard dolenthousiast werd.

Tijdens de bisronde passeerde ook nog een erg emotioneel 'Strongblood' de revue. Het nummer werd opgedragen aan mama Whitley die haar laatste concert meemaakte in diezelfde concertzaal in de Vooruit toen Trixie al 8 maanden in haar baarmoeder verbleef. Dat in deze zaal het laatste optreden van de tour plaatsvond (volgens Trixie, maar volgens ons speelt ze morgen nog in Parijs) gaf dit nummer dat extra duwtje.

In de laatste alinea is het dan traditie om met punten te zwaaien of straffe uitspraken te doen, maar met punten zwaaien doen we niet al te gaarne, dus zeggen we gewoon dat het optreden af was. Heel straffe artieste die Trixie Whitley en we kunnen dan ook alleen maar hopen dat haar nieuwe cd het nog beter zal doen, vooral in het buitenland dan. En om toch maar met een quote te komen: Trixie Whitley in de Vooruit was er gewoonweg boenk op.

Aron





zondag 10 november 2013

Single van de week: Nadine Shah - Aching Bones

Onze nieuwe single van de week komt van de hand van de Britse Nadine Shah. 'Aching Bones' scoort met de rauwe kracht die het uitstraalt en natuurlijk de verschroeiende stem van mevrouw Shah zelf.

zaterdag 9 november 2013

Festivalverslag: Iceland Airwaves 2013 - dag 5

De laatste dag van Airwaves was alweer aangebroken, en traditioneel zijn er weinig dingen te doen en te zien op deze zondag, maar is er ook een afsluiter van formaat paraat. Dit jaar viel de eer te beurt aan Kraftwerk die hun nieuwe 3D-spektakel kwamen brengen, maar er waren ook weer enkele off-venueshows. Aangezien we behoorlijk afgepeigerd waren van vijf dagen muziek en vrijwel evenveel dagen feest, besloten we om lekker lang uit te slapen, nadien het enige fallologische museum ter wereld te bezoeken (heel leerrijk trouwens) en er slechts een optreden uit te pikken.

Het concert dat we er uitpikten was dat van RetRoBot, deze IJslandse band begon als een duo, maar groeide later uit tot een heus kwartet. Ze brengen een soort synthpopachtige elektrorock, maar je kan ze het best omschrijven als dansbare elektronica, gemengd met subtiel doch subliem gitaarwerk en dat alles overgoten met een eightiessausje dankzij de stem van zanger Gunnlaugur Bjarnason die ons wat deed denken aan die van Ian Curtis van Joy Division. Ook al vond het optreden dan wel plaats in een klerenwinkel, en stonden we buiten vrijwel te bevriezen, toch een optreden dat ons zal bijblijven. Beluister zeker eens 'Insomnia' en 'Electric Wizard'.

Om acht uur was het dan tijd om naar de concertzaal te trekken voor het optreden van Kraftwerk. Met een 3D-brilletje op de neus zaten we klaar voor wat een geweldig optreden zou moeten gaan worden. U hoort ons al komen, echt geweldig was het niet, heel erg goed, dat wel, maar de 3D bood niet de meerwaarde die we er van verwacht hadden. Het eerste nummer op de setlist was 'The Robots', mensen die Kraftwerk al eens live gezien hebben, weten dat er dan op de schermen achter het viertal beelden afgespeeld worden. Bij 'The Robots' zijn dat dan Robots en dankzij de 3D kwamen de bewegingen de zaal in en zagen we wat de 3D allemaal te bieden had.

Tijdens 'Metropolis' zagen we dan weer waarom de 3D niet de meerwaarde bood die we verwachtten. De beelden van een grote stad op het scherm, gaven een goede diepteperceptie, maar in 2D had het ook wel gekund. Met 'Computerlab', 'The Man Machine' en 'Spacelab' volgden er al enkele eerste hoogtepuntjes en tijdens die laatste krijg je IJsland vanuit de ruimte te zien, wat door de IJslanders in de zaal op gejuich onthaald werd. Tijdens 'Tour De France' was het bekende Tourrenners (waaronder Eddy Merckx en Lucien Van Impe) tellen op de schermen.

'Autobahn' bood een leuke, virtuele autorit over een al even virtuele autobahn, nog een hoogtepunt dus. Het koppel 'Geigercounter/Radioactivity' werd omgebouwd tot een heuse aanklacht tegen kernenergie, waarin een opsomming werd gemaakt van verschillende kernrampen uit het recente verleden zoals die van Sellafield en Harrisburg. Hiroshima werd vervangen door Fukushima, wat bewijst dat deze band, hoewel ze al dateert uit de jaren tachtig, nog geen van haar verontwaardiging en rebellie heeft verloren.

Met 'Boing-Boom-Tschak', 'Musique Non-Stop' en 'Techno Pop' werd er afgesloten. Tijdens die laatste verlieten de leden van Kraftwerk een voor een de zaal, terwijl de anderen verderspeelden, elk kreeg zijn eigen solo en zo kregen we een inzage in wat elk lid bijbrengt aan de muziek. Na een staande ovatie volgde nog een bisronde  van 3 nummers: 'Aéro Dynamik', 'Expo 2000' en 'Planet of Visions'. Alweer volgde een staande ovatie en dat was verdiend. Verdiend, want we zagen een geweldige show, al waren we niet helemaal overtuigd van de meerwaarde die de 3D bood. Om het anders te zeggen, zonder de 3D zou de show zeker even goed geweest zijn.

Aron

Festivalverslag: Iceland Airwaves 2013 - dag 4

Met een lichte kater van het feestje in Kaffibarinn gisteren stonden we deze ochtend op. Te vroeg naar onze goesting, maar om twaalf uur speelde Pascal Pinon al een off-venueshow in een hotel en de rest van de dag zat ook propvol met optredens, dus zat er weinig anders op dan de kater er af te wandelen.

De eerste die we vandaag dus aan het werk zagen was dus Pascal Pinon. De band rond de tweelingzusjes Jófridur en Ásthildur Ákadóttir (die eerste naam kent u al), bracht eerder dit jaar al een gesmaakt debuutalbum uit (recensie hier) en eindelijk konden we hen aan het werk zien. De band begon zo'n twintig minuten te laat omdat Jófridur nog een examen moest afleggen, dus geen erg. De samenzang tussen de zusjes, die op de plaat zo mooi uit de verf komt, doet dat live ook, al kwam alles nogal stuntelig over. Gewissel van gitaren, dingen die niet goed afgesteld waren en andere zaken die ze niet meehadden, waren zeker een domper. De vraag blijft wel hoe lang deze band nog zal bestaan, aangezien Samaris klaar lijkt om de wereld te veroveren.

Dan trokken we naar Loft Hostel voor een optreden van Mammút. Deze band maakt naar eigen zeggen muziek, kunst en liefde en bestaat uit enkele twintigjarige vrouwen en twee mannen (geen wonder dus dat zeventig procent van het publiek gevuld was met mannen). De compromisloze rock'n'roll die deze mensen op on los lieten, kon ons zeker bekoren (u heeft ondertussen wel al door dat er vrijwel geen slechte bands op dit festival spelen) en het is dan ook uitkijken naar hun nieuwe album 'Kommdu Til Mín Svarta Systir'.

Dan kregen we nog eens Hjaltalín aan het werk te zien in een hotel. Even goede show als vorige keer, dus lees gerust het verslag van dag 2 nog eens na. De eerste band uit het officiële programma die we aan het werk zagen vanavond, was Kira Kira. Heel moeilijk te omschrijven, maar even moeilijk om te volgen, muziek. Niet ons favoriete optreden, maar wel een van de  meest kunstzinnige, trombones die onder distortion geplaatst worden, triangels die extra versterkt worden en heel precies drumwerk dat natuurgeluiden naspeelde. Zware kost, zo vroeg op de avond, maar het publiek leek er van te genieten.

Dan was het de beurt aan Kiriyama Family die met hun indiepoprock en synthpop het matig opgekomen publiek aan hun kant probeerden te krijgen. Geen slecht optreden, muzikaal zit het heel sterk in elkaar en ze hadden een veel te coole saxofoonspeler meegebracht. Om dan maar eens met punten te gooien: zeven op tien. Na nog een optreden van Bloodgroup, waar niet veel meer over te vertellen valt dan vorige keer, pikten we nog even enkele nummers mee van Ásgeir. Deze IJslander is enorm populair in eigen land en heeft nu zijn debuutalbum vertaald naar het Engels (lees ook eens onze discovery over hem). We konden zijn IJslandse teksten iets beter smaken, maar we gaan hem toch nog maar eens aan het werk zien in de Botanique op 3 december (aanrader).

