maandag 7 januari 2013

Don't Look Back in Anger: The Alan Parsons Project

Woolfson (l.) en Parsons (r.)
The Alan Parsons Project

Vandaag nemen we u mee naar 1974, de kantine van de Abbey roads Studios in Londen. Daar zijn een advocaat en een producer aanwezig, elk met hun eigen reden. De advocaat, Eric Woolfson, is ook componist en pianospeler. De producer, Alan Parsons, kon al samenwerken met de Beatles voor de albums Abbey Road en Let it Be en had net Pink Floyds Dark Side of the Moon geproducet. Parsons vroeg aan Wolf om zijn manager te worden en zo werd een jaar later 'The Alan Parsons Project', een Britse progrockband, geboren.

De eerste samenwerking tussen beide gebeurde voornamelijk in een succesvolle manager-producer-relatie. Allerlei bands kwamen bij het duo langs om hun album geproducet te zien. In 1975 kreeg Woolfson, tijdens een gesprek met Parsons over de filmindustrie een idee. Hij opperde dat het zwaartepunt van de filmindustrie verlegd was van de acteur naar de regisseur. In die tijd klopte dat wel, het was het tijdperk van grote regisseurs zoals Alfred Hitchcock en Stanley Kubrick. Woolfson beredeneerde dat dat in de muziekindustrie ook zou gaan gebeuren en dat de nadruk meer op producers zou komen te liggen. Hij had dan het idee om met producer Parsons de psychedelische progrockband 'The Alan Parsons Project' op te richten.

Woolfson wou samen met Parsons de muziek schrijven en die dan door Parsons laten producen. Dan rees de vraag waarover het eerste album zou gaan, aangezien het duo alleen maar conceptplaten wou maken. Woolfson herinnerde zich dat hij eerder, in 1974, al met het idee gespeeld om een album rond het werk van Edgar Allan Poe op te nemen. (Poe was een 19de-eeuwse Amerikaanse romantische dichter die vooral macabere en duistere verhalen schreef). In 1975 kwam Tales of Mistery and Imagination uit, volledig geïnspireerd op het werk Edgar Allan Poe, en het was meteen een groot succes met een top-40 plaats in de Amerikaanse 'Billboard 200 Chart'. Het nummer 'The Raven' was ook het eerste rocknummer waarin gebruikgemaakt werd van een zogeheten 'Digital Vocoder', een soort voorloper van de autotune.


Doorheen de jaren '70 en '80 werd de groep alsmaar populairder, maar dan vooral in Noord-Amerika en continentaal Europa (ze behaalden zelfs nooit een top 40-notering in hun thuisland, het Verenigd Koninkrijk).  Populaire nummers waren Eye in the Sky en Don't answer me, maar nadien verdween de band uit het zicht, ook de platen- en singleverkoop daalde aanzienlijk. In 1987 brachten ze hun elfde en laatste album, Gaudi, uit, hoewel er nog plannen waren voor een volgend album dat Freudiana zou heten.


Toen de band het album Freudiana wou opnemen ontstond er een artistieke wrijving tussen Parsons en Woolfson. Die laatste wou van Freudiana liever een musical maken en de twee artiesten gingen uit elkaar. Parsons nam een groot deel van de begeleidingsband mee op een eerste wereldwijde tour en Woolfson begon musicals te producen. Freudiana, Gaudi en Gambler waren musicals met liedjes van The Alan Parsons Project.

In 1990 kwam er een definitief einde aan The Alan Parsons Project toen de band het contract met platenlabel Arista Records verbrak. Parsons ging nog even door en bracht enkele albums onder eigen naam uit. Woolfson bleef aan Freudiana-idee hangen en bracht een gelijknamige plaat uit. Iets later bracht Woolfson ook nog een vervolg uit op het debuutalbum van The Alan Parsons Project, Poe: More tales of Mystery and Imagination. Maar geen van beide kende nog grote successen.

Aron

Geen opmerkingen:

Een reactie posten