vrijdag 30 november 2012

Concertverslag: Bat For Lashes (Ancienne Belgique)


Bat For Lashes – Ancienne Belgique


Onvergetelijke reis naar de wereld van Bat for Lashes

Bat For Lashes, het alter ego van Natasha Khan heeft net een schitterende nieuwe plaat uit en, volgens zij die er bij waren, speelde ze eerder dit jaar al de weide van Werchter plat. Khan zelf vond België blijkbaar ook tof en besloot dan maar om haar tournee af te sluiten in de Brusselse Ancienne Belgique en nog een keer de pannen van het dak te spelen.

Maar laten we beginnen met het voorprogramma dat dit keer verzorgd werd door de Welshe band Race Horses. De stem van zanger Meylir Jones deed bij wijlen denken aan die van Patrick Wolf, maar dat was dan ook de enige positieve noot (flauwe woordspeling, we weten het) die over deze band te schrijven valt. We hebben nog maar zelden een slechter en nuttelozer voorprogramma gezien en we zullen daar dus geen verdere woorden aan vuil maken. Het publiek kon Race Horses ook maar matig smaken en het bleef voor iedereen wachten op Bat for Lashes.

Rond twintig na negen was het dan zover. Khan betrad het podium in een bruin-witte jurk en opende sterk met 'Lillies'. Het viel meteen op dat ze er zin in had en ging verder met een trio van oudere nummers, 'What’s a Girl to do', 'Glass' en 'Travelling Woman' werden nog eens van stal gehaald. Dat bleek een voorbode te zijn voor de rest van het optreden waar Bat for Lashes het goede evenwicht zocht en vond tussen 'The Haunted Man' en haar vorige platen 'Two Suns' en 'Fur and Gold'.

Nadien kwam Oh 'Yeah' en Khan danste zich de ziel uit het lijf op dit toch wel vreemd genoeg, sensuele nummer. De danspasjes werden verder gezet met 'All your Gold'. Het viel op dat de meeste nummers van 'The Haunted Man' nog beter klinken live dan op plaat, zo ook met 'Horses of the Sun'. Khan speelde met het publiek en sleurde hen mee naar haar ietwat bizarre wereld.


Na een korte tussenstop in 'Fur and Gold' met 'Horse and I', kwamen we bij het, voor ons, hoogtepunt van de set; 'Laura'. Dat is volgens ons het beste nummer van de nieuwe cd, en dat werd live nog eens extra in de verf gezet. Ze stond alleen achter de micro, terwijl een van de bandleden plaats nam achter de piano. Ze pakte de hele zaal in met deze mooie ballad en legde het, tijdens de andere nummers heel enthousiaste en rumoerige, publiek het zwijgen op.

Nadien volgde nog 'A Wall', een lied over het zoeken naar nieuwe mogelijkheden om daarna de reguliere set af te sluiten met 'Sleep Alone' en 'Pearl’s Dream'. We hadden een fantastisch concert gezien, maar bleven nog even wachten op de obligate bisronde. Ondertussen mijmerden we over het feit dat Natasha Khan een hele evolutie heeft ondergaan als frontvrouw. Van een timide, zich-achter-de-piano-verschuilende jongedame tot een zelfverzekerde, innemende zangeres.

De bisronde was er een van korte duur, maar kende een hoge intensiteit. Bat for Lashes ging voor 'The Haunted Man' en ze deed hiervoor beroep op een van de vreemdste instrumenten die we ooit al op een podium zagen, een soort van oude transistorradio, om nadien de nacht in te duiken met 'Daniel', waarbij de  zangeres zich voor de elvendertigste keer de ziel uit het lijf danste. Het publiek werd extatisch bij deze laatste en kon wel en tevreden huiswaarts keren.


Bat for Lashes in de Ab was een van de betere dingen die we al zagen en dit concert komt in aanmerking voor de top drie van concerten van het jaar. Wat zijn wij nog altijd heel erg blij dat Khan er uiteindelijk voor gekozen heeft om muziek te blijven maken in plaats van haar tijd te gaan verspillen in het onderwijs. De zangeres kan nu rustig gaan genieten van welverdiende rust in haar moestuin.

 
Aron

donderdag 29 november 2012

Concertverslag: Mono (Vooruit)



Naar een post-rockgerelateerd concert gaan is altijd afwachten en vooral hopen. De interactie met het publiek is vaak afwezig, er zijn geen meezingmomenten, er zitten vaak repetitieve stukken in de set (die zowel hypnotiserend en opzwepend als saai kunnen zijn), enz. Er valt enkel te luisteren, en dus zit er niets anders op dan te hopen dat zo'n groep net dat tikkeltje meer emotie en meeslependheid kan overbrengen live dan ze op plaat doen. Het was dan ook uitkijken naar hoe Mono, de vierkoppige Japanse band (hebt u ooit al eens Aziaten op een podium gezien?) het in de concertzaal van de Vooruit zouden doen.


Voor het Europese deel van hun tournee met hun nieuwe plaat For My Parents hebben ze gekozen voor Microphonics als voorprogramma. Dit is het soloproject van een onbekende Belg Dirk Serries. Hij bracht een 25-minutenlange compositie, waarbij hetzelfde 5 à 10 secondenlange stukje, opgebouwd uit een noot of 3 en een effect gelijkend op het geluid van een zeezoogdier, telkenmale werd herhaald. Of zou de verandering telkens zo subtiel zijn dat het einde toch verschilde van het begin? Geen idee, het was in ieder geval een van de vreemdste en obscuurste dingen die we ooit op een podium hebben gezien. En opmerkelijk: het verveelde niet écht. Memorabel was het anderzijds ook weer niet...


Mono zelf dan. Met een soort van inleidende drone kwamen ze het podium op, waarna ze meteen aan dé parel van hun nieuwe plaat begonnen: Legend. Het eerste hoogtepunt was een feit. Helaas gebeurt er live ook met Mono wat er op cd gebeurd: het is allemaal zo goed als hetzelfde. Leg een van hun platen op, en na een tijdje vergeet je dat er muziek speelt. Bij elke wending in hun muziek denk je: "wauw, dat was geniaal!", waarna het nieuw aangesneden deel van hun set opnieuw verzandt in een soort van herhaling. Vooral na drie nummers van gelijkwaardige en opbouw lengte (die trouwens ook de eerste drie nummers op de nieuwe plaat waren) viel een lichte ontgoocheling in.

Maar dat maakten ze goed door onverwacht hun iets toegankelijkere maar prachige Follow The Map te spelen, een 4-minutenlange op piano gedragen meesterwerkje. De welgekomen afwisseling was er, de verrassing eveneens. Het publiek dacht dat de set naar zijn einde liep met Unseen Harbor, terwijl er ondertussen op los geheadbangd werd bij de zwaardere passages, maar nadat ze een zeer meeslepend einde van Ashes In The Snow hadden gebracht, bleken ze nóg een nummer klaar te hebben. Het voelde aan als een soort bisnummer zonder weggeweest te zijn. Met Everlasting Light gaven ze het publiek de briljante afsluiter van Hymn To The Immortal Wind uit 2008. Het bloedmooie pianostuk met strijkers (voor een beperkt deel van de linkerzaal helaas gestoord door enkele onverlaten die zelfs na boze blikken en opmerkingen luidkeels bleven verderpraten, bij deze: blijf thuis.) gevolgd door een uitbarsting van drums en overstuurde gitaren: een nummer dat beknopt alles weergeeft waar Mono goed in is. Helaas doen ze dat nét niet vaak genoeg.


De setlist:

- Legend
- Nostalgia
- Dream Odyssey
- Pure As Snow (Trails of the Winter Storm)
- Follow The Map
- Unseen Harbor
- Ashes In The Snow
- Everlasting Light


Maarten

woensdag 28 november 2012

Nieuw nummer van Daft Punk gelekt?


Onlangs (we weten het, heel erg snel zijn we er hier niet mee op onze blog) verscheen er op het internet een (zogezegd?) nieuw nummer van Daft Punk. Nu gebeurt zoiets wel vaker, maar toch, het hier niet vermelden zou evenmin goed zijn.

Is het deze keer echt een nummer van op de volgende Daft Punk plaat? Geen idee, dat oordeel laten we aan iedereen persoonlijk over, slecht is het in elk geval niet, maar ons omver blazen, nee, daar slaagt het ook niet in.

maandag 26 november 2012

Discovery: Retro Stefson


Retro Stefson

Het leek ons tijd om nog eens een discovery te schrijven. Dit keer over Retro Stefson, net als een van onze vorige discoveries, Sóley, ook uit IJsland. We schrijven deze discovery met graagte, want wie had immers gedacht dat de beste Europees-Zuid-Amerikaanse-Afrikaanse-Noord-Amerikaanse cocktail uit een noordelijk eiland ergens te midden van de Atlantische Oceaan. It’s not Latin, Blues, Surf or Hard Rock, it’s Dance music”, zie hier Retro Stefson.

Retro Stefson begon als een project in de middelbare school, en is nu, in betrekkelijk korte tijd uitgegroeid tot een van de meest populaire bands van IJsland. Concerten zijn steeds in een mum van tijd uitverkocht en het is altijd over de koppen lopen als ze ergens optreden. Dat is begrijpelijk want de jongens en meisje zorgen altijd voor een geweldige zuiders sfeer die in IJsland veelal ver te zoeken is.


De zevenkoppige band bestaat uit, de namen geven we u eigenlijk alleen mee voor de volledigheid, Logi Pedro Stefánsson, Haraldur Ari Stefánsson, Unnsteinn Manuel Stefánsson, Þórður Jörundsson, Þorbjörg Roach Gunnarsdóttir, Jon Ingvi Seljeseth, Gylfi Freeland Sigurðsson. Ze hebben net hun tweede cd uit, waarop ze schijnbaar volwassener geworden zijn. Waar de eerste cd 'Kimba' nog uitblonk in speelsheid, zoals in de, mogen we hits zeggen, 'Velvakandasveinn' en titeltrack 'Kimba'.

De speelsheid van 'Kimba' heeft op de nieuwe plaat, simpelweg 'Retro Stefson' genoemd, plaats geruimd voor iets meet serieux, maar nog steeds leuk zoals het nummer 'Glow'. Toch heeft de groep niet aan originaliteit of frivoliteit moeten inboeten. Zo zingen de zeven nog steeds in het IJslands, Engels, Portugees en Frans en zorgen ze nog steeds voor de tofste disco, de beste beats. Ze zijn zeker een band die het ontdekken waard is, maar een optreden van hen is dat nog meer.




zaterdag 24 november 2012

Single van de week: S O H N - The wheel


Kort geleden dook dit nummer in muziekblogland op, en meteen slaagde S O H N er in om behoorlijk wat fans te verzamelen. Wie het is enzo, geen idee, we weten alleen dat dit nummer het eerste is van zijn eerste EP, en dat het heel speciaal, vrij uniek, en in feite ook wel heel erg goed is. Zeker eens luisteren!



vrijdag 23 november 2012

Concertverslag: The XX (Lotto Arena)


The XX - Lotto Arena

Intimistische schoonheid

The XX live in Antwerpen, daar moesten we bij zijn. Niets of niemand zou ons tegenhouden en dat gebeurde dan ook niet. Gelukkig maar, de Britten slaagden er in het talrijk opgekomen publiek stil te krijgen met hun trage, dromerige pop.

Maar eerst het voorprogramma, en wat voor een. Niemand minder dan Austra zou ons gaan opwarmen voor The XX. We weten dat bij de meesten onder jullie de naam Austra niet echt een belletje zal doen rinkelen, maar wij waren heel erg blij toen we dit nieuws vernamen. Zoals we al zeiden, is Austra niet zo heel erg bekend in onze contreien, daarom deze korte inleiding. Austra is een Canadese band, opgebouwd rond frontvrouw Katie Austra Stelmanis (nu weet u ook meteen waar de groepsnaam vandaan komt). Ooit scoorden de Canadezen een bescheiden hit met het geniale ‘Lose it’. Austra slaagde erin ons te overtuigen, maar dat gold blijkbaar niet voor de rest van het publiek, die het toch wat minder konden smaken. Daar bracht het voorheen genoemde ‘Lose it’, de afsluiter, verandering in. Voor ons was de avond al grotendeels geslaagd.



The XX opende, achter een vrijwel transparant gordijn, met ‘Angels’, een beetje schlemielig zoals de Sigur Rós van den Aldi. Daarna viel het doek neer, tot jolijt van het publiek. De Britten gingen verder met ‘Heart Skipped a Beat’, om daarna ‘Infinity’ boven te halen. Romy Madley Croft ontpopte zich hierbij tot een sterke, zelfverzekerde frontvrouw, dat waren we niet gewoon van het anders zo kwetsbare en timide drietal, maar geen erg. Nadien vond Oliver Sim dat zijn tijd gekomen was en hij sprak de zaal even toe met de woorden: “We’ve never seen an arena so quiet’. Het publiek antwoordde door een oorverdovend geluid te produceren.

Jamie XX speelde onlangs nog op I Love Techno in Gent en soms leek het alsof hij het gevoel had dat hij dat nog eens in de verf moest zetten. Zo werden de nummers ‘Sunset’, ‘Reunion’, ‘Swept Away’ en ‘The Night’ feilloos aaneengeregen en omgetoverd tot echte dancetracks, op het randje van House af soms, het publiek danste en amuseerde zich rot.

Het tempo werd dan uit de set gehaald en Sim en Croft begonnen, soms weifelend, een ziek spelletje van aantrekken en afstoten met elkaar en het publiek te spelen. In ‘Missing’ trokken ze elkaar aan om dan, met eenzelfde kracht elkaar weer af te stoten met ‘Tides’. Dit spelletje speelden ze soms letterlijk in hun bewegingen, zo voerden ze een schaduwdans met elkaar uit, op zo’n manier dat halzen van hun instrumenten elkaar bijna beroerden, maar net niet botsten.

