
Will Samson mocht aftrappen. Hij kreeg een half uurtje tijd en deed samen met zijn vriend Olli in hoofdzaak drie dingen. Hij liet het publiek meermaals weten hoe dankbaar hij was dat zoveel mensen al zo vroeg naar hem kwamen kijken, hij creëerde soundscapes (die af en toe wat saai werden) en ontroerde met zijn korrelige en enorm straffe kopstem. Dat hij lang schrik had om die te gebruiken en zich vroeger niet kon voorstellen dat hij zijn nummers met zang buiten zijn huis zou brengen, zegt meer over zijn bescheidenheid en te lage zelfwaardering dan over zijn klasse. Alleen jammer dat het niet altijd even boeiend bleef, maar op zijn minst een heel mooie voorbode van wat zou komen.
Valgeir Sigurðsson deed met zijn podiumtijd enkele zeer vreemde dingen. De IJslander heeft vooral zijn strepen verdiend als producer (Feist, Bonnie 'Prince' Billy, Björk), maar is ook al aan zijn derde soloplaat Architecture of Loss toe. Zijn concert kon je grofweg in twee delen, waarbij hij bij het eerste deel voornamelijk achter zijn laptop plaatsnam en clashte met een celliste en violiste. Die nummers leken niet altijd ergens naartoe te gaan en hoefden blijkbaar ook niet goed te klinken. Mijn aandacht verschoof dan ook regelmatig naar de decibelmeter die plots interessanter leek (en trouwens heel de avond lang nooit ver boven de 90 dB uitsteeg). Naar het einde toe nam hij vaker plaats achter zijn piano en ging het er harmonieuzer aan toe. Hij bracht nog twee 21ste eeuwse versies van 16de en 17de eeuwse composities ("we bewegen dichter naar het heden" kondigde hij bij dat laatste nummer droogweg aan) en bracht nog een prachtig eindnummer.
De hoofdact van de avond was wellicht degene waar de meeste mensen voor kwamen en hij overvleugelde de rest ook gemakkelijk. Olafur Arnalds kwam op met zijn vier strijkers en bracht meteen het publiek aan het lachen met zijn typische stuntelige grapjes en Engels met een IJslands accent. Net als in Leuven een half jaar geleden begon hij met het vragen van hulp aan het publiek om de grondlaag voor zijn eerste nummer te leggen door gezamenlijk één toon aan te houden. Vanaf dat ogenblik had hij iedereen al meegezogen in zijn bloedmooie concert.
Hij begon met nummers uit vorige cd's (...And They Have Escaped The Weight Of Darkness en Living Room Songs) in een puur en akoestisch begin. Enkel hij met zijn piano en de vier strijkers die hij mee had gebracht. In vergelijking met zijn concert in Leuven brachten de extra strijker een veel vollere sound en dit bracht de emotie veel beter over.

Het eindschot werd ingezet bij een wederom fantastische soloprestatie van de violist, die het moeilijke 3326 als een virtuoos bracht en daar een enorme applausronde voor kreeg en verdiende. Olafur zelf was ondertussen van het podium verdwenen, hij verliet zijn eigen show even voor wat later een heel goede reden bleek te zijn. Een kleine golf van verwondering steeg namelijk uit het publiek toen er nog een nieuwe man het podium opstapte. Arnor Dan (we hadden het al aangekondigd) kwam de laatste nummers meezingen en blijkbaar deed hij dit maar enkele shows. We hebben dus geluk gehad.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten