zaterdag 13 juli 2013

Festivalverslag: Rock Werchter dag 1

Zoals u ongetwijfeld al weet, krijgt u deze zomervakantie alleen artikels over festivals en concerten voorgeschoteld, en het eerste krijgt u nu. Het was al een hele poos geleden dat we ons nog eens naar de weide van Werchter trokken. Te dure kostprijs, te onoriginele en voorspelbare line-up en dergelijke noopten ons de bezoekjes aan de Schuer zijn themapark op te zeggen. Maar dan komt daar een gratis combi-ticket aangewaaid en zijn we natuurlijk vertrokken. In mijnen tijd, zo zou ons opa dat toch zeggen, waren er nog maar twee podia en over dat derde podium kan toch wat gezegd worden. Het extra podium biedt uiteraard een extra mogelijkheid om artiesten aan te trekken en daardoor is er nu altijd wel iets te zien op de wei. Maar, beste heer Schuermans, misschien is het een goed idee om je tenten aan de zijkanten open te maken, zodat er niet constant in niet uit te houden temperaturen (tenzij je natuurlijk geboren bent in de Sahara) gekeken, gedanst of wat dan ook gedaan moet worden. Ook is het misschien een goed idee er voor te zorgen dat er schermen buiten de tent staan zodat de mensen die wat later zijn, of gewoon geen plaats hadden in de tent, ten minste dicht bij het podium kunnen volgen i.p.v. een kilometer verder. Dit gezegd zijnde is hier het eerste deel van ons Werchterverslag.

Ons Werchterweekend startte met Laura Mvula en die gaf dan weer een vreemd optreden. In het programmaboekje van een niet nader genoemd weekblad lazen we dat de jongedame last heeft van podiumvrees. "Ze heeft het verkeerde beroep gekozen", hoor ik u zeggen, daar gaan we niet helemaal mee akkoord, want de Afro-Britse beschikt over een geweldige stem en een fijne muzieksmaak. Het optreden zelf kwam wat traag op gang, en was zelfs behoorlijk saai. Op het moment dat de gedachte ons te binnen schoot om andere oorden te gaan opzoeken, zette mevrouw Mvula en haar band een cover in van Bob Marley's One Love. Het publiek kwam meteen wat meer in de stemming en ook het vervolg van de set mocht er zijn. Geen slecht optreden, toch niet voor de volhouders onder ons.

the Barn liep goed vol voor het optreden van Balthazar, volledig terecht want deze jongens hebben het beste wat ons landje te bieden heeft in huis. Dat zag je ook op het podium, de klasse droop er van af en de jongens en meisjes weten duidelijk hoe je een goed optreden geeft. De opstelling (bassist, zangers en violiste vooraan, met daarachter de drums) in samenwerking met de zwart-witbeelden die op de schermen geprojecteerd werden, gaven de duistere, mysterieuze Balthazarsfeer wat extra kracht.

Het leuke aan Balthazar is natuurlijk het feit dat de band twee zangers heeft met elk een heel karaktervol en kenmerkend stemgeluid. Dat zorgt voor een boeiend geheel van nummers voortgetrokken door de stem van Jinte of Maarten. Balthazar oogt misschien wel wat nonchalant, maar is uitermate professioneel. Dat zag je al aan de setlist die goed afwisselde tussen debuutalbum Applause en het meer recentere Rats. Hoogtepunt was ongetwijfeld grote hit The Oldest of Sisters waarbij de hele tent mee brulde, klapte en danste. De nummers klonken strak en het optreden verslapte eigenlijk nooit. Steengoede performance dus!

Op naar Vampire Weekend, waar de  catchy feel-goodmuziek van Ezra Koenig en kornuiten zorgde voor die schaarse zonnige momenten op een anders grijze dag. De New Yorkers brachten een leuke best-ofset met hits als Holiday en Cape Cod Kwassa Kwassa. Voorts lieten ze ook nog weten dat die dag de Amerikaanse Independance Day gevierd wordt, en dat ze telkens op Werchter spelen tijdens die feestdag. Meer dan een nutteloos weetje is het niet, maar we wilden het toch maar even meegeven.

Op hetzelfde moment speelde Jessie Ware in de nieuwe Klub C, de vernieuwde Pyramid Marquee. We stonden eerst wat afkerig tegenover het idee om naar de  jongedame te gaan kijken, aangezien we haar op Pukkelpop hebben gezien in 2012 en toen niet bepaald laaiend enthousiast waren over haar performance (we vonden het wat saai). Niets daarvan deze keer, goede funkmuziek en behoorlijk wat schwung in het optreden. Er werden ook geregeld beats op het talrijk opgekomen publiek losgelaten en die werden telkens goed ontvangen. Natuurlijk ontbraken ook Running en Wildest Moments niet in deze set.

Biffy Clyro zou het Schotse antwoord op Foo Fighters moeten voorstellen en vullen in eigen land gemakkelijk volledige stadions. Het noopte de Schuer tot de volgende gevleugelde woorden: "Biffy Clyro is een van de best bewaarde  geheimen uit de hedendaagse muziek". Na de set die ze speelden, met uitschieter  Biblical, lijkt het ons behoorlijk onwaarschijnlijk dat dit geheim nog lang zal bewaard zal blijven.