We zeiden daarnet dat enkele nummers omgetoverd werden tot opzwepende dancetracks, maar het omgekeerde was ook waar en verschillende nummers werden een veel trager tempo aangemeten. Zo werd het ‘go slow’-refrein van ‘Chrystalised’ gedesabstraheerd door het nummer zachtjes te laten uitdoven en toverde The XX de Lotto Arena om tot een heuse, veilige schuilplaats met ‘Shelter’.

Na de set kwamen de drie nog eens terug voor een, weliswaar, korte bisronde. ‘Our Song’, het enige nummer dat we ons daaruit kunnen herinneren, was een mooie afsluiter voor een tof concert. Het Britse drietal speelde een verbluffend optreden en wij hopen dat ze ons de volgende keer nog eens binnen laten in die knusse, intieme, doch donkere wereld van hen.

Aron

donderdag 22 november 2012

One Hit Wonderland: Noir Désir - Le vent nous portera



                                   Noir Désir – Le vent nous portera


De band


Noir Désir is een Franse groep actief van 1983 tot 2010. Gedurende die periode waren ze één van de populairste rockbands in Frankrijk, met verschillende albums die meer dan een miljoen keer over de toonbank gingen, maar buiten Frankrijk scoorden ze slechts deze ene hit. Muzikaal gezien ligt ‘Le vent nous portera’ niet helemaal in het verlengde van het oeuvre van Noir Désir, dat over het algemeen iets steviger rockt. “l’ Homme pressé” is hier een goed voorbeeld van. Hun laatste album, ‘Des visages des figures’, waar ook deze ene grote hit op staat, is echter een stuk rustiger dan het vorige werk. Dit album kwam trouwens uit op 11 september 2001, een dag die we ons allemaal nog wel herinneren…

Het meest opvallende aan de band is jammer genoeg een gebeurtenis uit 2003. Op een dronken avond in een hotel in Vilnius, Litouwen, kwam het tot een ruzie tussen zanger Bertrand Cantat en zijn toenmalige vriendin (Marie Trintignant), waarbij hij enkele rake klappen uitdeelde. Enkele dagen later bezweek ze aan haar verwondingen. Cantat werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 jaar, waarvan hij er 4 effectief moest uitzitten. Na zijn vrijlating kwam er nog wel een korte poging om de band, die nooit gesplit was tijdens zijn gevangenschap, nieuw leven in te blazen, maar in 2010 hielden ze er dan toch definitief mee op.

(nog een klein weetje voor zij die Gouden Palm-winnaar Amour van Michael Haneke gezien hebben, hoofdrolspeler Jean-Louis Trintignant is de vader van Marie Trintignant...)


Het nummer

‘Le vent nous portera’, de eerste single van ‘Des visages des figures’, bereikte onder andere de eerste plaats in de Italiaanse hitlijsten, de derde plaats in Frankrijk en de zevende plaats in België. Het nummer is geschreven in samenwerking met Manu Chao, die ook een deel van de gitaarlijn inspeelde.




 Corneel

woensdag 21 november 2012

Nieuwe muziek van oude bekenden


Enkele oude bekenden lieten onlangs iets nieuws op de wereld los. Niet allemaal even overtuigend daarom, maar toch interessant genoeg om er hier een berichtje aan te wijden.


Stereophonics - In a moment
Een vrij klassiek Stereophonics-nummer, vrij donker wel. Ze hebben ooit wel al beter geschreven, maar toch weer een heel sterke melodie in het refrein.



Ben Howard - Call me maybe (Carly Rae Jepsen cover)
Inderdaad ja, een cover van het tenenkrullende 'Call me maybe', en het moet gezegd zijn, complimenten aan Ben Howard, hij maakt er zowaar echt een goed nummer van.




Jim James - Know till now
Jim James, horen we u zeggen? Een oude bekende in die zin dat het de zanger is van My Morning Jacket, van wie de eerste solo-cd in februari in de rekken ligt. Zonder veel twijfel het beste nummer uit dit overzichtje.



Jamie Lidell - What a shame
Een vrij experimenteel maar toch ook heel herkenbaar nieuw nummer van popprins Jamie Lidell. Wij zijn nog niet helemaal overtuigd, maar goed, heel vaak hebben we nog niet geluisterd.



Johnny Marr - The messenger
Het eerste solowerk ooit uitgebracht door Johnny Marr, en meteen ook de voorloper van het eerste soloalbum van de legendarische gitarist van The Smiths. Vrij standaard britpopnummer, maar zeker de mooie gitaarlijnen zorgen ervoor dat het toch net iets boven de middelmaat uitstijgt.



Corneel

dinsdag 20 november 2012

Don't look back in anger: David Bowie, een muzikale kameleon



Onlangs kon u op onze blog een kort verslagje lezen van ‘Dave’, de film over David Bowie, tijd om ook het fenomeen Bowie zelf eens onder de loep te nemen.




David Bowie (echte naam David Robert Jones) begon zijn carrière als saxofonist en zanger bij bandjes als The Lower Third. Medio 1967 bracht hij zijn eerste album uit, ‘David Bowie’ getiteld, een plaat die toen nog mijlen ver lag verwijderd van de sound waarmee hij later zo populair werd Dat was toch even anders met het in 1969 uitgebrachte ‘Space Odyssey’, waarvan de titelsong trouwens gebruikt werd bij de maanlanding. Het werd een commercieel succes, vooral dan in het Verenigd Koninkrijk. Vanaf toen begon Bowie zich als een ware als een echte kameleon te etaleren, met wisselend succes.

De eerste single ooit uitgebracht onder de naam 'David Bowie' (toen nog David Bowie & The Lower Third):


Een eerste in het oog springend alter ego was Ziggy Stardust, een creatie die als het ware een eigen leven begon te leiden. De provocerende uitstraling, de kledij, de geschminkte gezichten en de haardracht kwamen nogal kitch over, maar het werkte wel. Het publiek genoot met volle teugen en hij bracht in die periode zeer in het oog springende en populaire platen op de markt als ‘Alladin Sane’ en ‘The Rise and Fall of Ziggy Stardust and the Spiders from Mars’, één van zijn meest succesvolle albums en ook nu nog steeds een echte klassieker. In 1973 nam hij op het podium afscheid van zijn creatie met de woorden ''dit is niet alleen het laatste concert van deze tour, dit is het laatste concert dat we ooit nog zullen doen''.


Net op het toppunt van zijn succes besloot hij dus een heel andere weg in te slaan. ‘Diamond Dogs’ (1974, één van onze persoonlijke favorieten!) was het eerste album na de Ziggy-periode. Een voor het grootste deel vrij rechttoe rechtaan rock n’ roll album met als thema Bowie’s visie op een apocalyptische wereld, waarop, hoewel het nog steeds aansluit bij de vorige periode, toch al wat aanzetten in een nieuwe richting te horen zijn.

Met ‘Young Americans’ (1975) liet hij dan al een iets groter tipje van de sluier zien, het werd zelfs een beetje een soulplaat om het zo te zeggen. Maar de grote verandering kwam bij het introduceren van The Tin White Duke. Het luide een van zijn meest experimentele periodes in, vaak onder invloed van LSD en andere drugs, en resulteerde in het in Berlijn opgenomen ''Berlin trio'' ‘Low’, ‘Lodger’ en ‘Heroes’. Commercieel misschien net iets minder succesvol, maar tot op heden nog steeds drie albums die staan als een huis en instrumentale meesterwerken bevatten, in samenwerking met Brian Eno. Of neem nu de Klassieker 'Heroes', een song die hem eind jaren ‘70 weer de faam bezorgde van de begin jaren, en Ziggy Stardust niet deed vergeten, maar een andere bladzijde in zijn carrière deed beginnen.

'Scary monsters... and super creeps' (1980) was weer een nieuwe carrièrezet. De invloeden van zijn Berlijn-periode waren duidelijk nog aanwezig, maar er was toch ook een ander geluid merkbaar. Met schitterende songs als 'Ashes to ashes' en 'Fashion' waren zijn eerste stappen in de jaren '80 bij deze gezet.

Hierna ging Bowie wederom een heel andere kant op. In het zog van de zogenaamde New Romantic bands als Duran Duran (die beweerden grote fan te zijn van o.a.Bowie) besloot David te laten zien dat ook hij een commerciële plaat kan maken. ‘Let's Dance’ deed bij fans van het eerste uur de wenkbrauwen fronsen, ook ik heb persoonlijk een liefde/haat ding met deze plaat, maar het zorgde, met onder andere hits als ‘China Girl’ en titelsong ‘Let’s dance’ voor een groot succes bij het grote publiek. Meer nog, 1983 was een echt “Bowie-jaar” om het zo te zeggen. Hij verkocht met moeite zalen uit, speelde op grote festivals en zowel de plaat als de single werden een wereldwijd succes.

Eén van zijn 5 nummer-1 hits in het Verenigd Koninkrijk: Under Pressure samen met Queen:


En toen ging het fout: om te proberen dat succes aan te houden kwam in 1984 ‘Tonight’ op de markt, een veel minder gesmaakt album, met enkel het duet met Tina Turner en enkele nummers samen met Iggy Pop als lichtpunten. Het grote succes van de voorganger bleef uit. Met het in 1987 uitgebrachte ‘Never let me down’ bracht vervolgens hij een van zijn minst sterke albums uit en leek het definitief de verkeerde kant op te gaan, hoewel de daarbij horende “Glass Spider tour” (die hem oa naar Rock Werchter bracht) een visueel spektakel was en dus ook zeer succesvol.


Het werd een tijdje stil rond David Bowie. Eind de jaren ‘80 begon hij dan met Tin Machine een heel nieuw project. De band had niet echt veel succes maar bracht drie pareltjes van albums uit die later wel zouden gezien worden als een mijlpaal.

Solo liet Bowie het commerciële voor wat het was en ging hij terug de experimentele toer op. Dat resulteerde in 1993 in een minder gekend album, 'Black tie, white noise', dat ondanks de fijne songsniet echt tot het grote publiek wist door te dringen.
In 1995 verraste hij vriend en vijand met ‘Outside.1’, waarop Bowie op de toen in opgang zijnde Drum&bass lichting leek in te spelen. Het electronische album vol experimentele deuntjes liet een Bowie zien waarin hij het best is. Het daaropvolgende ‘Earthling’ ging op datzelfde elan door, en bracht hem in 1996 en 1997 opnieuw naar Rock Werchter, waar vooral de heel experimentele uitvoeringen van oudere songs in het oog sprongen. Wat mij persoonlijk betreft waren deze twee albums de terugkeer van de experimentele David Bowie waar ik altijd heb van gehouden.


De schitterende en sterk onderschatte albums ‘Hours’ (1999), ‘Heathen’ (2002) en ‘Reality’ (2003) lieten een terugkeer zien naar de singer-songwriterperiode van ‘Hunky Dory’. Het zou hem in 2004 normaal gezien naar Rock Werchter brengen, maar jammer genoeg kreeg hij kort ervoor een lichte hartaanval , waardoor hij deze tournee moest cancelen. Het betekende ook meteen het einde van zijn carrière, want buiten sporadisch eens een gastoptreden, o.a. bij een optreden van David Gilmour of Arcade Fire, of backing vocals op platen van o.a. TV On The Radio en zowaar zelfs Scarlet Johansson, lijkt Bowie van de aardbodem verdwenen. Soms verschijnen er wel eens foto's waar hij met zijn dochter over straat loopt, wat doet vermoeden dat David Bowie een brave huisvader geworden is. De vraag dient gesteld, kan je hem dit kwalijk nemen? Na een carriere van meer dan 40 jaar, met ongeveer 140 miljoen verkochte albums, en op de leeftijd van 65 jaar denk ik persoonlijk van niet!

David Bowie is zonder twijfel een fenomeen, wiens invloed op de muziekscene van zowel vroeger als nu nog steeds heel groot is.
We kunnen dan ook absoluut aan iedereen aanraden om zelf ook eens op ontdekkingstocht te gaan door zijn indrukwekkende carrière, en indien mogelijk toch zeker ook eens de film ‘Dave’ mee te pikken.


Wist je trouwens dat...

Bowie niet alleen een enorm getalenteerd musicus is, maar ook als acteur een mooie carrière uitgebouwd heeft? Zo is hij onder andere te zien in 'The man who fell to earth', 'The prestige', 'Basquiat', 'The last temptation of Christ' en 'The hunger'.

Erik

maandag 19 november 2012

CD-review: Peter Broderick - These walls of mine




Peter Broderick is een vreemde vlerk in het muziekwereldje. Zijn muziek varieert van instrumentale minimalistische pianomuziek naar experimentele rap meets indie, en sinds zijn eerste solorelease in 2007 heeft hij al een tiental albums op zijn naam staan (twee per jaar!), terwijl hij af en toe nog tourt, solo of met Efterklang, waar hij nog lid van geweest is. Een muzikant met creativiteit en energie te over dus.


