zaterdag 30 maart 2013

Single van de week: Chloë and the Lonesome Cowboy - four in the Morning

Het is zaterdag en dat betekent een nieuwe single van de week. Deze keer komt die uit eigen land. Het mooie en dromerige 'Four in the Morning' van Chloë and the Lonesome Cowboy.




vrijdag 29 maart 2013

Feat.

Nog eens een klein lijstje met nieuwe muziek, deze keer enkele opvallende elektronische samenwerkingen.



- M83 feat. Susanne Sundfør - Oblivion

Een nieuwe film met Tom Cruise: normaal niet iets waarvan wij spontaan heel erg enthousiast worden, maar deze keer ligt het toch ietsje anders. De reden hiervoor is de soundtrack, van de hand van M83, een van onze all time favourites. Nog blijer werden we toen we vernamen dat ze voor deze titeltrack, in navolging van genregenoten Röyksopp, zouden samenwerken met de bij ons evenzeer heel geliefde Susanne Sundfør. Het niveau van 'Running to the sea' haalt het niet (dat is dan ook bijna onmogelijk), maar toch, heel goednummer!



- Rex The Dog feat. Jamie McDermott - Do you feel what I feel

Dat we hier fan zijn van The Irrepressibles is voor de vaste volgers ondertussen wel al duidelijk, en ook in dit elektronisch nummer, met achter de knoppen Rex The Dog (die ook we al enkele toffe nummertjes op zijn palmares heeft staan) brengt zanger Jamie McDermott het er heel goed vanaf!



- Buscemi feat. Daan - La chatte

Ook dichter bij huis kunnen ze er wat van. Daan mag zich op dit uitstekende nummer nog eens in het Frans uitleven.

http://www.youtube.com/watch?v=Fji0E9Kh_zc

Corneel

woensdag 27 maart 2013

Review: Ólafur Arnalds - For now I am winter

Na zes jaar en een tiental eigen albums, besloot Ólafur Arnalds een nieuwe wind te laten waaien door zijn muziek, omdat hij zijn typische muziek wat beu was geworden. Zijn piano en strijkers krijgen voortaan het gezelschap van computerbeats, af en toe een synthesizer,... en een stem zowaar! Live kon je al zien dat deze IJslandse man graag een van zijn handen van de piano haalde om op een sampler of laptop te tikken, deze keer brengt hij dat ook op de voorgrond op zijn nieuwe plaat: For Now I Am Winter. Zijn eigen stem gebruiken vond hij wellicht niet kwalitatief genoeg, en dus haalde hij een van de vele andere IJslandse topmuzikanten erbij: Arnór Dan. Zijn stem, die wel een aantal octaven aankan, kennen we vooral van Agent Fresco (die we ook ten zeerste aanraden!).


Een verandering van stijl doet fans altijd een beetje angstig uitkijken. Maar deze koersverandering was op zich misschien wel wenselijk, op zijn laatste filmscore waren namelijk al een paar melodieën te horen die ons deden denken aan eerder werk. En laten we eerlijk zijn, het is ook geen u-bocht, eerder een verbreding van de weg.
Daar is hij zich duidelijk ook bewust van. Het eerste nummer op zijn plaat heet Sudden Throw net om het idee van verrassing door het nieuwe geluid uit te drukken. Dat kunt u hem overigens ook zelf horen vertellen, want aan het eind van het album vertelt hij in een dik kwartier over zijn nieuwe nummers. Zo is Brim een van zijn enige nummers waarbij het eindproduct exact is geworden wat hij voor ogen had, en dat vond hij best aangenaam. De verdere uitleg gaan we niet verklappen, dat laten we aan hemzelf over.
Zoals zo vaak sluiten alle nummers perfect bij mekaar aan. Na de ambient-intro die Sudden Throw eigenlijk is, eist een zwierig strijkersensemble de aandacht op in Brim. For Now I Am Winter vormt nadien het eerste nummer met zang van Arnór Dan, en ook een van de meesterwerkjes op het album door een fantastische elektronische intro die overgaat in piano en breekbare zang. Met de drums en strijkers erbij komt dit nummer tot een soort van rustige apotheose.
Die combinatie horen we eigenlijk heel het album lang, afgewisseld met enkele stukjes eenzame instrumenten, die pijn doen in het hart. Het grote verschil met zijn vorige werk is wel dat je sommige nummers ook apart kan beluisteren, zodat hij ook een eerste single heeft uitgebracht. Old Skin is een nummer waar de melancholie van afdruipt. "In these hands I'll hide/while this world collides/it's not enough for me" krijgen we mee, terwijl de wanhoop niet enkel meer uit Arnalds' violen komt, maar ook uit Arnórs stem.
Naast de uitleg over de betekenis over zijn nummers, kregen we vooraf ook informatie in een filmpje hoe hij Only The Winds, nog een nummer van de oude stempel trouwens, heeft gemaakt. We komen onder andere te weten dat in dit nummer, waar de pracht eigenlijk in de eenvoud zit, een goede 180 stems te vinden zijn. Via www.onlythewinds.com kan u trouwens zelf aan de knoppen van de producer zitten, en er loopt ook een wedstrijd voor de fans om dit nummer te herwerken. Net zoals hij trouwens 4000 dollar weggeeft aan de beste videoclip voor This Place Was A Shelter. Interactie met de luisteraars is typisch Olafur Arnalds.
Hoewel enkele songs apart te beluisteren zijn, raden we toch aan om dit album in zijn geheel te beluisteren. Elk nummer is bloedmooi en slaagt er opnieuw in om tot diep in de ziel te dringen. Door de meerdere lagen die zijn muziek nu telt, zouden we trouwens durven zeggen dat dit misschien wel zijn beste plaat tot nog toe is. We krijgen er in ieder geval erg veel zin door om hem tijdens Les Nuits Botanique in mei nog eens te gaan bekijken. 