Daarna gingen we nog maar eens naar het kunstmuseum voor het optreden van Gold Panda. Eerst speelde wel nog Mykki Blanco, een Amerikaanse rapper. Gekke show met vreemde visuals dat wel, maar muzikaal was het minder waard dan wat een gek er voor geven wil en moet dit zowat de slechtste show zijn die we ooit op Airwaves zagen. Gold Panda was dan weer wel heel erg overtuigend, dansen van begin tot einde en genieten van de geweldige dansmuziek die de man te bieden had. Afsluiter 'You' bracht ons en het publiek in extase.

En dan was het tijd voor de artiest waar we misschien wel het meest naar uitkeken: Zola Jesus. Zij mocht haar opwachting maken in Gamla Bío, de mooie oude cinema en operazaal in Reykjavík. We moeten eerlijk bekennen dat we voorheen nog niet van deze artiest gehoord hadden, maar nadat bekend raakte dat ze zou gaan spelen op dit festival en we haar enkele luisterbeurten gaven, moesten we deze artiest wel gaan bekijken. Op plaat klinkt het allemaal heel erg overdonderend en beschikt de dame over een klok van stem die de lo-fi, psychedelische, ambient noisepop prachtig begeleiden. Live klinkt het geheel zo mogelijk nog strakker, straffer en geweldiger. We werden overdonderd door de kracht die zangeres Nika Roza Danilova en haar band overbrachten. We waren er nog een hele avond niet goed van en toen we enkele uren later (na weer enkele feestjes) in onze hostel terugkwamen, moesten we er nog steeds aan denken en licht overdonderd kropen we ons bed in.

Aron

donderdag 7 november 2013

Festivalverslag: Iceland Airwaves 2013 - dag 3

Op deze derde dag kregen we de gelegenheid om bepaalde bands voor een tweede keer aan het werk te zien, zoals Me & My Drummer, Agent Fresco en Samaris. Maar ook Múm, Omar Souleyman en Sin Fang speelden vandaag en hoewel we misschien wat minder bands aan het werk hebben gezien vandaag, was het toch een van de beste avonden. 

Dat het een mooie dag zou worden, wisten we al toen we ontwaakten, helderblauwe lucht, niet te koud en een goed gevuld programma voor de boeg. Om drie uur begon Me & My Drummer aan zijn set in de studentakjallarinn. Iets ruiger dan gisteren, want ze hadden geen keyboard meer en vervingen die door een gitaar, wat het geheel veel ruiger en explosiever maakte. Het is niet meteen iets wat we meer willen horen, maar wel iets dat we meer willen zien.

Even later stond er in diezelfde studentakjallarinn ook nog een optreden van Agent Fresco geprogrammeerd. Wij waren daar niet van op de hoogte en schrokken ons dan ook een bult toen ze hun instrumenten kwamen opstellen. Wederom gaven deze jongens, die ambient metal maken, een geweldige show en zanger Arnór Dan, die de dag er voor nog met Ólafur speelde, excuseerde zich voor de dag er voor. "I heard rumours that it was my fault that 'Old Skin' got fucked up. That's not true, it was Olli's fault." We geloven u graag.

Terug naar de oude haven dan maar, voor het optreden van Samaris. Wederom een heel erg keurig en compleet optreden. Zangeres Jófridur Ákadóttir droeg een prachtig mooi kleed, wat het mysterieuze rond de band accentueerde. Ook de vervangster van klarinettiste Áslaug Run Magnusdóttir, die in Vietnam is op dit moment, deed het voortreffelijk. Wat het sferische aspect iets minder uit de verf deed komen was het feit dat de zon buiten nog scheen en het donkere en duistere van Samaris' muziek iets minder uit de verf kwam.

Ondertussen was het acht uur en Múm speelde een show in de Fríkirkjan, een iets kleinere locatie en dus een gigarij die zich helemaal rond de kerk krulde en nog een half rondje draaide, gelukkig waren wij op tijd gekomen en stonden we vijfde in de rij, waardoor we zitjes helemaal vooraan konden bemachtigen. Zelden zagen we zo'n geweldige show, aangrijpend, grappig bij wijlen, prachtige muziek en gekke danspasjes bij de hardere nummers. De show duurde twee uur (de langste op Airwaves, op die van Kraftwerk na dan) en het verveelde geen minuut. Uitblinker was een erg energiek 'Toothwheels' en een staande ovatie was het logische gevolg.