Zijn laatste langspeler These Walls Of Mine komt er 9 maanden na zijn vorige, http://www.itstartshear.com, wat ook een internetlink is die leidt naar al zijn muziek, gratis, met bij elk nummer een uitgebreide uitleg over de oorsprong en de betekenis van de nummers. Dat album was trouwens ook een pareltje.
These Walls Of Mine start met Inside Out There, een track die na een ietwat vervelende intro opbouwt naar een zweverig nummer, dat vooral door het prachtige vioolstuk meteen bij de keel grijpt. Freyr! is dan weer een heel ander nummer, waar Broderick begint met het voorlezen van een mail die hij - al dan niet echt - gekregen heeft van zijn vader. De inhoud lijkt op het eerste gezicht heel tragisch (I'm so sorry to tell you that Freyr is gone / he disappeared on november 3th), maar blijkt uiteindelijk om een kat te gaan (uiteraard nog steeds heel erg, dat durven we niet te betwijfelen). Hierna maakt Broderick een muzikale versie van de e-mail, wat hij eveneens doet bij These Walls of Mine I+II. Dit is een soort van centerpiece in het album, waarbij hij in deel 1 een zelfgeschreven tekst voorleest en deze woorden nadien op zeer experimentele wijze, met een vreemd pianomuziekje en bijna rappend, verwerkt in een nummer. Het gekke is echter dat hij dit ook allemaal uitlegt aan de luisteraar.
In het bloedmooie I Do This legt hij dan weer uit hoe hij zijn muziek schrijft en waarom zijn liedjes zo klinken zoals ze klinken (onder andere vol sehnsucht). Vooral de dubbele stem die naar het einde toe meer manifest wordt, maakt dit nummer echt speciaal en ontroerend. Copenhagen Ducks staat ook op het lijstje "vreemde nummers en lyrics". Dit nummer begint met een repetitief stuk met ooh's en aah's, waarna een vreemde en vrij banale conversatie zich ontspint (met als belangrijkste thema, u raadt het al, een eend in Kopenhagen). Hoewel de beschrijving van het nummer eerder negatief klinkt, is het in de praktijk een heel interessant en begeesterend nummer.
Peter Broderick slaagt erin om een boel uiteenlopende nummers op één album te zetten en maakt er zo één geheel van dat veel sterker is dan enkel de som van de delen. Een algemene teneur bij dit album is dat het heel belangrijk is goed naar de lyrics te luisteren, die vaak erg centraal staan in zijn nummers. Op één of andere manier weet hij zelfs een nummer met een opgewekte melodie over een weggelopen kat tot in de ziel te laten pijn doen, of laat hij je filosoferen over Scandinavische watervogels . Of hoe hij humor en tragiek geniaal versmelt, zoals we dat ook kennen van Olafur Arnalds' concerten.
Er staan echter ook een paar mindere nummers op, die vermoedelijk onvermijdelijk zijn bij dit soort van experimentele cd met soms erg uiteenlopende nummers. Proposed Solution to the Mystery of Soul en When I Blank I Blank zou je eventueel kunnen overslaan, en na enkele luisterbeurten is de originaliteit van These Walls Of Mine I uiteraard ook verdwenen. Maar als je dit album als een geheel bekijkt (wat vermoedelijk ook de bedoeling is), dan kan je niet anders concluderen dat Broderick er opnieuw in slaagt een meesterwerk uit te brengen. En dat al voor de 2de keer dit jaar, straf!


Maarten

zaterdag 17 november 2012

Single van de week: Foals - Inhaler


We moeten toegeven, bij de eerste luisterbeurt waren we allerminst overtuigd, maar hoe vaker we het horen, hoe beter we het ook gaan vinden. Terecht dus onze nieuwe single van de week, de nieuwe single van Foals!

vrijdag 16 november 2012

Concertverslag: Exitmusic (Vooruit)





Eén van dé ontdekkingen van 2012 moet het zijn, Exitmusic. De band, bestaande uit actrice-zangeres Aleksa Palladino (voor de fans van Boardwalk Empire: Angela Darmody) en haar man Devon Church, bestaat eigenlijk al sinds 2003, maar brak pas dit jaar, met hun tweede album ‘Passage’, (een beetje) door. Wij twijfelden er alleszins geen seconde aan om een ticket te kopen toen we hoorden dat ze (voor slechts 8 euro) in de Domzaal van de Vooruit zouden optreden. Toffe zaal trouwens, een podium is er niet dus de bands spelen gewoon op de vloer, terwijl het publiek op een uitschuifbare tribune zit.


Maar goed, het optreden dus. Opgewarmd werden we door True Bypass, bestaande uit Chantal Acda van oa Isbells en ex-dEUS gitarist Craig Ward, die ons er aan herinnerden hoe mooi het geluid van een akoestische gitaar nu weer kon zijn. Rustig voortkabbelende liedjes, mooie samenzang, kortom niets wereldschokkends ofzo, maar slecht was het ook allerminst.


Exitmusic zelf begon er met ‘The sea’ en ‘The modern age’ (een tweetal weken geleden onze Single van de week, en meteen een serieus hoogtepunt in de set) direct heel goed aan. De fantastische, vaak door merg en been gaande stem van Aleksa Palladino (vergelijkbaar met de stem van Victoria Legrand van Beach House, maar dan zo mogelijk nog krachtiger) maakte meteen indruk, en ook qua instrumentatie zat het wel goed. Af en toe prachtig subtiel, maar vaker groots en episch, à la Sigur Rós bijna. Live stonden ze trouwens met drie op het podium, maar opvallend genoeg zonder drummer.