Maarten





zondag 24 maart 2013

Single van de week: Sin Fang - Look At The Light


Brennisteinn van Sigur Rós kennen de meeste van onze volgers ondertussen waarschijnlijk wel al, dus mag de schoonbroer van jonsi onze single van de week afleveren.

donderdag 21 maart 2013

Concertverslag: Poliça (AB)


Dit optreden was er een waar we tickets voor kochten, maar niet zeker van waren of we wel zouden gaan. We wisten immers niet wat te verwachten en dachten: "Als ze op airwaves goed zijn, gaan we naar de AB, anders niet". Helaas annuleerden ze hun optreden in Reykjavík, nee dat had niets te maken met Sandy, omdat ze op dat moment in 'Later Live...with Jools Holland' mochten optreden. Nu ja, niet getreurd en op naar de AB. En al helemaal niet getreurd want we zagen zeker geen slecht concert.
Aangezien we al de hele dag in Brussel vertoefden, arriveerden we vroeg in de AB, heel vroeg zo bleek. Geen volk aan de ingang, geen volk aan de lockers en in de zaal waren de spreekwoordelijke vijf man en een paardekop komen opdagen. De AB was gehuld in een ongekende sluier van stilzwijgen, zelfs de dj leek van verveling in slaap gesukkeld en bijgevolg werden er geen deuntjes de zaal in gestuurd. Dat was, voor ons althans, ongezien.

Ook ongezien: Poliça liet het gordijn naar beneden voor hun soundcheck. Het publiek, wij incluis, verwachtten nu toch wel een speciale setting, maar toen het doek openging, maakten we kennis met de erg minimalistische setting van de Amerikanen. Er zal gespeeld worden met lichteffecten e.d. denkt een man dan al gauw, maar ook dat bleek iets nihilistischer uit te vallen. Zo was de enige spot gericht op zangeres Channy Leaneagh en moesten de andere bandleden, bassist Chris Bierden en twee drummershet met een bestaan uit de spotlights stellen.

Poliça stak van wal met 'The Maker' en daarna volgde 'Raw Exit'. Huh, welk? Inderdaad een nieuw nummer, en zo zouden er nog enkele volgen. Allemaal nummers die aansluiten bij hun vorige cd 'Give you the Ghost', niet echt vernieuwend dus, maar ja, hun vorige album was dan ook allesbehalve slecht. Bovendien leek Leaneagh erg opgetogen (zou die geur van opgerookt gras die we ontwaarden daar voor iets tussen zitten?) en danste en dartelde ze erg lieflijk en vrolijk van hot naar her op het podium. Ook 'Smug' was een nieuw nummer dat uit een ouder vaatje tapt. De eerste nummers deden al wat denken aan moderne reggae, gemengd met elektronica en indie. Het lijkt wel een keukenrecept.

Nadien was het even wachten op een volgend hoogtepunt, dat kwam er met 'Fist, Teeth, Money' en 'Dark Star'. Die laatste is veruit hun populairste nummer. Het publiek kon het allemaal best wel smaken en er volgden enkele reggae-getinte dansmoves in het publiek. 'Dark Star' werd ook ietwat aangepast ingeleid. Zoals u op de setlist kan lezen begon het met een a-cappellastukje van Channy Leaneagh en nadien vielen de muzikanten in.

'Happy Be Fine' werd even verduidelijkt voor het publiek. Wij begrepen niet goed wat de Amerikanen bedoelden, misschien lag dat aan onze korte aandachtspanne, maar blijkbaar gaat het lied over het feit dat je niet gelukkig moet zijn als dat je toch miezerig maakt. Dan doe je er beter aan om je ongelukkig en gewoon "fine" te voelen. Begrijpe wie kan. Dit alles deed geen afbreuk aan de kwaliteit en we kunnen bassist Chris Bierson alleen maar lof toejuichen. Wat een geweldige bassist.

