De eerste band die we te zien kregen was Wild Nothing. De zweverige, rustige muziek, die soms wat aan The Cure deed denken, was eigenlijk een ideaal opwarmertje. Vooral 'Paradise' bleek ook in de live-versie een fantastisch nummer te zijn. Het publiek was op dit vroege uur nog niet in grote getale komen opdagen, maar dat hadden de jongemannen misschien wel verdiend. Alvast een band om in de gaten te houden in de toekomst, en die waarschijnlijk een stuk beter tot zijn recht zou komen in een klein, donker zaaltje dan op zo'n groot podium in het volle daglicht.
Daarna trokken we naar het andere uiteinde van het festivalterrein voor het optreden van Savages. We konden het niet zo heel erg goed zien van waar we stonden en dus was onze verbazing groot toen iemand ons vertelde dat de band uit enkel meiden bestond. "Er is toch zeker een zanger bij?" vroegen we, maar dat bleek ook een vrouw te zijn. Na enkele liedjes begon de stem toch iets vrouwelijker te klinken en deed de zang ons wat aan die van Patti Smith denken. Aangezien we fans zijn van die laatste, konden we Savages wel degelijk smaken, al liet het nu ook niet meteen een verpletterende indruk na. De hype die de laatste tijd heerst rond dit bandje lijkt ons dan ook wat vergezocht.
Na het optreden van Savages, wisten we niet echt wat te gaan zien. De keuze ging tussen Metz en Manel. De eerste is een grungeband uit Canada, de tweede een Catalaanse band waar we nog nooit van gehoord hadden. We kozen dan maar voor het tweede (alweer op aanraden van onze Spaanse vrienden), wat een goede keuze bleek te zijn. Manel deed ons met de in het Catalaans gezongen stevige poprocknummers wat denken aan Tom Helsen (maar dan een veel betere versie). Enkele van de (aan de publieksreactie te zien) vermoedelijke hitjes waren zeker wel te pruimen. Geen idee waar hij over zong, maar de man inspireerde blijkbaar, want plots, uit het niets (uit het niets komt dat natuurlijk niet echt), begon de helft van het plein 'independencia' te roepen.
Gelukkig waren we met meerderen aanwezig op het festivalterrein, waardoor we hier ook een verslag van het tegelijk spelende Tame Impala kunnen voorzien, voor velen het echte startsein van het festival. Een sterk optreden werd het, nog een stuk beter dan enkele maanden geleden in de AB. Van bij de eerste noten werden we door een gevoel van geluk overvallen, en met het machtige 'Apocalypse dreams' als tweede nummer kon het optreden al zeker niet meer stuk. Zeker bij beatlesque songs als 'It feels like we only go backwards' zag je veel mensen met een brede smile op hun face. De combinatie van steengoeie live-muziek met simpelweg het zien van gelukkige mensen, het raakte me intens. Ik herinner me nog de weedwolk van deze Australische psychedelische rockers op pukkelpop 2010 in de club: weer een band die groot geworden is.
Na het nationalistische onderonsje met Manel trokken we verder richting Dinosaur Jr. een legendarische groep met cultstatus. We hadden hen nog nooit aan het werk gezien en genoten best wel van deze show. Alleen begon het na verloop van tijd wat veel van hetzelfde te worden en keken we de hele set dus niet uit. Hetgeen we er van zagen, vonden we wel goed natuurlijk.
Tijdens The Postal Service stond, tekenend voor de sterkte van de line up, ook op het Ray Ban-podium een topband: Deerhunter. En ook dit bleek een enorm sterk optreden te zijn. De muziek van deze klasbakken sneed bij momenten heel diep, zeker bij hoogtepunt Desire lines, een onbeschrijfelijk goed nummer. En ook de iets meer punky klinkende nummers uit het nieuwe album klonken zeer goed. Deze band, waarvan de zanger trouwens een mooi kleedje droeg, mag zich volgens ons gerust de opvolger van Sonic Youth noemen. Ook de rest van het publiek was duidelijk overtuigd, we vermoeden dat dit optreden in heel wat best-of lijstjes zal voorkomen.
Dan was het nog maar eens tijd om van podium te wisselen om een dansje te placeren op Simian Mobile Disco. De jongelui hielden er de sfeer goed in en het plein, dat helemaal niet volgelopen was voor deze band, en het publiek danste en sjanste zich een weg doorheen het optreden.
We bleven niet lang hangen bij Simian Mobile Disco en trokken dan maar naar het Pitchfork-podium voor het optreden van Four Tet. Net als bij bovenstaande band kreeg ook deze man het publiek aan het dansen. Zijn post-rockverleden schemerde soms nog wat door in zijn muziek. Zo begon het optreden met een lange, niet echt dansbare intro en werden sommige liedjes erg lang uitgesponnen.
Tegelijk speelde op het hoofdpodium ook het Franse Phoenix. De bombastische en vooral door de drummer heel luid en enthousiast ingezette single van de nieuwe plaat 'Entertainment' mocht de set openen, onmiddelijk gevolgd door 'Lasso', 'Lisztomania' en 'Long distance call'. Hits en meezing- en dansmomenten in overvloed dus, dat mag duidelijk zijn, met ook nog onder andere '1901' en 'Rome' op het menu. De groep is groot geworden, en ze beseffen het zelf ook (en staan er duidelijk niet afkerig tegenover). Dit brengt evenwel met zich mee dat bombast wel het nieuwe codewoord lijkt te zijn, met jammer genoeg tot gevolg dat oudere, meer funky nummers als 'If I ever feel better', 'Everything is everything' en 'North' niet meer gespeeld werden. Slecht was het zeker niet (het blijft een uitstekende liveband), sfeer was er ook meer dan genoeg, maar doe ons persoonlijk toch maar het Phoenix van enkele jaren geleden.
Aron & Corneel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten