dinsdag 19 november 2013

Don't Look Back In Anger: Tinariwen

De kans is bestaande dat u niet zo heel veel Malinese bands kent, maar de kans dat u één Malinese band kent en dat die band Tinariwen (zo krijgt u ook uw eerste woordje Tamasheq mee, want Tinariwen betekent in die taal 'woestijnen') heet, is dan wel weer bestaande. Terecht zouden we zeggen, want deze heren maken leuke muziek, waarmee ze onze muziekbibliotheek binnenkwamen, en er schuilt een mooi verhaal achter dat omschreven wordt als "The most rock'n'roll of them all" (The Irish Times), "The most compelling of any band" (Songlines) en "Hard-bitten and Dramatic" (Slate.com en The Independent) . Reden genoeg dus om ze in deze rubriek aan bod te laten. 

Tinariwen is ontstaan in 1979 in Tamanrasset, Algerije, maar de bandleden zijn allen afkomstig uit noordelijk Mali, dat ze ontvlucht waren door een Touaregopstand. In de jaren negentig keerden ze er terug nadat een vredesverdrag ondertekend werd in Ouagadougou en er zo een einde gemaakt werd aan de onlusten. Sinds 2001 begint de band buitenlandse bekendheid te verwerven dankzij gesmaakte passages op het Festival Du Désert in Mali en op het beter bekende Roskilde Festival in Denemarken. In 2007 brachten ze de cd 'Aman Iman' ('Water is Life') uit dat wereldwijd goede kritieken kreeg. Hun vijfde album 'Tassili', uit 2011 won later een Grammy voor beste album in de categorie wereldmuziek. Onderstaande nummer komt uit dat album.






De reden waarom het verhaal achter Tinariwen zo tot de verbeelding spreekt, is om wat er allemaal in de levensloop van de bandleden is gebeurd. De band werd gesticht door Ibrahim Ag Alhabib die al op jonge leeftijd kennis maakte met wat we ooit omschreven hoorden als "The bitter pill of mortality", want toen hij vier jaar oud was, werd zijn vader voor zijn ogen geëxecuteerd als een Touragrebel tijdens een opstand in 1963. De jonge Ibrahim kwam in vluchtelingenkampen in Algerije terecht en later sloot hij zich aan bij andere Touareg bannelingen in Libië en Algerije.

De liefde voor de gitaar is er later gekomen, toen hij een Westernfilm zag met een gitaarspelende cowboy in de hoofdrol. Ag Alhabib bouwde zijn eigen gitaar met behulp van een tinnen pot, een stok en remdraden van een fiets waarop hij oude Touaregmuziek combineerde met moderne Arabische popmuziek. Hij kreeg zijn eerste echte gitaar van een Arabische local uit Tamanrasset. En hoewel hun muziek vooral vergeleken wordt met Amerikaanse Bluesmuziek met een Afrikaans kantje, claimen de bandleden nooit Bluesmuziek gehoord te hebben tot ze in 2001 begonnen te touren.


In de late jaren zeventig (toen Ibrahim rond de twintig jaar was) voegde hij zich bij een groep muzikanten die radicale Chaabi protestmuziek, combineerde met Algerijnse poprai en westerse artiesten zoals Elvis Presley, Jimi Hendrix, Led Zeppelin en Bob Marley. Tinariwen kwam pas echt van de grond toen Ibrahim Ag Alhabib een groepje vormde met Inteyeden Ag Ablil, diens broer Liya en Hassan Ag Touhami om op bruiloften te spelen. Omdat de band geen echte naam had, begonnen mensen hen Kel Tinariwen te noemen, wat vertaald kan worden als The People of the Deserts of The Desert Boys.

In 1980 nodigde toenmalig Libisch leider Moammar Khadaffi alle jonge Touaregs die illegaal in Libië verbleven om zich in te lijven bij het leger. Khadaffi droomde immers van een Sahara regiment bestaande uit de beste Touaregsoldaten. De leden van Tinariwen gingen in op de uitnodiging en kregen een training van negen maanden. In 1985 deden ze hetzelfde op uitnodiging van Libische Touaregrebellen waar ze medemuzikanten Keddou Ag Ossade, Mohammed Ag Itale, Sweiloum, Abouhadid en Abdallah Ag Alhousseyni. Zo was Tinariwen geboren, en het ensemble schreef nummers over de moeilijkheden waar de Touaregs mee te  maken krijgen, bouwden een geïmproviseerde studio en zworen om gratis muziek op te nemen voor al wie hen een lege cassette leverde. Deze homemade cassettes werden wijd verspreid in heel de Sahara.


In 1990 kwamen de Touaregs in opstand tegen de Malinese regering en sommige leden van Tinariwen rebelleerden mee. Na de Tamanrasset akkoorden in 1991, die het einde van de rebellie inluidden, verlieten de muzikanten het leger en gingen ze voltijds muziek maken. In 1992 trokken ze naar Abidjan (Ivoorkust) om een cassette (jawel) op te nemen en ze speelden af en toe een optreden voor geïsoleerde Touareggemeenschappen in de Sahara, wat hen, via mond-aan-mondreclame grote populariteit opleverde.

De internationale doorbraak heeft lang op zich laten wachten, maar in 1998 veranderde alles. Lo'Jo, een Franse groep wereldmuzikanten, was in Bamako en ontmoette daar twee leden van Tinariwen. De twee bands organiseerden, in nauwe samenwerking met het Belgische Sfinksfestival, samen het Festival of the Desert in Mali in 2001. Dat zorgde er voor dat Tinariwen veel aandacht kreeg in het buitenland. tegen het einde van 2001 hadden ze al opgetreden op diverse festival waarvan Roskilde de bekendste was en hun debuutalbum 'The Radio Tisdas Sessions' werd gereleaset, de eerste keer dat hun muziek buiten Afrika te koop  was. Sinds 2001 hebben ze ook opgetreden op Glastonbury en Coachella en kregen ze er bekende fans zoals Robert Plant, Carlos Santana en Thom Yorke bij. In 2005 konden ze een BBC Award for World Music op de schouw zetten.

Het is u wellicht ook niet ontgaan dat er onlangs een groot conflict was in Noordelijk Mali, de thuisplaats van Tinariwen. De islamistische organisatie Ansar Dine greep de macht en verklaarde: "We do not want Satan's music. It will be replaced by Quranic verses, for Sharia demands this and God's command must be done". De muziek van Tinariwen werd dus de facto verboden en toen grote delen van Noord-Mali veroverd werden door Ansar Dine, ontvluchtte Tinariwen de regio. Alleen Abdallah Ag Lamida werd gearresteerd in januari 2013 door Ansar Dine, omdat hij zijn gitaren probeerde te redden. De band liet later weten dat Ag Lamida vrij en veilig was.

Zo eindigt voorlopig het verhaal van Tinariwen. Wij leerden hen kennen door hun gesmaakte passage op Primavera Sound in Barcelona (verslagje hier) en lieten hen sindsdien niet meer los.


Aron



Geen opmerkingen:

Een reactie posten