donderdag 28 februari 2013

Concertverslag: Sigur Rós (Vorst Nationaal)



Reviews van Sigur Rós zal je genoeg vinden op het internet. Elke zelfrespecterende muzieksite heeft minstens één mannetje naar Vorst Nationaal gestuurd, en vermoedelijk wilde heel de crew wel mee. Daarom schrijf ik hier ook geen zoveelste review vol superlatieven vanuit een objectieve invalshoek. Neen, dit is een allerpersoonlijkst verslag van een ervaring die ik nooit zal vergeten. Omdat Sigur Rós al sinds mijn ontluikende interesse in muziek mijn favoriete band is en een band die ik enkel beluister als ik alleen ben en er nood aan heb, en omdat dit door omstandigheden de eerste keer is dat ik ze eindelijk live kon zien.

Ik stresste eigenlijk al een aantal uren op voorhand. Het besef begon stilaan te dagen dat het concert waar ik al jaren naar uitkeek me nu eindelijk niet meer kon ontglippen. Twee uur voor Sigur Rós begon was ik dan ook al de deuren van Vorst Nationaal gepasseerd. Blanck Mass - het voorprogramma dat een saaie ambient-dj zonder dansbaarheidsfactor leek te zijn - hielp ook niet echt om de tijd te doden.

En dan komt dat gevoel van ongeloof en euforie als je ze één voor één het podium ziet opstappen. Openend met... Yfirborð. Hm, watte? Op voorhand was al duidelijk dat ze Brennisteinn uit de nog te releasen plaat gingen brengen, maar nog eentje? Ach, goed, als het er maar twee zijn dacht ik... Het concert begon voor mij pas echt bij Í Gær. De heel rustige intro werd plots beëindigd met een enorm luide mokerslag van Orri, in elke betekenis van het woord, waarna de remmen los gingen, zowel op het podium als bij mij. De eerste tranen stonden al in mijn ogen. Het lichtspektakel met de projecties op zowel een witte (doorschijnende) doek voor hen als een gewone achter hen maakte het plaatje compleet. Blijft het zo duren, dacht ik, kan ik zoveel emotie en pracht dan wel aan?

Ny Batteri volgde, helaas een nummer dat naar mijn persoonlijke Sigur Rós-maatstaven iets minder is, maar wat volgde maakte dat meteen goed. Vaka. Untitled #1. Het nummer dat altijd al mijn favoriet is geweest. Het nummer dat ik bij elk moeilijk moment in de laatste jaren had beluisterd, en dus gedrenkt is in herinneringen en de bijhorende emoties. En dat met die prachtige clip op de achtergrond geprojecteerd. Bij noot één kwamen de tranen al, en dat duurde nog tot ver in het volgende nummer. Het meest intense moment uit mijn leven.

Brennisteinn hierachter plaatsen voelde alsof men me eerst volledig hadden afgebroken, en daarna bij mijn gebroken lichaam een overwinningsdans begon. Net bekomen kreeg ik Sæglopúr te verwerken, het nummer waardoor ik Sigur Rós leerde kennen. In combinatie met het prachtige lichtblauw van de zee (Lost At Sea is de Engelse vertaling) was dit buitenaards hoogtepunt nummer twee.

Olsen Olsen was voor het concert één van mijn minst favoriete nummers op Ágætis Byrjun, maar live zag ik de pracht in van het nummer, vooral bij het einde. Binnen een half uur was ik van een diepe tristesse overgegaan naar een geluksgevoel dat ik zelden had ervaren. E-Bow gaf me de kans om weer even op adem te komen, en de glimlach die me al sinds Sæglopúr op de lippen stond, kreeg ik er niet meer af, zelfs al komt het begin van dat nummer uit de duisterste hoekjes van de ziel. Het was puur genieten. Alhoewel ik me op dat moment toch voor de eerste keer had afgevraagd - jawel - of mijn verwachtingen vooraf niet te hoog waren geweest. Het concert begon een beetje te kabbelen, de grootste vloedgolf leek voorbij.

Alsof Jonsí me doorhad, maande hij me aan voorzichtig te zijn met conclusies, Varuð. Met de even eenvoudige als bloedmooie clip op de achtergrond en het fantastische refrein door koor en Jonsí's falsettostem, deed het wat ik verwacht had. Een traan viel op mijn gekruiste armen, waarmee ik vooral een houvast zocht bij mezelf. Hoppípolla maakte me opnieuw intens gelukkig en terwijl ik me tot dan toe vooral alleen met Sigur Rós had gevoeld, voelde ik me plots verbonden met de rest van het publiek, dat samen met me euforisch werd en het witte licht over zich heen geprojecteerd kreeg. Onverwacht volgde ook nog Með Blóðnasir, waarbij Jonsí het publiek zelfs schuchter aanmoedigde om mee te doen.

Voor ze voor het eerst van het podium afstapten, kregen we nog Glósóli en Kveikur te horen. Het moment waarop ik voelde dat er nog veel meer in zat dan wat we hadden gekregen. Achteraf bleek dan ook dat vier nieuwe nummers, die we nog nooit hadden kunnen beluisteren en die met te luide bas en elektronica toch niet deden wat de rest van de nummers wel konden, ervoor zorgden dat Viorar Vel Til Loftarasa, Festival en Hafsól waren afgevoerd. Nummers die ik echt miste om er een perfécte avond van te maken. Dan hoop je toch weer even dat je wat vroeger geboren was, of niet naast tickets voor het Rivierenhof had gegrepen. Maar wie ben ik om meer te vragen dan alles wat ik al gekregen had.

Natuurlijk kwamen ze nog terug. Popplagið, een nummer waar ik enorm veel van verwachtte, is de vaste afsluiter van hun optredens, dat wist ik. Svefn-G-Englar bracht me in een tien minuten durende roes, waarna ik geschokt was dat het viérde nummer van de nieuwe plaat werd opgevoerd. Ik vreesde even dat ze Popplagið in de vuilbak hadden gegooid. Hrafntinna maakte die schok echter goed, omdat dit echt wel een prachtig nummer was en het einde met enkel treurende trompetten me nederig het hoofd deed buigen. Met Popplagið gooide ik mijn laatste restjes energie eruit en wist ik me simpelweg geen houding meer te geven. De lichten ondersteunden voor de laatste keer magnifiek het muzikale schouwspel, alleen waren de hoge verwachtingen en de kleine ontgoocheling over die dekselse nieuwe nummers toch binnengedrongen. De afsluiter werd zo minder episch dan ik vermoed had.

Het duurde nog een tijdje, tot op dit moment eigenlijk, vooraleer ik dat kon afschudden en besliste dat dit zonder twijfel een van de beste concerten moest zijn die ik ooit zou meemaken. De nieuwe nummers hadden er dan wel voor gezorgd dat het niet één enorm hoogtepunt, maar een afwisseling van fantastische momenten en "maar" zeer goede nummers was geworden, wat ik had meegemaakt en gevoeld was onbeschrijfelijk en niet onder woorden te brengen.

En dat is het relaas van mijn eerste keer Sigur Rós. Nog steeds nagenietend en op dit moment niet in staat iets anders te beluisteren dan mijn IJslandse helden.
Maarten


Geen opmerkingen:

Een reactie posten