Na Múm wilden we de Deense Mo in het kunstmuseum gaan bekijken, maar de rij was te lang om binnen te kunnen, helaas, want we hoorden er alleen maar goede dingen over. Naar Omar Souleyman dan maar, we konden de beste man al eens aan het werk zien op Primavera Sound en wat we toen zagen, smaakte naar meer. Ook de IJslanders lijken de man in hun hart gesloten te hebben en het was dan ook drummen voor "de koning van de Syrische techno", we zagen mensen in djellabah, mensen met hoofddoeken en arafatsjaals, het was duidelijk dat iedereen er klaar voor was. Toen de man het podium opkwam, raakte het publiek in extase, een soort trance of vibe die je zelden tegenkomt in dit land. Ook hoopten we dat er toch een nummer met Björk zou gespeeld worden, ijdele hoop zo bleek, toen we de jongedame iets later in het publiek tegenkwamen.  Crowdsurfers overal (wijzelf incluis), wild extatisch gedans en het beste van de avond, een dansje doen met Björk. Dat was Omar Souleyman tijdens Airwaves.

Hierna was er nog tijd over om naar de oude cinemazaal te trekken voor het optreden van Sin Fang. De jongeman wist te overtuigen met zijn ietwat aparte indierock die we kennen uit zijn plaat 'Flowers' (recensie hier). Met afsluiter 'Young Boys' deed de jongeman wat we van hem verwachtten, zijn nummers op zo'n manier brengen dat ze herkenbaar, maar toch anders klinken. Deze dag zat er met dit laatste optreden alweer op, met het noorderlicht op de achtergrond trokken we de stad in, op zoek naar een van de vele feestjes, en of we dat gevonden hebben.

Aron

woensdag 6 november 2013

Concertverslag: Daughter (AB, Brussel)

Sommige bands trekken nu eenmaal veel tienermeisjes aan. Meestal is dat het teken om zo ver mogelijk uit de buurt van hun liveoptredens te blijven, maar gisteren in de AB was dat wel even anders. Hoe Daughter erin geslaagd was om de grote zaal uit te verkopen zonder Belgische media-aandacht (Duyster telt in deze niet echt mee) en na meerdere passages in België de laatste twee jaar, leek eerst een raadsel. Maar de devote tienerfans hadden wellicht hun beste vriendinnen of liefje meegesleurd en zo gaat de teller snel omhoog. Resultaat: een oorverdovend geschreeuw tussen de liedjes door, gepraat bij de onbekendere nummers en opgestoken gsm's om filmpjes te maken om te pochen bij de vriendinnen. Gelukkig maakte Daughter zelf veel goed.

Al van opener Still daalde er een warme gloed over de zaal neer. Even leek de slechte soundmixing de avond te verpesten (net zoals het voorprogramma Broken Twin hierdoor ten onder ging), maar dit werd redelijk snel gecorrigeerd. Een verrassend overtuigende versie van Love bracht wat meer schwung in de set nadat zowel Still als Amsterdam eigenlijk een beetje te snel werden gespeeld om het juiste gevoel over te kunnen brengen.

Het vervolg bracht een gevoel van troost over na zware pijnigingen door afscheid en liefde. Soms zwaarmoedig, wat later weer licht hoopvol en soms een verlegen uitbarsting van energie. Heel aandoenlijk was ook de verlegenheid van zangeres Elena Tonra, die wellicht overweldigd was door de opkomst en het luide applaus. Toen ze even haar stem verloor, giechelde ze bijvoorbeeld heel verlegen en verontschuldigde ze zich achteraf veel uitgebreider dan nodig.

Na Love volgde de hoogtepunten mekaar op, met publiekslievelingen Landfill en Candles van haar vorige EP, en opener en afsluiter van haar nieuwste plaat Winter en Shallows, waarbij vooral de subtiele snelheid- en ritmeverandering op een achtergrond van ambient klanken veel indruk maakten. Nadien werden mooie momenten afgewisseld met nummers waar het publiek iets apathischer bij bleef. Zo waren nummers als Human en vooral afsluiter Home op zich goed, maar verstoorden ze eigenlijk de opgebouwde sfeer omdat ze wat meer tempo en vrolijkheid in zich hebben (al is dit relatief bij Daughter) . Ook "grote hit" - afgemeten aan de meekelende massa - Youth miste wat pit beseften we, mijmerend over hoeveel beter haar EP-versie van dit nummer is. De zoveelste cover van Get Lucky als bisnummer hoefde al helemaal niet, een briljant nummer als Lifeforms had veel meer bijgebracht.