De reguliere set werd afgesloten met 'Lay your Cards Out' en 'Amongster', twee van onze favoriete nummers en we genoten dan ook van dit moment. We verwachtten niet echt een encore, we hadden namelijk geen idee welke nummers ze nog konden spelen. Achteraf bleek ook dat ze niet echt een bisnummer voorzien hadden. Toch kwamen ze nog eens terug en speelden nog een nummer. Een nieuw dan nog wel 'Tiffany'. We hebben geen idee meer hoe het ging of waarover.
En daar ligt het probleem. We vonden het geen slecht concert, maar we hebben geen idee meer waarom, we hebben geen idee meer wat het goed maakte. En net dat maakt het matig. Het concert zweefde heel erg in het moment, na afloop was het echt gedaan en bleef het niet hangen. Of nee, toch wel, als een vage herinnering blijft het concert steken in zijn eigen heden, ons verleden. En nee, dat heeft helemaal niets te maken met dranken of producten die de geest benevelen. Poliça live kunnen we aanraden, absoluut, en je zal het goed vinden, alleen zal je geen idee hebben waarom. Ofwel geldt dat alleen voor ondergetekende, ga eens kijken op Pukkelpop en oordeel zelf.

Aron


zondag 17 maart 2013

Concertverslag: Foals (AB)


Er is een bekende keten van chocoladebars met een Latijns-Amerikaans geïnspireerde naam in Vlaanderen en hun slogan is “There’s more to life than chocolate, but not right now!” Dit is dan ook weer een slogan die past bij het optreden van Foals vrijdagavond in de AB: “There’s more to live than music and concerts, but not for this hour and a half!”

Beginnen doen we zoals altijd met het voorprogramma. We hebben misschien de reputatie nooit echt positief te zijn over voorprogramma’s, maar deze keer was het echt niet goed. Mij deed het denken aan Animal Collective (sorry voor de AC-fans die dit onterecht vinden) en zij die mij kennen, weten dat dit al geen goed voorteken is. Soms nam de man die de beats verzorgde even over en werd het eventjes aangenaam dansbaar, maar deze momenten waren zeldzaam. Ik was blij dat het gedaan was en keek uit naar het begin van Foals

Het was de tweede maal dat we Foals aan het werk zagen, met het verschil dat we ze nu al veel beter kenden. Toch waren we ook die eerste keer op Dour 2011 al van onze sokken geblazen. De mannen van Foals lieten de uitverkochte AB onmiddellijk zien dat dit een geweldige avond ging worden met de openingscombo van het instrumentale Prelude en Olympic Airways. De sfeer zat er meteen in voor het voltallige publiek.

Het hoge niveau werd aangehouden en ze bewezen dat nieuwe tracks als My Number en Milk & Black Spiders perfect naast het oudere werk als Miami kunnen. Hoewel de sfeer er al van in het begin in zat ontplofte de bom pas echt bij Balloons van de debuutplaat van Foals. Hoewel ik het hier vergelijk met een bom, zou ik als vergelijking een aardbeving gebruiken, want na deze schokgolf volgden er nog hoogtepunten die als naschokken door het publiek gingen. Eén van die hoogtepunten was de nieuwste single Late Night. We kennen de plaat nog niet van voor naar achter en van achter naar voor, maar het lijkt ons de beste song van de nieuwe plaat.

Het absolute hoogtepunt moest dan nog komen. We zijn misschien niet bijster origineel als we het zeggen, maar Spanish Sahara blijft naar ons aanvoelen de sterkste song van Foals. Het heeft misschien een klassieke opbouw met van traag en rustig naar een apotheose, maar net als in 2011 zorgde deze geweldige song voor het hoogtepunt. Om onze metafoor door te trekken, een 9,6 op de schaal van Richter (geologen snappen dit wel en ik weet dat het momentmagnitude moet zijn)!

Niet dat het hierna inzakte, allesbehalve. Het ging aan een hoog tempo door naar de knaller van een afsluiter die Electric Bloom is. Enkele minuten later waren de mannen echter terug voor een toegift. Eerst het rustige Moon van de nieuwe plaat dat onmiddellijk werd gevolgd door de ijzersterke eerste single van Holy Fire, Inhaler. Deze laatste deed samen met afsluiter Two Steps Twice de AB nog een laatste keer ontploffen. Iedereen in de zaal leek ervan te hebben genoten, ook de mannen zelf. Bij sommige songs was zanger Yannis bijna meer in het publiek te vinden dan op het podium waarbij hij zelfs een rondje over het eerste balkon maakte.

Alhoewel sommigen mij raar aankeken bij deze uitspraak na al twee fantastische optredens dit jaar van The Irrepressibles en vooral Delphic, maar dit was voor mij het beste optreden van 2013 tot nu toe. Het niveau deed me zelfs denken aan het optreden van Bloc Party in de AB in 2009, wat veel moois belooft voor de festivals deze zomer waar we ze zeker verwachten.

Normaal sluiten we nu onze review af, maar net als bij het eerder vernoemde optreden van Bloc Party, was er vrijdag ook een Late Night show in de AB club. Deze werd verzorgd door Egyptian Hip Hop, een Brits indie/elektropop-bandje. Het was geen geweldig optreden, maar bepaalde songs waren echt wel beter dan doorsnee. We denken hierbij vooral aan het prachtige Yoro Diallo. Ook een topper was de prachtige peignoir van de zanger, “Waar is er zo’n winkel?” zou ik zeggen. Werk hebben deze mannen zeker nog, maar potentieel is er zeker ook. Nu konden ze mij echter nog niet overtuigen om een uur langer op mijn trein te wachten door hun optreden tot de laatste noot te beluisteren.

Tot slot zou ik dit nog willen zeggen. De AB was hopeloos uitverkocht en ook wij hadden geen ticket. Erik, die af en toe een prachtige Don’t Look Back In Anger voor onze blog schrijft over bijvoorbeeld David Bowie, The Clash en Siouxsie and the Banshees, sukkelt al een tijdje met zijn knie en mag nog tot eind maart niet naar optredens. We danken hem dan ook van harte dat we zijn ticket mochten overkopen en hadden het hem van harte gegund van zelf dit optreden mee te maken. Veel beterschap en we beloven u nu al een pint op Dunk!, Erik!!

Aroen

donderdag 14 maart 2013

Don't look back in anger : Siouxsie and the Banshees



Siouxsie and the Banshees : een 'vergeten' gezicht van het post-punk tijdperk

We schrijven eind jaren 70, de punk golf lijkt een beetje voorbij. Hoewel velen beweren dat Punk nooit gestorven is, is het alleszins wel zo dat rond 1977 het beste er wat af was. In die periode ontstonden bands die een beetje de variatie van het genre brachten. Nog steeds wild om zich heen slaan, maar muzikaal veel technisch hoogstaander van aankleding, om het zo uit te drukken.
 

Een van de meest bekende was wel Joy Division. In hun kielzog ontstonden vele andere bands. Eentje sprong heel erg in het oog, Siouxsie and the Banshees (uit te spreken als 'Soezie') en dit was in grote mate de verdienste van zangeres Siouxsie Sioux die niet alleen door haar beklijvende stem, maar ook door haar kledij en uitstraling tot de verbeelding sprak. In de band speelden ook een paar bekende gezichten, zo zat Sid Vicious achter de drums in 1976, en ook Robert Smith (The Cure) heeft een tijdje als 'inval gitarist' gespeeld bij Siouxsie and the Banshees. 

De groep kwam in het oog bij John Peel en dit heeft hen geen windeieren gelegd. Ze brachten twee LP's uit en de single Hong Kong Garden, een eerste bescheiden hit en een zekere doorbraak naar een alternatief publiek toe.
 

Hun invloed op later meer bekend geworden groepen binnen het genre was vrij groot, ze hadden niet enkel een vinger in de pap bij de zogenaamde post-punk, ook in het new wave genre hebben ze hun sporen verdiend. In de periode 1977-1981 brachten ze pareltjes van albums uit die mogen gezien worden als post-punk klassiekers, zoals daar zijn Juju (1981) en het magistrale Kaleidoscope (1980). Het waren ook hun meest succesvolle jaren, ook al bracht het geen enorme commerciële successen met zich mee in tegenstelling tot bijvoorbeeld The Cure in die periode.

Dat Siouxsie and the Banshees niet vies zijn van experimenteren bewezen ze in 1982 met Kiss in the Dreamhouse waar hun psychedelische kant wat boven kwam.

Buiten Siouxsie zelf is de bezetting nooit echt vast geweest, vele gitaristen passeerden de revue. De meeste aandacht ging dan ook uit naar de frontvrouw van de band.


In 1996 hielden ze op te bestaan, en richtte Siouxsie samen met Budgie (Peter Clarke) The Creatures op. Ook later was Siouxsie solo redelijk succesvol, met de regelmaat van de klok kwamen nieuwe albums uit. In 2002 gaf Siouxsie and the banshees nog een maal een concert reeks, naar aanleiding van hun twintigjarig bestaan, dit resulteerde in The 7 Year Inch.

In juli 2006 tekende Siouxsie een platencontract met Universal wat resulteerde in de single Into a Swan en het album Mantaray. We schrijven 2007, hierna volgde een vrij succesvolle tour die haar o.a. naar AB in Brussel bracht waar ze bewees nog verre van versleten te zijn, integendeel. Ook enkele festivals volgden, waaronder Lokerse Feesten.

Hoewel Siouxsie and the banshees net iets minder bekend zijn bij het grote publiek dan hun generatie genoten The Cure, Sisters of Mercy en zelfs Nick Cave and the bad seeds hadden en hebben ze nog steeds, een enorme invloed op latere bands gehad. Artiesten als Jeff Buckley, Morrisey, Massive Attack en Tricky zijn maar een enkele voorbeelden van bands en artiesten die beweren door Siouxsie and the Banshees  te zijn beïnvloed. 

