woensdag 29 mei 2013

Concertverslag: Primavera Sound dag 2

Nick Waterhouse was de eerste die we vandaag aan het werk zagen en hij bracht de retro weer helemaal tot leven. Waren aanwezig op het podium: twee achtergrondzangeressen, waarvan een van Afrikaanse origine, een jazzpianist, een saxofoon en een altsaxofoon. Fiftiesrock dus, zoals het hoort, weinig pracht en praal, maar wel een goed optreden.

We trokken dan een podium verder voor wat feel-goodmuziek van Free Fall Band. Een Catalaans groepje dat leuke en aangename muziek brengt, meer moet dat niet zijn. En ook grappig om te zien: de multi-instrumentalist links op het podium. Hij begon met het bespelen van een melodica, liet die plots vallen om snel een klarinet op te rapen en verder te kunnen spelen, zette die rap op zijn plaats om de keyboards te bemannen en raapte heel vlug zijn saxofoon op om nog op tijd te kunnen invallen, en dat allemaal tijdens het eerste lied.

Op hetzelfde moment mocht halve hype Peace het Primavera-podium voor hun rekening nemen. Er cool en hip uitzien vinden ze zelf duidelijk haast even belangrijk als goeie muziek maken. Maar waar het in het begin nog klonk als een zoveelste stelletje Britpoppers, kwam er naar het einde van de set toch wat meer schwung in, en kwamen er vooral wat betere nummers voorbij. 'Bloodshake' en 'Lovesick' zijn heel catchy singles, punt, maar het was vooral het lang uitgesponnen '1998 (Delicious)' van op de EP 'Delicious' dat ons er van overtuigde dat deze band wel degelijk een meerwaarde kan vormen tegenover de vele ongeveer hetzelfde klinkende Britse genregenoten.

Het hoofdpodium werd hierna volledig in vuur en vlam gezet door Django Django, die bewezen dat sommige hypes ook echt wel volledig terecht zijn. De wat Hot Chip-achtige nerds wisten volledig te overtuigen met hun bijzonder aanstekelijke combinatie van electronica, surf en pop. De nummers overstegen live allemaal de albumversie, en onder andere 'Hail Bop', 'Default' en 'WOR' zorgden voor enkele mooie hoogtepunten. In een tent zou het ongetwijfeld nog een pak beter tot zijn recht komen (zoals op Rock Werchter binnen enkele weken), maar wij waren ook nu al volledig overtuigd van dit collectief.

We vroegen ons op voorhand heel erg af hoe het gesteld zou zijn met de bekendheid van Solange moest ze niet het 'zusje van' zijn, en achteraf bleven we eigenlijk nog steeds met die bedenking zitten. Slecht was het niet, de jongedame kan zeker wel zingen, de begeleidende band stond er (zowel op muzikaal vlak als op vlak van uitzicht en danspasjes enzo) en de cover van 'Stillness is the move' van Dirty Projectors getuigt van een heel goede muzieksmaak. Toch ontbrak er volgens ons iets: echt goeie nummers, en ook de soort van echtheid die bij zulke popprinsesjes dikwijls ver te zoeken is. Kortom, een niet onaangenaam popoptreden, maar ook niet meer dan dat, we blijven ons afvragen of ze even bekend zou zijn zonder die beroemde zus.

The Jesus and Mary Chain dan (waarover we ook eerder al een artikel schreven), net als The Postal Service op dag 1 één van die heel exclusieve bands waarmee Primavera jaarlijks uitpakt. De verhalen over de agressieve live-shows van vroeger in het achterhoofd houdend verwachtten we ons aan een energiek shoegaze-optreden, maar het tegendeel bleek waar. Het werd een vrij statische show, en ook qua muziek (we kenden op voorhand slechts een vijftal nummers) kregen we eerder een vrij doorsnee 80's rock oeuvre aangeboden, waar we eerder intense shoegaze verwacht hadden. Nummers als 'Happy when it rains', 'Some candy talking' en het prachtige 'Just like honey' stonden wel als een huis, maar over het geheel hadden we er toch heel wat meer van verwacht.

De wereldmuziek van Tinariwen, die mochten aantreden op het arena-vormige 'Ray Ban'-podium (veruit ons favoriete podium van het festival), was dan weer om duimen en vingers bij af te likken. Mannen in tulband die djembé, gitaar en enkele vreemd ogende instrumenten bespeelden. Zeer te pruimen en vooral heel erg tof als je ergens kon neerzitten om op je gemak naar deze Malinezen te luisteren.

Dan trokken we richting het Vicepodium voor Daughter. Dit podium ligt vlak aan de zee en tekent voor een van de meer pittoreske podia op dit festival. Elena Tonra en kornuiten begonnen wel zo'n zes minuten te laat om dan af te trappen met Winter. Meteen viel de schoonheid van hun muziek op en wat ook opviel: het optreden was veel beter en minder saai dan dat in de Club van Pukkelpop, en zorgde hier voor een hoogtepunt op deze festivaldag. De nummers kwamen stuk voor stuk live veel beter en steviger uit de verf dan toen, en ook met de prachtige stem van Tonra zat het zeker goed. Gaven ook nog acte de présence: Smother, Youth en Still. Waar de Britten wel zeker nog aan moeten werken, is de vlotheid van de set. Zo was er veel tijd tussen de nummers en verontschuldigde Tonra zich hier enkele keren voor.