Wanneer Elena Tonra zich echter achteraf opnieuw verontschuldigt voor hun prestatie (er zaten inderdaad wat foutjes in hun set, maar daar hoefde ze zich echt niet druk over te maken) is dat excuus meer dan aanvaard. Het was namelijk een concert om bij weg te dromen. Een dik uur afgezonderd van de buitenwereld, waarbij je na een tijdje besefte dat je liever niet meer naar buiten wilde, naar die enge, boze wereld waarover gezongen wordt, maar liever de pijn in een sfeer van troost en muzikale poëzie door je lichaam voelt stromen.

Setlist:

Love 



Maarten

Festivalverslag Iceland Airwaves 2013 - dag 2

Op deze tweede dag stond er heel wat op het programma, maar hetgeen dat het meeste tot de verbeelding sprak was ongetwijfeld het optreden van Ólafur Arnalds samen met zanger Arnór Dan Arnarson en het Icelandic Symphonic Orchestra. Maar ook Diana, Vök, Hjaltalín en Jagwar Ma mochten hun opwachting maken.

Het eerste optreden stond al geprogrammeerd om 12 uur 's middags en werd verzorgd door de IJslandse band Árstidir. Akoestische neofolk, gekenmerkt door de prachtige samenzang tussen de zes heren. Een optreden om in te kaderen was het, zeker toen het zestal de instrumenten liet voor wat ze waren en a capella verder ging. Daarna vonden we onze weg naar de universiteitsbuurt waar in de studentakjallarinn een optreden van Diana plaats had. Na even zoeken vonden we de toffe, bruine kroeg en staken de Canadezen, die met 'Born Again' hier al een single van de week scoorden, van wal. We omschreven hen toen als "Jong, hip en Canadees" en dat waren ze ook. Verbluffende elektronica en mooie zang van Carmen Elle zorgden voor een gesmaakt optreden, alleen jammer dat lang niet alle nummers van hetzelfde niveau waren.

Op aangeven van een nieuwe IJslandse vriend gingen we de jonge, nieuwe band Vök gaan bekijken in een hotel aan de haven. Dit duo, dat voor de  live-optredens een trio werd, heeft dit jaar het plaatselijk rockconcours gewonnen (voorgangers waren oa Of Monsters and Men, nvdr) en dat was precies niet gestolen. Ze deden ons een beetje denken aan The XX, maar dan op zijn IJslands, met wat natuurgeluiden er doorheen, we schaften ons prompt hun debuut-EP aan, en het moet gezegd, straf spul (de recensie mag u hier binnen afzienbare tijd verwachten). In het zelfde hotel was het een uur later de beurt aan reggaeband Ojba Rasta. Aan elkaar geschreven, is het IJslands voor afschuwelijk eten, toch konden we de noten die uit hun boom vielen wel smaken, ook al zijn we geen rastafari. Misschien wel daarom dat het ons niet het hele optreden kon boeien.

Om zeven uur trokken we dan met toegangsbewijsje in de hand (voor sommige, exclusieve dingen moet je bijbetalen) naar de operahal voor het optreden van Ólafur Arnalds. Ook de openingsact, verzorgd door het IJslandse symfonieorkest, mocht er best wezen. Ze brachten hun eigen interpretatie van de vier seizoenen van Vivaldi en we genoten uitermate van deze uitvoering. Na de intermissie maakte klassiek plaats voor neoklassiek en kwam Ólafur Arnalds het podium opgekropen, met zijn band en in de achtergrond het orkest. Ólafur sprak het publiek aan in het IJslands en kwam na een vijftal minuten tot de conclusie dat vijfenzeventig procent van de mensen hem niet begreep. Hij ging dan in wat stuntelig Engels verder en vroeg net als altijd aan het publiek om even de grondtoon van het eerste nummer te zingen.