Siouxsie gaf door haar uitstraling en charisma op het podium en er naast, en door de muzikale omlijsting, het genre post-punk en new wave mede een gezicht. We zeggen inderdaad niet 'de band' want eigenlijk was Siouxsie de spil rondom Siouxsie and the Banshees, hoewel haar Banshees eigenlijk wel klasse muzikanten mogen genoemd worden. Waarom zij dan niet zo grote commerciële successen bereikten als bijvoorbeeld The Cure? Dat komt door de eerder experimentele kant van hun muziek die bij Siouxsie and the Banshees net iets meer in de verf werd gezet dan bij hun bekende leeftijdsgenoten. Echt grote tophits hebben ze nooit gescoord, maar de albums van Siouxsie and the Banshees zijn een voor een klassiekers geworden die een hele generatie hebben aangesproken, alleen daarom verdienen ze in de kijker te staan.
 
Erik

woensdag 13 maart 2013

Concertverslag: Steak Number Eight (Vooruit)


Nadat ze via het Britse Metalmagazine Metal Hammer 45.000 lezers bereikten en hen een gratis cd (All Is Chaos) toestopten, gevolgd door een Brits-Franse tour in april en mei vorig jaar, zijn de winnaars van Humo's Rock Rally van 2008 zonder pauze beginnen werken aan een nieuwe plaat. The Hutch is ondertussen klaar en binnenkort ook uit (18/03), en daar hoort uiteraard ook een tour bij, die hen behalve in Duitsland en Nederland (als support act) ook in enkele centrumsteden in België brengt. Zo ook in de Balzaal van de Vooruit.

Het gaat duidelijk hard voor de mannen van Steak Number Eight. Hun gemiddelde leeftijd is nog altijd slechts rond de 20, en een drietal jaar terug stonden ze nog als co-headliner op het minifestival Hooifeesten in godbetert Herenthout, waar iedereen op een veilige afstand bleef van dat onbekende gespuis op het podium. Enkel ondergetekende heeft zichzelf toen met een dagenlange nekpijn opgezadeld. Ondertussen spelen ze de kleine zalen van België en al zijn buurlanden plat.

In Gent hadden ze als opwarmer het Nederlandse Death Letters meegebracht. Missie volbracht: het publiek was wat opgewarmd, en verder hadden ze nog wel een nummer of twee dat indruk maakte. Steak Number Eight zelf teisterde ons eerst met wat monotone noise door de speakers voordat zij hun opwachting maakten. Met Cryogenius begonnen ze hun setlist zoals ze de plaat inzetten. Voor het publiek was dit nieuw en dus braken ze nog geen potten, ook niet met het fantastische Push/Pull, een van hun enige nummers dat vreemd genoeg op plaat beter uit de verf komt dan op het podium. Maar het bouwde perfect op naar wat volgde.

Daarna was het hek namelijk helemaal van de dam. Met Rust, ook nog van The Hutch, gingen de remmen los, waarna Black Fall meteen voor een nieuw hoogtepunt ging. Tweemaal genieten met de ogen dicht en richting einde toe meer en meer headbangen, tot de laatste noot. Even later sloegen ze opnieuw toe met Photonic. De nieuwe nummers vonden makkelijk de weg naar het energiereservoir van de meeste toeschouwers, al namen enkele kortere nummers (Slumber, On The Other Side) de goede mood toch even weg.

Dickhead zorgde voor een explosie in het publiek, en een zeldzaam moment van zeer fijne samenzang (banana, banana, banana, your head is like a banana; You can suck my fucking cock). Uiteindelijk kregen we nog mosh én circle pits te zien door hun nieuwe single Black Eyed. Verder weg van post-rock dan ooit tevoren, maar blijkbaar perfect voor een massale trek- en duwpartij.

Steak Number Eight verliet dan even theatraal het podium, maar geen kat die geloofde dat ze The Sea is Dying en Pyromaniac links zouden laten liggen. Die twee nummers zorgden voor een absolute climax en niemand kon zich er nog van weerhouden een hemelse twintigtal minuten lang alles wat er nog in de tank zat op te gebruiken. Een apotheose van wereldniveau. Zonde van die enkele goede, maar niet fantastische nieuwe nummers. Ach, laten we hopen dat daardoor de nekpijn deze keer niet na vijf, maar slechts na vier dagen voorbij is.

Maarten


maandag 11 maart 2013

Concertverslag: Of Monsters and Men (Ancienne Belgique)

Een concert dat al heel lang gepland was en een waar we, toen we tickets kochten, heel erg naar uitkeken. Naarmate het concert dichterbij kwam, nam dat gevoel toch min of meer af, zo erg zelfs dat we twijfelden om nog te gaan. Maar aangezien we Mugison, die het voorprogramma van Of Monsters and Mens Europese tour verzorgd, graag eens aan het werk wouden zien, trokken we toch richting de Ancienne Belgique. Met een bang hart weliswaar, want we hadden het gevoel dat we het na drie keer wel gezien hadden. Toch bleek die vrees onterecht, kwam het door de lage verwachtingen? Hadden de Stoïcijnen dan toch gelijk? Geen idee, maar in elk geval was het concert van de olijke IJslanders in de AB het beste dat we van hen al gezien hebben.

