vrijdag 21 december 2012

Don't Look Back In Anger: Cream


Cream

Het is alweer tijd om u mee te nemen op een muzikale geschiedenistocht. Dit keer nemen we u mee naar de Golden Sixties, een tijdperk waarin hippies, hallucinogene geneesmiddelen en vrijheid de boventoon voeren. Uit dit tijdperk herinneren we ons, op muzikaal vlak, vooral de Britse invasie met artiesten als The Beatles, The Rolling Stones, The Who en Pink Floyd. Helaas wordt Cream, een andere Britse supergroep, hierbij vaak over het hoofd gezien. Aangezien we graag de wereldverbeteraar uithangen, willen we hier iets aan doen en u de wereld van Cream binnenloodsen. 

Cream ontstond in 1966 en was een samenwerking tussen drummer Ginger Baker, bassist Jack Bruce en de u wellicht bekende gitarist Eric Clapton. Ze speelden een soort van blues-achtige-, psychedelische rock'n'roll , gesteund door de door-jazzmuziek-beïnvloede drums van Ginger Baker. Voorts staan ze ook geboekstaafd als de uitvinders van de powertrio's (dat zijn drieledige bands bestaande uit een gitarist/zanger, bassist en drummer). 

De band werd Cream genoemd omdat Clapton, Baker en Bruce al tot het neusje van de zalm, of zoals de Engelsen zeggen tot "The Cream of the Crop" werden gerekend als het om jazz- en bluesmuzikanten ging. Een andere naam die in de running was, was "Sweet 'n' Sour Rock 'n' Roll". Van het trio was Clapton de bekendste in Groot-Brittannië, maar hij was redelijk onbekend in de VS omdat hij zijn vorige band "The Yardbirds" verliet voor het nummer "For your love" de Amerikaanse top tien bereikte.



Het is niet zo dat de groep toevallig groeide. Ginger Baker en Jack Bruce speelden al samen in bands als Graham Bond Organisation en Jack Bruce kende Eric Clapton nog van de tijd dat hij samen met hem bij John Mayall's Bluesbreakers speelde. Hoewel Eric Clapton bij velen later nog een belletje zou blijven laten rinkelen, mag de inbreng van Jack Bruce niet worden onderschat, het zijn zijn composities die er hebben voor gezorgd dat Cream een 'superstatus' heeft bereikt. 

In 1966 kwam het eerste album, 'Fresh Cream', uit. Het album haalde meteen een zesde plaats in de Britse charts en je kan dus zeggen dat het enthousiast onthaald werd. In de VS was het enthousiasme iets minder groot (met een 39ste plaats), maar dat kwam vooral omdat het Amerikaanse publiek zich wou afzetten tegen de "Britse Invasie" en vooral Amerikaanse bands zoals The Jimi Hendrix Experience steunde.

Het album zelf bestond voor ongeveer de helft uit eigen nummers en de andere helft werd ingevuld door blues-covers zoals "Rollin' n' Tumblin'", "I'm so glad" en "Spoonful". Ook het nummer "Toad" was op deze plaat te vinden en bevatte een van de eerste drumsolo's uit de muziekgeschiedenis.


In 1967 besloten de Britten de VS te bezoeken voor de eerste keer en ze speelden er zo'n zeven optredens in New York. Dat viel blijkbaar mee, dus besloten ze terug te keren naar New York om hun tweede album "Disraeli Gears" op te nemen. Het album kwam uit in november 1967 en was succesvoller dan zijn voorganger met top-vijfnoteringen in zowel Groot-Brittannië als de VS. Kenners noemden het album eindelijk een succesvolle poging om Amerikaanse Blues te vermengen met Britse Psychedelica.

Ook de hoes kende zijn eigen verhaal. Het album moest eigenlijk uitkomen in de zomer van 1967, maar de platenmaatschappij besloot uiteindelijk om de release uit te stellen en voor een andere, meer psychedelische coverfoto te gaan. De opdracht kwam in handen van kunstenaar Martin Sharp, geen onbekende voor de band aangezien hij al meeschreef aan het lied "Tales of Brave Ulysses", maar ook geen onbekende in de muziekwereld. De Australische artiest had eerder al samengewerkt met andere artiesten, waarvan Bob Dylan de bekendste was.

Alhoewel 'Disraeli Gears' gezien wordt als het beste album van Cream, liet de band de nummers tijdens de live-sets vaak links liggen. Op "Tales of Brave Ulysses" en "Sunshine of your Love" na.

In 1967 speelde de band voor de eerste keer in San Francisco. De concerten waren een groot succes en hadden een grote invloed op zowel de band als de alombekende hippiegemeenschap in San Francisco. De band begon hierdoor zijn nummers veel langer uit te spinnen en om te toveren tot lange jamsessies, vooral dan de nummers van de eerste plaat. "N.S.U." en "Spoonful" ontpopten zich zo tot publiekslievelingen, terwijl nummers van Disraeli Gears, zoals "Sunshine of your Love" en "Tales of Brave Ulysses" eerder kort gehouden werden.


Nadien volgde nog het album 'Wheels of fire'. Hierin verliet Cream het blues-pad en kozen ze voor een meer progrockachtige stijl. Helaas werd na dit album duidelijk dat de bandleden er niet veel zin meer in hadden. Ginger Baker verwoordde het in in een interview met Music Mart Magazine in 2006 als volgt: "It just got to the point where Eric said to me: 'I've had enough of this,' and I said: 'So have I.'" Maar er was ook meer aan de hand. Eric Clapton begon zich meer aangetrokken te voelen tot Bob Dylan's oude coverband, beter bekend als The Band. Hun debuutalbum "Music from Big Pink" bleek een welgekomen adempauze te bieden aan de psychedelica die Cream te bieden had. 

Ook had Clapton in het muziekblad Rolling Stone  een vernietigende recensie gelezen en dat trok hij zich nogal erg aan. Na een afscheidstournee door de VS traden ze nog eenmaal op in eigen land. Het afscheidsconcert in de Royal Albert Hall wordt nog steeds gezien als legendarisch.

Het einde van Cream betekende niet het einde op van de samenwerking tussen de bandleden. Eric Clapton richtte samen met Ginger Baker het al even legendarische Blind Faith op samen met Steve Winwood en rick Grech. Hoewel het met Eric Clapton  zijn solo werk ook de goede kant op ging, heeft zijn periode bij Cream steeds een blijvende invloed gehad op zijn muziek. Het is wel tekenend dat vooral Clapton de vruchten heeft geplukt van die periode en de meest commerciële successen heeft behaalt. Vrijwel alles wat hij op muzikaal vlak deed, was het nu met "Derek and the Domino's", "Delaney & Bonnie" of solo was, hij behaalde overal grote successen mee.


Voor Ginger Baker liep het uiteindelijk minder goed af en hij geraakte wat in de vergetelheid. Hij besloot naar Afrika te trekken om daar etnische ritmes te bestuderen, maar door zijn vermoedelijke afhankelijkheid geraakte zijn carrière in het slop. Hij richtte ook nog een jazzband uit de overblijfselen van Blind Faith op die luisterde naar de naam Ginger Baker's Airforce.



Jack Bruce bleef gestadig aan zijn carriere verder werken, en ging solo. Later speelde hij o.a. samen met Mick Taylor, Gary Moore en Ringo Starr. Hij bracht in 2008 zelfs nog een album uit 'Seven Moons", een samenwerking met Robin Trower. 

Uiteindelijk trad Cream nog op na vele jaren. In 1993 speelden ze voor de opening van de Rock'n'Roll Hall of Fame. Ze hadden daar eigenlijk niet veel zin in, maar na een gesprek met Robbie Robertson van "The Band" stemden ze toch toe. De setlist bestond uit "Sunshine of your Love", "Crossroads" en "Born under a Bad Sign". En in  2005 speelde Cream, op vraag van Clapton, nog een reünie-concert in The Royal Albert Hall in Londen. Fans hoopten een volwaardige tour, maar wegens gezondheidsproblemen (Ginger Baker leed aan Artritis en Jack Bruce had net een levertransplantatie gehad) kwam die er niet.




Erik



Geen opmerkingen:

Een reactie posten