Iedereen was aan zijn stoel gekluisterd en je kon een speld horen vallen in de zaal. Topnummers zoals "Hands be still" en "Only the winds" passeerden de revue en kenden een mede dankzij de begeleiding van een volledig concert klonk het geheel veel voller en overweldigender. Op het einde kwam zanger Arnór Dan (die we kennen van Agent Fresco) het podium opgewandeld, wat betekende dat er heel wat nummers van de nieuwe plaat 'For Now I Am Winter' zouden gaan volgen. Met het gelijknamige nummer toonde Arnór meteen zijn klasse als zanger en natuurlijk hoorden we ook een geweldig "Old Skin". Eerst liep het nog mis bij dat nummer, wat precies weten we niet, maar om een bepaalde reden viel Arnór te laat in. Bij de tweede poging liep het dan gelukkig wel gesmeerd en kregen de muzikanten een welverdiende staande ovatie. Het bisnummer was traditiegetrouw "Lag fyrir ömmu", waarbij Ólafur zijn ouders in het publiek aansprak en een heel emotionele versie van het lied volgde. Een van de beste optredens tijdens deze Airwaves.

Natuurlijk viel er na Ólafur ook nog heel wat te beleven zoals het optreden van Hjaltalín. De nieuwe cd van deze IJslanders, 'Enter 4', behoort tot de absolute toppers van het afgelopen jaar en ook live konden ze absoluut bekoren. Er werd afgetrapt met "A Crack in a Stone" (Single van de week) meteen viel op dat deze band er eentje is dat nooit zal teleurstellen. Goede songs, prachtig uitgevoerd en een présence om u tegen te zeggen. Ook het publiek kon het smaken, zeker toen zangeres Sigridur Thorlacius het nummer 'Halo' van Beyoncé coverde, ging het dak er af. Wanneer komen deze mensen eens naar België?

Na het geweldige optreden van Hjaltalín trokken we naar Idnó, een klein huisje aan Tjörnin (een meer in het centrum van Reykjavík, nvdr.) voor het optreden van Stealing Sheep. Deze Britse meidengroep bood een goede afsluiter van de dag, stelden niet teleur met hun dromerige indiepop en kwamen bij wijlen heel grappig uit de hoek. Goed optreden dus, niet top, maar zeker een band die we nog eens willen zien.

Aron

dinsdag 5 november 2013

Festivalverslag: Iceland Airwaves 2013 - dag 1

Vorig jaar waren we zo blij als een kind toen we vernamen dat we eindelijk naar Airwaves gingen, dat ietwat ongekende festival rond de poolcirkel. De ervaring was danig onvergetelijk dat we dit jaar opnieuw wilden gaan en dus deden we dat dan maar, boekten een ticket, probeerden onze vrienden te overtuigen mee te komen, om dan toch alleen het vliegtuig op te stappen. Geen erg, want een festival dat namen kan brengen zoals Omar Souleyman, Kraftwerk, Ólafur Arnalds, Emiliana Torrini, For A Minor Reflection, Ásgeir Trausti en Samaris en waar bovendien een heel gezellige sfeer hangt, daar zeggen we geen neen tegen.

Airwaves is een festival waar er naast het officiële programma, zo'n 250 optredens, ook nog eens plaats is voor een hele rits optredens (750 dit jaar) in hartje Reykjavík. Elk uur stromen hostels, boekenwinkels, hotels, restaurants, platenwinkels en cafés vol met kijklustige festivalgangers, die hopen de volgende wereldster in een zo klein mogelijke locatie te zien. Of de jongens van Saytan, die vrijwel letterlijk vijf man en een paardenkop naar "The English Pub" lokten, de volgende wereldsterren zullen worden, lijkt ons onwaarschijnlijk. De IJslanders maakten er een wedstrijdje ram zo hard als je kan op je instrumenten van, wat resulteerde in de creatie van een oorverdovend geluid, interactie met het publiek was onbestaande (gitarist Sigurvin Edgard Pálsson stond heel het optreden met zijn rug naar het publiek) en we waren dan ook gelukkig toen de laatste noten uitgestorven raakten.

Op naar het volgende op de agenda dan maar, en het was meteen een klepper van formaat. Emiliana Torrini maakte haar opwachting in KEX Hostel. Helaas voor ons was het er traditiegetrouw weer erg drummen en was er maar weinig te zien van de erg kleine Torrini. Edoch, muzikaal klonk het allemaal heel erg sterk, en ook de nieuwe nummers uit Tookah konden bekoren. Wat ook kon bekoren was het optreden van For A Minor Reflection, deze postrockende IJslanders traden op in de kleine doch gezellige bar 'Kaffibarinn'. Voor ons de eerste keer dat we dit viertal aan het werk konden zien en het was er meteen boenk op. Strakke soundscapes, goed uitgebalanceerde nummers en een erg enthousiast publiek dat volop mee headbangde en de strakspelende groep antwoordde met een tinnitusopwekkend applaus na elke song.