Op het programma stond de volledige recentste cd, aangevuld met één ouder nummer. De sfeervolle, emotionele dreampopnummers komen stuk voor stuk goed tot hun recht live. En of het nu de meer elektronisch getinte nummers of de naar shoegaze neigende nummers zijn, allemaal komen ze even filmisch (mede door de beelden op het achtergrondscherm), passioneel en oprecht over.

Het beste had de band evenwel tot het einde bewaarde. ‘Passage’, volgens ons het beste nummer op de plaat, zorgde ook live voor een heel meeslepend hoogtepunt, en in afsluiter ‘Sparks of light’ werden de registers helemaal open getrokken. Jónsi-gewijs bewerkte Devon zijn gitaar met een strijkstok, wat er in combinatie met de klaagzangen van Aleksa voor zorgde dat het melancholische nummer live uitgroeide tot hun eigen ‘Untitled #8’, hun eigen pièce de résistance. De outro, met de repetitieve zinsnede “We are sparks of light, but we hide it”, zorgde voor een perfect einde van het optreden.

Een grote massa volk konden ze jammer genoeg nog niet lokken naar de Vooruit Domzaal, al zijn we er van overtuigd dat erkenning bij een groter publiek wel zal volgen als ze blijven voortdoen zoals ze bezig zijn. Bovendien zijn het dan ook nog eens heel sympathieke mensen, zo bleek uit het korte babbeltje dat we nog met hen konden slaan na het optreden.

Tot slot nog dit: pukkelpop-programmatoren, mis deze band niet, ze passen als gegoten op jullie festival!



 Corneel

donderdag 15 november 2012

Discovery: Misteur Valaire


Misteur Valaire


Als we spreken over de Canadese muziekscène, weten we dat de meesten onder jullie waarschijnlijk meteen denken aan Neil Young, Bryan Adams, Nickelback, Celine Dion of Justin Bieber. Desondanks heeft dit grote, noordelijke land heel wat meer te bieden . Zo vermoeden we dat jullie niet snel de link zullen leggen tussen dit barkoude land en de warme, dansbare mix tussen hip-hop, jazz en electro die ons wordt aangeboden door Misteur Valaire.

De vijf jongens uit Québec spelen al sinds hun zesde samen op hun trompetten, saxofoons en percussieinstrumenten en op hun 25ste besloten ze Misteur Valaire op te richten. In 2005 brengen ze hun eerste album Mr. Brain uit, een album vol electro-jazz dat sterk geïnspireerd werd door hun jazz opleiding.

Hun tweede langspeler, Friterday Night, volgde in 2007 en de richting waarin de jongens uitgingen werd nog duidelijker. De introductie van samples en een feestelijker geluid zorgde voor hun eerste swingende album, met onder meer pareltjes als It’s All Good en Press 2. Dit album gaf een boost aan hun bekendheid en het vijftal sleepte enkele Canadese muziekawards in de wacht.



In 2010 behaalde het vijftal zijn grootste succes met hun derde album, Golden Bombay. Op dit album schoven de jongens meer op richting popmuziek en er werd  ook met verschillende mensen samengewerkt, waaronder Bran Van 3000 (bij ons bekend van de hit Drinking in L.A.). Vanop dit album werd ook de single (mogen we hit zeggen?) Ave Mucho (feat. Bran Van 3000) geleverd. Dit album betekende de doorbraak in Canada en de rest van de wereld, met als gevolg een eerste Europese tour.



Als we dan nog enkele dingen mogen aanraden, zijn dat topsongs als Lillehamer en Gumshoe, maar toch vooral een optreden. Wat naast lekker swingende muziek, staat Misteur Valaire ook voor een spetterende liveshow. Zoals de ondergetekende op Dour 2011 mocht meemaken, is Misteur Valaire echt wel een geweldige liveband die je live moet gezien hebben. Als we dan toch één cd moeten aanraden, dan zal het toch hun eerste livealbum Live @ Montreal zijn!

 
Aroen

woensdag 14 november 2012

Don't look back in anger: Roxy Music



We schrijven 1970. Keramiekleraar Bryan Ferry gaat via een advertentie op zoeknaar een toetsenist, om samen met hem en bassist Graham Simpson een bandje op te richten. Deze twee heren kennen elkaar nog van hun college jaren en de groep The Gas Board. Andy McKay reageert op de advertentie maar niet om keyboard te spelen, nee, als saxofonist. In hun zoektocht naar een keyboardspeler komen ze terecht bij Brian Eno, die Andy nog kende van zijn universiteitsjaren.
De zoektocht naar een perfecte drummer was een ander verhaal, maar uiteindelijk kwamen ze terecht bij de geweldige Paul Thompson. Als gitarist werd, na het voorspoedig vertrek van de oorspronkelijke gitarist Roger Bunn, Phil Manzanera aan de band toegevoegd. