woensdag 29 mei 2013

Concertverslag: Primavera Sound dag 3


Alweer de laatste dag van het festival, en meteen ook de eerste keer dat we enkele optredens in het Auditorium zouden meepikken, een grote concertzaal (met zitplaatsen) in een musuem vlakbij het festivalterrein.
Als eerste stond daar (slechts acht uur nadat de laatste noten van Disclosure weggestorven waren) Pantha Du Prince & The Bell Laboratory op het programma. Heel veel kenden we op voorhand niet van de beste man, maar de uitvoering van dit heel bijzondere project maakte ons wel heel nieuwsgierig, ook al wisten we niet helemaal wat te verwachten. Van in het begin was echter al duidelijk dat het een heel bijzonder optreden zou worden. De 5 muzikanten kwamen op het podium met allemaal een soort bel in de hand, waarmee ze de lange aanloop van het openingsnummer inzetten. Je kon een speld horen vallen in de zaal, aangezien het publiek duidelijk al direct gefascineerd zat te kijken naar het prachtige schouwspel op het podium. De combinatie van de electronica van Pantha Du Prince en de vreemde instrumenten van het meereizende collectief (kerkklokken, een orgel,...) zorgden voor een wonderbaarlijk mooi geheel, bij momenten ontroerend mooi, dan weer heel dansbaar.

Op een gegeven moment gingen de muzikanten zelfs met weer een soort bel tussen het zittende publiek helemaal naar boven in de zaal als afronding van een nummer, wederom een heel mooi moment. Pantha Du Prince zorgde voor het onverwachte hoogtepunt van het festival, voor mij persoonlijk zelfs het beste dat ik dit jaar al gezien heb. Het geheel klonk zelfs zo dansbaar dat enkele mensen het niet konden nalaten om recht te veren uit hun stoelen en enkele danspasjes uit hun, we wilden mouwen zeggen, maar dat zou enorm vreemd zijn, benen te schudden. De enorme staande ovatie na afloop was dan ook meer dan terecht.

Over ontroerend mooie muziek kan ook Nils Frahm zeker meespreken. De moeilijke taak om na zo'n verpletterend optreden als het vorige te spelen vervulde hij met verve. Helemaal alleen op het podium, met enkel een piano en wat electronica, slaagde ook hij erin het publiek een klein uur lang mee te slepen. In vergelijking met bijvoorbeeld de bij ons heel geliefde genregenoot Ólafur Arnalds lag de nadruk nog meer op de piano, nog meer op het neo-klassieke aspect. Iets meer electronica had dan ook voor ons geen kwaad gekund, maar ook met enkel de piano slaagde hij er verschillende malen in om ons en de rest van het publiek te begeesteren. Zeker naar het einde toe zorgden enkele snellere pianostukken voor kippenvel. Ook hem viel helemaal terecht een staande ovatie te beurt.

Voor het derde optreden op rij in het Auditorium zorgde Apparat. Vorig jaar konden we zijn optreden op Pukkelpop heel erg smaken, maar deze keer beloofde het iets helemaal anders te worden, aangezien hij hier integraal zijn nieuwe album, een soundtrack bij een theaterbewerking van Tolstoy’s ‘Krieg und frieden’, zou spelen. Slecht bracht hij het er zeker niet van af, maar helemaal voldoen aan de verwachtingen, neen, dat lukte toch ook niet. Heel goeie nummers werden afgewisseld met iets te melodieloze experimenten naar onze smaak, en ook de steeds beter wordende stem van Sasha kwam naar ons gevoel iets te weinig aan bod. Dit zien in combinatie met het toneelstuk zou ongetwijfeld al een hele meerwaarde zijn, al zat het ook nu wel goed met het visuele: de beelden op het gigantische achtergrondscherm werden live gemaakt door twee personen aan een projector.

Dead Can Dance, ons eerste optreden van de dag in openlucht, had eigenlijk even goed ook in het auditorium gepast. De rustige 80's muziek vol Keltische Oosterse invloeden van deze heel originele en speciale band klinkt op zich sowieso al heel mooi, maar de absolute grootste troeven van de band zijn de niet minder dan indrukwekkende stemmen van zowel Lisa Gerrard (die overigens zingt in een zelf bedachte taal) als Brendan Perry. Topkwaliteit, alweer, met als hoogtepunten onder andere 'Sanvean' en zeker ook de afsluitende Tim Buckley-cover 'Song to the siren'.

Al veel 'serieuze' muziek achter de rug, het ideale moment om naar het pure feestje van Dan Deacon te gaan kijken. Diens opzwepende, door twee drummers aangespoorde pret-electro zette de hele meute voor het Pitchfork-podium aan het dansen. Muzikaal niet heel bijzonder, maar een leuk en bij momenten grappig optreden was het zeker wel. Enig minpuntje: tot 3 keer toe legde hij het optreden even stil om de  mensen die vooraan stonden danswedstrijdjes te laten doen. Leuk op zich, ware het niet dat wij niet helemaal vooraan stonden en er bij dit podium geen schermen hingen, waardoor we er met andere woorden niets van zagen en het vooral wachten was op het volgende nummer. Een tip met andere woorden als je naar Dan Deacon gaat zien: niet te ver achteraan staan!

Phosphorescent zorgde eigenlijk voor ons enige 'standaard' rock optreden van de dag, in de zin van de normale zang-gitaar-bas-drum-keys opstelling. Heel bijzonder was het niet, maar de band heeft een grote troef: de prachtige stem van zanger Matthew Houck. Het gros van de nummers steeg echter naar ons gevoel niet ver uit boven de middenmaat, met als grote uitzondering het wel heel erg goede 'Song for Zula' (een aantal maanden geleden trouwens onze single van de week).

Deel 1 van de heel dansbare slotavond werd verzorgd door de nintendobliepjes van Crystal Castles. De band beschikt (op enkele overdreven noise-nummers na) over een sound die we wel kunnen smaken, en bovendien live nog extra tot zijn recht kwam, zeker enkele van de nieuwere, iets toegankelijkere nummers. De zoals steeds bijzonder energieke live-show bracht iedereen voor het Ray Ban-podium aan het dansen op fantastische tracks als 'Baptism'. Hoogtepunt was het afsluitende duo 'Sad eyes' en 'Not in love', waarbij alle riemen zowel op als voor het podium nog een laatste keer los gingen.

Na Crystal Castles was het tijd voor Omar Souleyman. U las hier eerder al een artikel over de man en zijn sterrendom in Syrië. Wel, op Primavera was er ook behoorlijk wat volk komen opdagen voor zijn optreden en ze waren al lang voor het begin erg enthousiast. Ze scandeerden zijn naam en waren erg rumoerig tijdens de soundcheck. Toen de beste man zich op het podium vertoonde ging de hele weide over in een soort van extase. Het moet niet gezegd worden dat er niet veel nodig was om dit publiek aan het dansen te krijgen, en zo ging het ook van begin tot eind. Precies wat we van deze man verwacht hadden.

Hot Chip kreeg de eer het festival af te sluiten (op enkele dj-sets na dan), en we moeten zeggen, een idealere afsluiter kunnen we ons moeilijk inbeelden. Waar ze in België naar mijn gevoel soms nog wat miskend worden, had de grote massa in Barcelona om 4u 's  nachts duidelijk wel nog zin in een feestje met het zevenkoppige collectief. En net als de vorige keren dat we ze zagen gaf Hot Chip weer een fantastisch optreden waarbij stilstaan zelden tot nooit een optie was. De perfecte live-band is het volgens ons, slimme electronica gebracht door een live-band, en bovendien ondertussen al een vat vol hits en echte prijsnummers als 'One life stand', 'Over and over', 'Ready for the floor', 'Flutes' en 'Boy from school'. Maar weinig bands die er daarbovenop in slagen live zoveel meerwaarde bij te brengen aan de eigen muziek, met telkens andere en extra dansbare versies van de nummers. Kortom, de perfecte afsluiter van een perfect festival.


Corneel

Geen opmerkingen:

Een reactie posten