Het was ondertussen al zes uur en de zon was zich al achter de hoogste fjorden gaan verstoppen, gewapend tegen de koude trokken we naar Hlemmur Square Hostel voor het optreden van het Duitse duo Me and My Drummer. Vorig jaar verkozen wij hun debuutalbum 'The Hawk, The Beak, The Prey' (de recensie lees je hier) tot album van het jaar en een optreden van hen missen, zat er dus absoluut niet in. Ongelijk hadden we absoluut niet, want het tweetal wist te verleiden met het sensuele 'Don't Be So Hot', op te zwepen met het sterk opbouwende 'You're A Runner' en te verbazen met een exquise uitvoering van 'Runner (Reprise)', dat op plaat niet echt ergens naartoe gaat, maar live omgebouwd wordt tot een apotheose van jewelste.

Daarna was het tijd om het officiële parcours te gaan verkennen en eerste op de lijst stond was Grísalappalísa, naar het schijnt een IJslandse superband bestaande uit enkele levende legendes waar we er geen enkele van kennen. De show zelf was aangenaam losgaan op de rock'n'roll die het vijftal op ons losliet. Allemaal niet te serieus te nemen en op die manier erg ontspannend en leuk. Agent Fresco die Grísalappalísa opvolgden in het kunstmuseum, met voorsprong onze favoriete venue, komt ergens dit jaar met een nieuw album op de proppen en kregen een uitstekende gelegenheid om enkele nieuwe nummers op het publiek los te laten. En of ze dat deden, de twee nieuwe nummers, de namen ontglippen ons even, die de zaal ingestuurd werden, konden ons zeker bekoren en het publiek was ook behoorlijk enthousiast. Zonder meer een album om naar uit te kijken dus.

De prachtige concerthal Harpa was de volgende stop op onze route voor het concert van Samaris. Het nieuwe wonderkind van de IJslandse muziekscene. Met subtiele elektrobliepjes, zweverige zang en een toch wat beangstigende klarinet er tussendoor slaagde het onconventionele drietal er in om een geweldige David Lynch-achtige sfeer te creëren en tegelijk dansbaar te blijven. Hou deze jongens dus maar in de gaten. Bloodgroup mocht Samaris komen aflossen en deed dat absoluut met verve, al was het moeilijk om de focus op de muziek te houden, aangezien de knappe zangeres Sunna Þórisdóttir ons trachtte af te leiden met erg verleidelijke danspasjes. De synthpop/indietronica die het quintet op ons los liet was niet te versmaden. Absolute hoogtepunten waren "My Arms", "Nothing is written in the stars" (single van de week geweest), "A Threat" en "This Heart". 


De avond afsluiten deden we met een knal, geheel verzorgd door mensen die we ondertussen feestproffesionals kunnen noemen: FM Belfast. Op plaat misschien nog wel wat lounge-achtig, maar live een gegarandeerd feestje en ook deze keer wist het talrijk opgekomen publiek niet wat het overkwam. Confettikanonnen, opzwepende beats, de gekke danspasjes van "The Dancing Bureaucrat" en het obligate in het ondergoed rondlopen tijdens "Underwear". Het publiek werd absoluut wild en zelfs wij wisten niet meer waar we het hadden, het was niet de eerste keer dat we hen live aan het werk zagen, maar het was absoluut wel de allerbeste keer, wat het precies was, weten we niet, maar de band leek gekker te doen dan anders, nog opzwepender te zijn dan anders. Toen de laatste noten van bisnummer "I don't want to go to sleep either" uitgestorven waren, zat de eerste dag van Airwaves er al weer op, de festivalgangers trokken de stad in op zoek naar afterparties of in sommige gevallen slaap.
Aron

zondag 3 november 2013

Single van de week: Until The Ribbon Breaks - Romeo

Enkele weken terug waren we al onder de indruk toen we 2025 (zeker opzoeken) van Until The Ribbon Breaks voor het eerst hoorden. Until The Ribbon Breaks is het eenmans-RnB-project van Welshman Pete Lawrie, die voornamelijk opvalt met zijn engelenstem. Nu is er nieuwe single Romeo en hij is weerom meer dan genietbaar!


Concertverslag: Crystal Fighters (The Big Live, Antwerpen)

Ik moet eerlijk bekennen dat ik weinig heb met Jim tv en het mij gestolen kan worden dat Eline De Munck, Sean Dhont en hun twee vriendjes een week live televisie maken. Als er echter in dit kader een gratis optreden van Crystal Fighters wordt aangeboden, ben ik aanwezig. Zeker de dag nadat ik ze had gemist in de vooruit door de schuld van de heren van 65daysofstatic.

Het was de tweede maal dat ik de mannen en vrouwen van Crystal Fighters aan het werk kon zien. Van de vorige keer wist ik nog dat hun specialiteit ‘de boel laten ontploffen’ is. Hetzelfde enthousiasme werd door de band zeker terug aan dag gelegd. Het was weer genieten van de beste songs van zowel het eerste als het tweede album. Daar ik net iets te laat was, begon het voor mij met Follow. Er werd gegrasduind langs singles als Plage en You & I, maar ook album tracks als I Love London, Champion Sound en Are We One passeerden de revue. Enkel de samenwerking met Feed Me, Love is All I Got, werd gemist, maar dit was misschien gespeeld voor ik er was. De reguliere set werd afgesloten met een uiterst dansbaar Xtatic Truth.


Op aangeven van Eline De Munck kwamen ze nog terug voor Wave. Niets op aan te merken dus eigenlijk, maar toch overtuigde het optreden niet helemaal. Ze hadden dan ook nogal last van het ‘gratis optreden publiek’-syndroom. Zoals elke muziekliefhebber al wel eens heeft meegemaakt staat er net voor u iemand over de muziek te tetteren of is maar de helft van de aanwezigen bereid mee te klappen. Een goed optreden dus, maar, zonder er zelf veel fout aan te doen, geen echte explosie waar het dak eraf ging.

Aroen

zaterdag 2 november 2013

Concertverslag: 65daysofstatic (Het Depot, Leuven)

Terwijl er in Ijsland gewerkt wordt voor onze blog, staan we hier in België ook niet stil. In september konden we er niet bij zijn in de handelsbeurs, dus moesten we op deze vrijdagavond wel richting het Depot voor 65daysofstatic. We hebben ze nu al meerdere malen gezien, maar hun platen blijven verrassen en hun liveshows even spetterend. De nieuwe plaat kende een terugkeer weg van de elektronica zonder deze helemaal te vergeten, iets wat op plaat wonderwel werkt. Nu nog zien of het live even straf was.

De openers voor deze avond waren de Aussies van sleepmakeswaves, die een opzwepende, iets hardere vorm van postrock brengen (denk (eerste platen van) 65daysofstatic, God Is An Astronaut en vooral And So I Watch You From Afar). Laat dit nu net een vorm van postrock zijn die mij zeker aanspreekt. Door het ontbreken van de cliché opbouw van postrocksongs knalden de songs van begin tot einde. Tof voorprogramma dus, zou het niet erg vinden ze nog eens te zien.

Dan was het dus tijd voor de hoofdact. De set werd onmiddellijk geopend met een nieuwe song, namelijk opener van Wild Light, Heat Death Infinity Splitter. De songs van de nieuwste plaat zoals Prisms, Taipei en The Undertow werden lustig gemixt met oudere zoals Crash Tactics en Dance Dance Dance zonder dat er een niveauverschil te bemerken was. Het was zoals we gewend zijn weerom een straf optreden van de mannen van 65daysofstatic. Helemaal niets op aan te merken.


Het enige nogal grote minpunt van de avond, was dat we vervroegd moesten vertrekken om onze trein te kunnen halen. Enkele van onze favoriete songs kregen we dus niet te horen, bijvoorbeeld The Distant and Mechanised Glow of Eastern European Dance Parties, Tiger girl, Radio Protector en Retreat! Retreat!. Als we dan kijken naar de setlist van vorige optredens zien we dat de kans op minstens één van de laatste drie er zeker in zat. Jammer dus, maar het leek of de mannen wisten dat ik vroeger weg moest. Ze speelden net voor ik vertrok namelijk een versplinterende versie van Sleepwalk City. Een mooi afscheid van een veel te korte avond!

Aroen