dinsdag 28 mei 2013

Concertverslag: Primavera Sound dag 1

Na het opwarmertje van gisteren was het nu tijd voor het echte werk. Waar gisteren maar een podium open was, zijn dat er nu negen, en dat betekent veel wandelen, want de afstand tussen de twee verste podia bedraagt een goede kilometer. Vandaag op het programma: Wild Nothing, The Postal Service, Dinosaur Jr., Grizzly Bear, Animal Collective, Savages, Manel, Four Tet, Simian Mobile Disco en nog veel ander lekkers.

De eerste band die we te zien kregen was Wild Nothing. De zweverige, rustige muziek, die soms wat aan The Cure deed denken, was eigenlijk een ideaal opwarmertje. Vooral 'Paradise' bleek ook in de live-versie een fantastisch nummer te zijn. Het publiek was op dit vroege uur nog niet in grote getale komen opdagen, maar dat hadden de jongemannen misschien wel verdiend. Alvast een band om in de gaten te houden in de toekomst, en die waarschijnlijk een stuk beter tot zijn recht zou komen in een klein, donker zaaltje dan op zo'n groot podium in het volle daglicht.

Daarna trokken we naar het andere uiteinde van het festivalterrein voor het optreden van Savages. We konden het niet zo heel erg goed zien van waar we stonden en dus was onze verbazing groot toen iemand ons vertelde dat de band uit enkel meiden bestond. "Er is toch zeker een zanger bij?" vroegen we, maar dat bleek ook een vrouw te zijn. Na enkele liedjes begon de stem toch iets vrouwelijker te klinken en deed de zang ons wat aan die van Patti Smith denken. Aangezien we fans zijn van die laatste, konden we Savages wel degelijk smaken, al liet het nu ook niet meteen een verpletterende indruk na. De hype die de laatste tijd heerst rond dit bandje lijkt ons dan ook wat vergezocht.

Na het optreden van Savages, wisten we niet echt wat te gaan zien. De keuze ging tussen Metz en Manel. De eerste is een grungeband uit Canada, de tweede een Catalaanse band waar we nog nooit van gehoord hadden. We kozen dan maar voor het tweede (alweer op aanraden van onze Spaanse vrienden), wat een goede keuze bleek te zijn. Manel deed ons met de in het Catalaans gezongen stevige poprocknummers wat denken aan Tom Helsen (maar dan een veel betere versie). Enkele van de (aan de publieksreactie te zien) vermoedelijke hitjes waren zeker wel te pruimen. Geen idee waar hij over zong, maar de man inspireerde blijkbaar, want plots, uit het niets (uit het niets komt dat natuurlijk niet echt), begon de helft van het plein 'independencia' te roepen.

Gelukkig waren we met meerderen aanwezig op het festivalterrein, waardoor we hier ook een verslag van het tegelijk spelende Tame Impala kunnen voorzien, voor velen het echte startsein van het festival. Een sterk optreden werd het, nog een stuk beter dan enkele maanden geleden in de AB. Van bij de eerste noten werden we door een gevoel van geluk overvallen, en met het machtige 'Apocalypse dreams' als tweede nummer kon het optreden al zeker niet meer stuk. Zeker bij beatlesque songs als 'It feels like we only go backwards' zag je veel mensen met een brede smile op hun face. De combinatie van steengoeie live-muziek met simpelweg het zien van gelukkige mensen, het raakte me intens. Ik herinner me nog de weedwolk van deze Australische psychedelische rockers op pukkelpop 2010 in de club: weer een band die groot geworden is.

Na het nationalistische onderonsje met Manel trokken we verder richting Dinosaur Jr. een legendarische groep met cultstatus. We hadden hen nog nooit aan het werk gezien en genoten best wel van deze show. Alleen begon het na verloop van tijd wat veel van hetzelfde te worden en keken we de hele set dus niet uit. Hetgeen we er van zagen, vonden we wel goed natuurlijk.

Op hetzelfde moment speelde op het Pitchfork-podium Jessie Ware, auteur van enkele uiterst aanstekelijke hits eind vorig jaar. De sympathiek overkomende dame bewees met een mooi, bij momenten dansbaar, dan weer prachtig ingetogen, en vooral heel oprecht optreden dat ze mogelijk een blijvertje is. Ondersteund door heel degelijke live-band, die de nummers wat meer diepgang bezorgde, kwam live pas echt tot uiting hoe mooi haar stem eigenlijk wel is. Niet alleen de hits, zoals 'Night light' en topnummer '110%', overtuigden, minder bekende nummers als 'Taking in water' en 'Sweet talk' moesten hier weinig voor onderdoen. Een heel overtuigend optreden van een artieste die duidelijk nog meer in haar mars heeft.


Misschien wel de hoofdreden waarom we nu juist naar dit festival afzakten is de heel originele line-up, met enkele heel exclusieve namen die bijna nergens anders in Europa te zien zijn. Een mooi voorbeeld hiervan is The Postal Service, de samenwerking tussen Ben Gibbard van Death Cab For Cutie en Jimmy Tamborello van Dntel (we schreven er eerder ook al een artikel over). Aftrappen deden ze met 'The district sleeps alone tonight', een beter begin kunnen we ons maar moeilijk inbeelden. De altijd enthousiaste speelstijl van Ben Gibbard past als gegoten bij de vrolijke, subtiele elektronische muziek van The Postal Service, en ook de samenzang met Jenny Lewis kwam bijzonder goed over live. Wetende dat kleppers als 'Such great heights' nog volgden, en dat de op zich al fantastische muziek van de band live nog tot een hoger, iets meer 'gepeperd', niveau getild werd, en het eerste echte hoogtepunt van het festival was een feit.