Na de Schotse stonerrock zochten we de soulmuziek van Jamie Lidell op. De beste man had in het begin wat moeite om het publiek mee op sleeptouw te nemen, niet moeilijk als je zag wat voor mensen daar rondliepen. Toch gaf hij een gesmaakte passage, maar maakte er pas gaandeweg een echt goed optreden van. Er volgde een soort van korte dj-set, na een volledig solo en a capella gebrachte versie van Music Will not Last. Het was dansen geblazen op onder meer Another Day en Multiply.

Tegelijkertijd was er op de Main Stage natuurlijk ook een optreden aan de gang. Na wat duw- en trekwerk vonden we nog een plaatsje tussen de mensenmassa die ongeduldig wachtte op The NationalDe band opende met twee relatief onbekende, rustigere nummers maar had het publiek al meteen mee. De Amerikanen slagen er in om met redelijk melancholische nummers toch een soort van gelukzalig gevoel bij je achter te laten. Scoren deed de band natuurlijk  met hits als 'Bloodbuzz Ohio' en 'Terrible Love' die luidkeels mee  gebruld werden door het publiek.

Bij die laatste volgde het echte hoogtepunt. Zanger Matt Berninger daalde neder uit zijn Olympus om zich tussen de gewone stervelingen te begeven. Het hoeft niet gezegd dat iedereen wild werd van enthousiasme. Berninger genoot er zelfmet volle teugen van en trok in zijn euforie zelfs zijn micro kapot. Dat The National een rasechte festivalband en een vaste waarde is werd met dit optreden nogmaals bewezen.

Van Bloc Party konden we, met frisse tegenzin, mede dankzij hun wanprestatie op Pukkelpop vorig jaar, en minder enthousiaste reacties over hun passage in de Lotto Arena, nog net de laatste vier nummers meepikken. Het nieuwe Ratchet, en hitjes Helicopter, Flux en This Modern Love. Kele leek er ons nog altijd niet met de volle goesting te staan, maar de  nieuwe dame achter de drum, die Matt Tong ook al in allerijl moest vervangen op Best Kept Secret onlangs, sloeg er allesbehalve naast. Er zit dus beterschap in de groep, net nu ze besloten hebben de pauzeknop nog eens in te drukken, we zien wel wat dat geeft over een jaar of twee.

Dan was het tijd voor de IJslanders van Sigur Rós. Mensen die hier al eens vaker een artikeltje meepikken, weten dat wij onze bewondering voor dit trio niet bepaald onder stoelen of banken steken. Het komt dan ook niet als een verrassing dat dit optreden voor ons het hoogtepunt van de dag (en misschien wel van de vier dagen Werchter die in het verschiet liggen) was. Enkele verschillen met hun passage in Vorst, de jongelui hadden hun befaamde doek, waar ze achter staan tijdens de eerste twee à drie nummers, thuisgelaten en kwamen dus zonder franjes het podium op gehuppeld. Er werd afgetrapt met Í Gaer en er werden wederom vier nummers gespeeld uit de  nieuwe cd, maar deze keer was Hrafntinna afwezig en werd het vervangen door Ísjaki.

Vanaf het begin tot het einde slaagden Jonsi en co er in om je in een magische wereld te laten vertoeven. De violistes en blazers droegen zeker bij aan deze bijzondere sfeer en er werd op een goede manier afgewisseld tussen nieuwe nummers van het recent verschenen Kveikur en vaste warden zoals "Hoppipolla". De nmmers kwamen live nog beter tot hun recht dan op de albums en de redelijk ingetogen Jonsi slaagde er, op zijn eigengereide manier weliswaar, goed in om het publiek te entertainen. De band speelt met zo veel inzet en emotie dat de muziek recht naar je ziel gaat, als je er voor open staat natuurlijk.

We hadden het geluk naast vijf IJslanders te vertoeven en zij konden het niet nalaten de teksten van Jonsi en co simultaan te beginnen vertalen. Een leerrijke ervaring: zo blijkt Ísjaki wel degelijk over een persoon te gaan (zoals we hier al eerder vermoeden), en kregen we de lyrics zowaar voorgeschoteld van twee IJslandse schonen. Leuk moment nog: het bleek de verjaardag van drummer Orri Páll Dyrason te zijn, er werd een taart met kaarsjes het podium opgedragen en het publiek hief een verjaardagslied aan. Het moet niet gezegd dat dit onze avond compleet maakte en toen er afgesloten werd met Popplagid vonden we dat, zoals altijd, spijtig.

Naderhand vonden we het tijd om een dansje te gaan placeren op Belgische trots Netsky. En die trots blijkt ook volledig terecht. Boris en de zijnen brachten de sfeer er goed in, niet moeilijk met hits als Give&Take, Puppy, Love has Gone en vele andere. Een werkpuntje: de vlotheid van de set. zoals we al zeiden zat de sfeer er goed in, maar dat werd vaak gefnuikt door de pauzes tussen de nummers waarbij gastzangeressen voorgesteld werden of de MC zijn zegje moest doen. Hierdoor moest er bij elk nummer opnieuw opgebouwd worden naar die sfeer. Maar over de gehele lijn een geweldige afsluiter van een heel erg goede dag op de wei van Werchter.

Evelien en Aron

Geen opmerkingen:

Een reactie posten