Op hetzelfde podium speelde nadien How To Dress Well. Het experimentele popproject van Tom Krell, ergens wel wat te vergelijken met dingen als Jamie Woon en James Blake, maakte enorm veel indruk op ons. De 'hipster R&B', zoals hij het zelf noemt, wordt mooi ondersteund door electronica en viool, maar het is toch vooral de enorm breekbare, hoge stem van Krell die hiervan iets speciaals maakt. De stem die helemaal centraal staat in deze muziek, en door het gebruik van twee micro's (1 gewone en 1 met een soort van echo op) nog beter tot uiting komt. De bekendere nummers als 'Cold nites' en '& it was u', maar ook de albumtracks en zelfs de cover van Janet Jackson, allemaal raakten ze diep. Als laatste kregen we nog een nieuw nummer, volgens de man zelf een poging om in Ibiza te mogen optreden. How To Dress Well bewees ermee dat ze ook met smaakvolle beats overweg kunnen. Een tweede hoogtepunt van de dag, en een grote toekomst lijkt weggelegd voor deze Tom Krell.

Op hetzelfde moment speelde op het hoofdpodium de grootste naam van het festival: Britpophelden Blur. Een fantastische best of-set werd het, ideaal voor diegenen die de band in zijn gloriejaren niet kunnen zien hebben. Naast dit bombardement aan hits (we waren alweer vergeten hoeveel ze er wel niet hebben) waren we ook bijzonder gecharmeerd door de ziel die Damon Albarn erin legde, een klasbak die zijn stempel toch heeft achtergelaten in de popmuziek.

Swans kondigde zich aan als een metalconcert, maar dan was dit een van de meest originele die ik ooit al gezien heb. Zware gitaren, harde drums en alles wat je wil, maar wel heel erg experimenteel. Zo werden er vaak soundscapes gecreëerd en waren er soms post-rockelementen te ontwaren. Dat ze in het verleden vaak voor onrust gezorgd hebben (zo werden bij sommige optredens mensen ziek van het brute en fysieke geluid dat ze op het publiek loslieten en heeft de politie meerdere venues moeten sluiten na een optreden van de heren) was nu ook duidelijk. Een van luidste en meest overdonderende optredens die ik ooit al gezien heb.

En dan The Knife, alle slechte recensies die ze tijdens deze tour kregen ten spijt, blijven wij hun Shaking the Habitual tournee geweldig vinden. Ja, het is vaak niet live en ja er staat veel op tape, maar is dat daarom erg? We vinden het toch allemaal niet erg dat Roger Waters straks op Werchter met ondersteuning van tape The Wall gaat brengen, net zoals we het Ellie Goulding niet kwalijk namen in de AB onlangs. De Zweden speelden trouwens een iets kortere set dan in de AB eerder deze maand. Het talrijk opgekomen publiek ging heel erg op in dit concert en eiste na de laatste noot van 'Silent Shout' meer. Dat kwam er helaas niet, en iedereen droop dan maar af. Om nog even terug te komen op het niet live gedeelte halen we de gevleugelde woorden van een van onze vrienden boven: "Het zou niet zo goed zijn, als ze alle instrumenten live zouden spelen, maar de show zou ontbreken." Daar kunnen we ons alleen maar bij aansluiten.

Toch nog deze bemerking: de hoofdbedoeling van The Knife is misschien wel net het zaaien van twijfel, de mensen aan het denken zetten. Dit zorgt er dan wel weer voor dat het feit dat we de show nu voor de tweede keer  op enkele weken tijden zagen een heel wat mindere beleving veroorzaakte, aangezien we nu eenmaal over alles dat gebeurt op het podium als eens eerder nagedacht hadden.

De festivaldag afsluiten deden we met het producersduo Disclosure, bestaande uit de broers Guy (die overigens 22 werd) en de nog 3 jaar jongere Howard Lawrence. Een album hebben de heren nog niet, maar hun recente singles als 'Latch' en 'You & me' waren er wel allemaal boenk op zoals ze zeggen. Ook live wisten de heren te overtuigen met een enorm dansbare set die ons op dit onchristelijke uur even onze vermoeide benen deed vergeten. We vreesden op voorhand een beetje dat de niet-singles Chase & Status-gewijs nogal plat zouden zijn, maar gelukkig was niets minder waar: zowel de singles als de andere deep-house achtige tracks zorgden voor een uitzinnige sfeer bij het talrijk opgekomen publiek. Het enige jammere is misschien dat alle zang op tape stond, maar goed, gastzangers meebrengen is misschien iets voor als ze nog wat groter zijn. Toen het na afsluiter 'Latch' al weer licht begon te worden zat ook de tweede, heel geslaagde, primaveradag erop.
Aron & Corneel

Geen opmerkingen:

Een reactie posten