Maar laten we beginnen met Mugison. Een echte grootheid in IJsland. Zo groot zelfs dat hij geen optredens meer geeft in eigen land, om de tickets wordt immers te veel gevochten, en zich enkel nog toelegt op heel erg exclusieve privéfeestjes. Tenzij natuurlijk, zoals ondergetekende in november mocht meemaken, een superstorm het noordoosten van de VS teistert en daardoor enkele groepen moeten afzeggen voor Iceland Airwaves en er dringend een vervanger gezocht moet worden. Wij kunnen alleen maar getuigen dat er al van lang op voorhand een geweldig lange rij stond en enkele mensen dus teleurgesteld huiswaarts moesten keren.

De muziek die Mugison brengt is folkachtig, zij het met een eigen draai er aan. De man staat alleen op het podium, met enkel zijn akoestische gitaar. Edoch produceert de man een mix van metal, blues en folk gekruid met de geweldige stem van Örn, de zoon van Mugi. Hij blijkt ook over weinig marketingtalent te beschikken. Zo raadde hij aan zijn cd-setje te kopen in de merchandisingstand om er daarna doodleuk aan toe te voegen dat je niet verplicht was om het te kopen als je het geld er niet aan wou geven en dan maar je toevlucht moet zoeken tot the pirate bay en consoorten, een lachsalvo in het publiek was het gevolg. Het concert werd door het publiek ook goed gesmaakt en de man kreeg dan ook een groot en hartelijk applaus.

Tijd dan voor het hoofdprogramma. Voor deze concertreeks had Of Monsters an Men geopteerd voor een heel nieuwe setting. Zo kwamen ze het podium op onder begeleiding van een heel erg oud nummer, iets uit de Twenties. Ook werd er meer met het licht gespeeld en was er een nieuw doek achteraan het podium bevestigd. Een veruitwendiging van de evolutie die de band ondergaan heeft, van kleine, totaal onbekende band, naar een band die wereldwijd succes heeft en moeiteloos zaal na zaal uitverkoopt en die meestal ook volledig platspeelt.

Wij waren, zoals boven vermeld, eerder cynisch, maar kregen uiteindelijk ongelijk, want de band wist nog steeds te boeien van begin tot eind. Iedereen kent ondertussen allicht de nummers van OMAM. 'Dirty Paws', 'From Finner', 'Slow&Steady' en 'Mountain Sound' waren de openers. Bij elk nummer wisselde het tempo, het goed opbouwende 'Dirty Paws', het rustigere 'From Finner' en het trage 'Slow&Steady', met daarna het erg leuke, opzwepende 'Mountain Sound', dat zich lijkt te ontpoppen tot publieksliveling.

Ons kunnen ze onderhand niet meer verrassen, maar het publiek wel nog. Na 'Your Bones', vonden Nanna, Raggi en kornuiten het tijd om 'Skeletons' te spelen. Een cover van The Yeah Yeah Yeahs, een band die bekend staat om zijn vette beats, excentrieke zangeres Karen O en erg slechte optredens. De IJslanders toverden dit nummer om tot een erg tof folky nummer, het publiek was verrast, en kon deze démarche duidelijk smaken.

Nadien wou Nanna het publiek bespelen en vroeg: "You guys speak German and French in Belgium right?" Het publiek kon dit niet smaken en Nanna excuseerde zich uitvoerig. Uiteindelijk ging ze door met de show en vroeg ze hoe je 'love' vertaald naar het Nederlands. Het publiek gaf haar de vertaling en ze leidde hiermee 'Love, Love, Love' in. Na dit rustigere moment ging het tempo opnieuw omhoog met 'King and Lionheart'.

Daarna volgde 'Lakehouse' en dan kwam het moment waarop velen gewacht hadden. 'Little talks', de zaal werd gek en hiermee lijkt onze ergste vrees bewaarheid te worden. De vrees dat deze band, volkomen onterecht, de muzikale geschiedenisboeken zal ingaan als one-hitwonder. Om deze reden hopen we van harte dat deze bende joligaards er in zullen slagen nog enkele hitjes te schrijven. De set werd afgesloten met 'Sloom' en 'Yellow Light', wat altijd leuk is, zeker als het publiek, zoals gisterenavond zin had in een lalala-meezingmoment.

Wij kunnen dus enkel maar besluiten dat OMAM het nog niet verleerd is en nog steeds kan boeien, hoe vaak je hen ook aan het werk hebt gezien. Toch zullen we iets langer twijfelen om een ticket aan te schaffen, mochten Raggi, Nanna, Gunna, Brynjar, Arnar, Kristján en die nieuwe acordeonspeler nog eens een bezoekje aan België brengen, om dan wellciht toch te gaan, te twijfelen naarmate het optreden dichter bij komt en te zagen dat we het nu wel al gezien hebben, om dan een geweldig goed optreden te zien.