Tijdens The Postal Service stond, tekenend voor de sterkte van de line up, ook op het Ray Ban-podium een topband: Deerhunter. En ook dit bleek een enorm sterk optreden te zijn. De muziek van deze klasbakken sneed bij momenten heel diep, zeker bij hoogtepunt Desire lines, een onbeschrijfelijk goed nummer. En ook de iets meer punky klinkende nummers uit het nieuwe album klonken zeer goed. Deze band, waarvan de zanger trouwens een mooi kleedje droeg, mag zich volgens ons gerust de opvolger van Sonic Youth noemen. Ook de rest van het publiek was duidelijk overtuigd, we vermoeden dat dit optreden in heel wat best-of lijstjes zal voorkomen.
Na The Postal Service kruisten we nogmaals het festivalterrein voor het optreden van Grizzly Bear. Heel  erg goed kenden we de groep niet, maar we genoten wel intens van dit concert. Ook al past de serieuze muziek van de band veel beter in een kleine, groezelige zaal dan op een openluchtpodium. Het podium waarop ze speelden ('Primavera') was dan ook nog, dankzij de wat vreemde inplanting, een van de minst sfeervolle op het terrein. Jammer voor hen, maar toch brachten ze het er heel goed vanaf. Hitje 'Two weeks' was  een van de hoogtepunten, maar is niet direct heel representatief voor de rest van hun werk. Wij werden vooral weggeblazen door de indrukwekkende, lang uitgesponnen afsuiters 'Half gate' en 'Sun in your eyes', beiden van het recentste album. Een album om zeker eens te checken dus! Daarnaast viel ook de hoeveelheid goede zangers op, vooral de stem van de 'tweede' (voor zover je dat zo kunt noemen) zanger klonk fantastisch.
Dan was het nog maar eens tijd om van podium te wisselen om een dansje te placeren op Simian Mobile Disco. De jongelui hielden er de sfeer goed in en het plein, dat helemaal niet volgelopen was voor deze band, en het publiek danste en sjanste zich een weg doorheen het optreden.

We bleven niet lang hangen bij Simian Mobile Disco en trokken dan maar naar het Pitchfork-podium voor het optreden van Four Tet. Net als bij bovenstaande band kreeg ook deze man het publiek aan het dansen. Zijn post-rockverleden schemerde soms nog wat door in zijn muziek. Zo begon het optreden met een lange, niet echt dansbare intro en werden sommige liedjes erg lang uitgesponnen.

Tegelijk speelde op het hoofdpodium ook het Franse Phoenix. De bombastische en vooral door de drummer heel luid en enthousiast ingezette single van de nieuwe plaat 'Entertainment' mocht de set openen, onmiddelijk gevolgd door 'Lasso', 'Lisztomania' en 'Long distance call'. Hits en meezing- en dansmomenten in overvloed dus, dat mag duidelijk zijn, met ook nog onder andere '1901' en 'Rome' op het menu. De groep is groot geworden, en ze beseffen het zelf ook (en staan er duidelijk niet afkerig tegenover). Dit brengt evenwel met zich mee dat bombast wel het nieuwe codewoord lijkt te zijn, met jammer genoeg tot gevolg dat oudere, meer funky nummers als 'If I ever feel better', 'Everything is everything' en 'North' niet meer gespeeld werden. Slecht was het zeker niet (het blijft een uitstekende liveband), sfeer was er ook meer dan genoeg, maar doe ons persoonlijk toch maar het Phoenix van enkele jaren geleden.

De eerste dag afsluiten deden we met Animal Collective, een van de meest unieke groepen uit de muziekwereld. Eén ding kunnen we al zeggen: als er 1 iets nog 'vreemder' is dan een album van Animal Collective, dan is het wel een live-optreden van diezelfde band. Je weet eigenlijk nooit waaraan je je mag verwachten, soms bijna helemaal instrumentaal, of soms, zoals deze keer, wel vrij songgericht. Het is echter een band waarvoor je een beetje moeite moet doen vooraleer je inziet dat de nummers, hoewel heel experimenteel, ook gewoon enorm catchy zijn. Dit was ook wel te merken aan het publiek, aangezien er in het begin (ondanks geweldige uitvoeringen van onder andere 'Applesauce', 'Today's supernatural' en 'What would I want? Sky') jammer genoeg weinig sfeer te bemerken was. Pas met 'hitje' 'My girls' kwam er beweging in de massa, die eindelijk het hoge 'dansbaarheidsgehalte' leek door te hebben. 'Monkey Riches' en een niet minder dan fantastische uitvoering van 'The purple bottle' gingen op dit elan verder, en zorgden ervoor dat het toch nog een memorabel concert werd. Een al bij al (voor hun doen) vrij toegankelijke set van de eigenzinnige groep, waarin alle nummers bijzonder intens gebracht werden: een mooie eerste live-ervaring van deze groep die we in de toekomst ongetwijfeld nog vaak zullen gaan zien!


Aron & Corneel

Geen opmerkingen:

Een reactie posten