woensdag 1 mei 2013

Concertverslag: Villagers (Handelsbeurs)


Villagers brachten begin dit jaar {Awayland} uit, die hen van een redelijk onbekende band met een kleine cultstatus - Becoming A Jackal was genomineerd voor de Mercury Prize - lanceerde naar een band die één van de eerste must-haves van 2013 maakten en zelfs op de laatste verzamelaar van Studio Brussel is beland. De Ierse band, die voor de gelegenheid een dubbelconcert met Marco Z (we hebben hem links laten liggen, hopelijk vergeeft u ons dat) gaf, kreeg de Handelsbeurs echter niet uitverkocht. Simpelweg onterecht.
Conor O'Brien begon het optreden onverwacht solo. Hij bracht Cecilia & Her Selfhood ook grotendeels a capella, en zette meteen een ijkpunt voor het verdere verloop: nummers met een sterke en lange teksten die plots een andere richting uitgaan en een andere emotie vertegenwoordigen dan eerst gedacht of gevoeld. Met zijn meeslepende kopstem zou hij later nog vaak het publiek in vervoering brengen. Nadat O'Brien toch zijn gitaar had genomen en het onverwachte verhaal over moord had afgerond, kwam de toetsenist erbij en werd Nothing Arrived op een heel straffe, alternatieve manier gebracht. Even later volgde de hele band.
O'Brien bleek ook buiten zijn nummers nog wat te vertellen te hebben. Hij liet zien dat hij zijn les goed had geleerd door Gent te bestempelen als de hoofdstad van de indie rock en het socialisme, twee dingen waar hij wel van hield, vertrouwde hij ons toe. Van Quickenborne zal wellicht groen gelachen hebben vanop de eerste rij. Ook zijn "yeahyeahyeahyeahs" tussen de songs door waren opvallend, en naar het einde toe redelijk hilarisch.
Hij bracht de meeste van zijn nummers met een lichte grijns en een opvallende zelfzekerheid die je niet vaak ziet bij dit soort bands. Dit in contrast met bijvoorbeeld de drummer en bassist, waarbij de ene bijna onbeweeglijk drumde en zijn ogen zelden opendeed en de andere zich amper een houding wist te geven met zijn te groot lijkende basgitaar. Het harde leven als deel van de ritmesectie bij een band die vaak enkel gebruik maken van gitaar en keyboard eist misschien zijn tol, hoewel ze zich moeten optrekken aan het feit dat wanneer op het einde van een nummer alles samenkomt, ook het beste van Villagers bovenkomt. The Bell, The Waves en afsluiter Ship Of Promises waren dan ook hoogtepunten van een concert dat verder baadde in melancholie en zweverigheid, en af en toe een onweerstaanbare melodie. Maar deze nummers gooiden zo'n golf van energie over het publiek dat het jammer was dat meezingen, om toch maar wat energie te kunnen kwijtraken, in zo'n klein gezelschap te hoorbaar en storend zou zijn.
Ze vonden hun idee om bandlid per bandlid op te komen zo sterk dat ze het nog een keer overdeden bij de bisnummers, wat een vreemd déjà vu-gevoel gaf, alsof het concert opnieuw zou beginnen, maar het leek niemand echt te schelen omdat iedereen maar wat blij was dat ze nog drie nummers extra kwamen spelen. Met Becoming A Jackal zetten ze de kroon op het werk, waarmee ze bewezen dat, terwijl de indiefolkhype misschien langzaamaan over lijkt te zijn, hun eigen versie van folk meer is dan een hype. In ieder geval moeilijker (want toegegeven: de onbekendere nummers lagen wat moeilijker in het oor), maar vooral ook een pak tijdlozer.

Maarten

Geen opmerkingen:

Een reactie posten