Aron

zondag 10 maart 2013

Single van de week: The Veils - Through the deep dark wood


The Veils, een groep waar we wel van houden, komen aandraven met een nieuwe single, en die blijkt volgens ons alvast zeker wel de moeite te zijn!



dinsdag 5 maart 2013

Concertverslag: Delphic (AB club)



De vijfde keer zou het ondertussen worden dat we Delphic aan het werk zien. Een kleine promotie deze keer, van de heel kleine zaaltjes naar de AB box. Of zo was toch oorspronkelijk de bedoeling, want vanwege een teleurstellende verkoop werd enkele dagen voor het optreden aangekondigd dat het zou verplaatst worden naar de AB club, onbegrijpelijk en geheel onverdiend zo bleek achteraf alweer!

De Leuvense nu disco groep Tempogeist had de eer het publiek op te warmen, iets waar ze met verve in slaagden. Een leuk sfeertje hing er toen al in de lucht, en de dansbenen konden bij momenten al een eerste keer los gegooid worden. Het publiek kon het alleszins duidelijk wel smaken, lang geleden dat we zo'n enthousiaste reacties meegemaakt hadden bij een voorprogramma. Ook muzikaal gezien zeker niet slecht trouwens, weinig memorabele liedjes evenwel maar toch enkele toffe, positieve uitschieters.

Nu we toch over voorprogramma's bezig zijn, één van de meest memorabele (onbekende) voorprogramma's die we zelf ooit meemaakten was dat van Bloc Party in de AB in 2009: Delphic. Toen al waren we heel erg onder de indruk van de live-prestatie van deze heren, en slechter is het er sindsdien niet op geworden, in tegendeel.

Nog even dit voor we er echt aan beginnen: de nieuwe cd van Delphic hadden we op voorhand beluisterd, en zorgde er jammer genoeg toch voor dat we er niet 100% gerust op waren. Gelukkig bleken de nieuwe liedjes live een stuk minder uit de toon te vallen dan op plaat. 'Baiya' (een uitstekende popsingle) was een goeie opener, 'Freedom found' en 'Atlas' overtuigden al helemaal, en ook 'Don't let the dreamers take you away', hoewel op zich een heel erg melig nummer, bijna Take That-achtig, werd live een echte bom (of toch zeker het tweede deel ervan). Enkel 'Memeo' wist ons iets minder te overtuigen.

Delphic heeft hét nu eenmaal. Klassieke optredens in de vorm van 'liedje spelen zoals het klinkt op de cd-applaus-pauze-volgend liedje spelen dat ongeveer net zo klinkt als op cd-applaus-pauze-...' zijn we eerlijk gezegd een beetje beu, maar Delphic blijft elke keer verrassen, en houdt zich absoluut niet aan deze vastgeroeste structuur. Elk optreden opnieuw andere versies van de liedjes, die dikwijls op heel toffe en originele manier aan elkaar gemixt worden, en sowieso, in vergelijking met de albumversies, echt heel goeie en dansbare live-uitvoeringen. Maar weinig bands die live voor zo'n meerwaarde zorgen, volgens ons echt wel één van de beste en vooral ook meest onderschatte live-bands momenteel, iets waar ongeveer iedereen die er gisteren bij was het wel mee eens zal zijn, te meten aan het grote enthousiasme bij het publiek tijdens en na het optreden.

Ondanks het feit dat de nieuwe nummers niet al te veel moesten onderdoen, waren het zoals verwacht wel de usual suspects als 'Clarion call', 'This momentary', 'Doubt' (inclusief geweldig opgebouwde a-e-a-o--u-... opbouw, en uiteraard ook inclusief de geniale gitaarriedeltjes in de bridge), 'Counterpoint' en het alles verwoestende 'Acolyte' (live nog steeds een echte knaller!) die voor de hoogtepunten van de avond zorgden. Allemaal even briljant aan elkaar gemixt, en nog geweldiger uitgevoerd.

Na het optreden voelden we ons alleszins heel erg gerustgesteld. Ook al is het nieuwe album dan wel heel wat minder dan het debuut, Delphic heeft nog steeds de gave om de liedjes live enorm veel bij te brengen, en blijft nog steeds één van onze favoriete live-bands, en één van de weinigen die we nooit beu geraken. Qua podiumprestatie is de groep zelfs nog gegroeid, alles gaat zo mogelijk nog vlotter dan vroeger, en vooral ook de stem van James Cook is er een pak zuiverder en betrouwbaarder op geworden. Wat ons betreft zou de groep niet misstaan als afsluiter in de marquee op een festival als Rock Werchter, maar goed, aan de onterecht lage opkomst gisteren te zien is lang niet iedereen het daarmee eens. Maar toch, het is zo'n goede live-band, we hopen dat Chockri hen nog niet uit het oog verloren is, want we zijn er zeker van dat ze de Club of de Marquee op Pukkelpop helemaal kunnen plat spelen.

Setlist:

Baiya
Halcyon
Freedom found
Memeo
Clarion call
Don't let the dreamers take you away
Red lights
This Momentary
Doubt
Atlas
Counterpoint
Acolyte 
 
Corneel

zondag 3 maart 2013

Single van de week: Hjaltalín - Crack In a Stone


Een moeilijke bevalling deze week, de nieuwe singles van David Bowie (The stars are out tonight) en Olafur Arnalds (Old Skin) haalden het net niet, het is deze prachtige single van het IJslandse Hjaltalín die voor een weekje tot onze favoriete nieuwe single gekroond wordt. Een grote aanrader!

zaterdag 2 maart 2013

Concertverslag: SX (Handelsbeurs)

Het was nog maar de tweede keer dat we de kans kregen SX aan het werk te zien. De eerste keer was op de Gentse Feesten in 2011, waar ze dankzij hun hit Black Video een plaatsje konden versieren op het Sint-Jacobsplein. Helaas moesten we werken in een van de vele drankkraampjes op het plein waardoor we niet ten volle konden genieten van het toch wel uitstekende concert. Nu kregen we eindelijk de kans om ze eens ten volle aan het werk te zien, en het moet gezegd, we werden alles behalve teleurgesteld.

De drie Kortrijkzanen van SX lijken op weg te zijn naar een grote toekomst. Hun liedjes worden grijsgedraaid op de verschillende radiostations die ons landje rijk is, hun debuutalbum verkoopt als zoete broodjes en ook om tickets voor hun optredens is het vechten geblazen. Wij kwamen gelukkig als een van de winnaars uit de bus en trokken dus naar hun show in de Gentse Handelsbeurs. Ook daar was het, naar Handelsbeursnormen, over de koppen lopen en het publiek kreeg waar het om gevraagd had. Een tsunami van psychedelische indiepop en psytrance, gestuurd door de geweldige instrumentatie van Benjamin Desmet en Jeroen Termote en op kop de sirene Stefanie Callebaut.


Van bij het eerste nummer stak het drietal het talrijk opgekomen publiek in hun achterzak. Ze openden met 'Gold' nadat er eerst een inleidend muziekje was, een soort lange intro van 'Gold', om de band het podium op te begeleiden. Eenmaal aangekomen lieten ze er geen gras over groeien, na 'Gold' volgde nog 'Arche' waarbij ze niet nalieten om je omver te blazen met alles wat ze te bieden hebben. De erg ritmische drum in samenspraak met de overdonderende stem van Callebaut knap verweven met de psychedelica die Desmet uit zijn keyboard en gitaar schudde leidde meteen tot een eerste hoogtepunt.

Nadien volgde het prachtige 'The Discovery' (waarvan we niet begrijpen waarom dit het album blijkbaar niet haalde) om daarna verder te gaan met hun nieuwste single 'Graffiti'. Een van onze favoriete nummers dat live nogal overweldigend overkomt, of zo voelt het toch. De instrumenten werden zodanig getokkeld dat ze de opbouw met een hoge intensiteit verzorgden waarna de zang inviel en nog straffer klonk dan op plaat. 'Aurora' ging op hetzelfde elan verder.

Nadien volgden 'Midnight Hour' en 'Pearls'. Na de aankondiging van die laatste reageerde een fan nogal opgetogen en riep ze "woohoo Pearls", wij waren het ingetogen met haar eens. 'Pearls' combineert dan ook het beste van wat SX te bieden heeft. Psychedelica, mysterie, sensualiteit en zelfs een soort van gitaar/keyboardsolo aan het einde. Dit prachtige nummer werd opgevolgd door 'Beach', dat vonden wij enigszins jammer daar 'Beach' volgens ons een minder nummer is. Ook live kon het ons niet echt overtuigen en we vinden deze kleine dip in een anders geweldig concert heel erg jammer.

Gelukkig volgden nog twee nummers. Het vrijwel obligate 'Black Video' was het eerste. Dit nummer bracht de Kortrijkzanen menige huiskamers binnen en blijft ongelooflijk populair. Ook live staat dit nummer als een huis en blijft het onverwoestbaar. Nadien volgde nog het beste nummer van 'Arche', 'The Future', dat zacht begint en uiteindelijk uitmondt in een apotheose van formaat, sommigen zeggen vergelijkbaar met Sigur Rós' Popplagid, maar zo ver durven wij niet te gaan.

Na deze afsluiter bleef het publiek wat verweesd achter: "Wat, is het al gedaan?" en "Hopelijk komt er nog een bisronde!". De bisronde kwam er uiteindelijk niet, het licht ging aan en de toeschouwers zochten hun weg naar buiten. Het concertseizoen is voor ons nog maar net begonnen, maar de kans bestaat dat we, na Sigur Rós afgelopen dinsdag, en dit concert de beste optredens op Belgische bodem al gezien hebben (al staat The Knife ook nog op de planning natuurlijk).

 
Aron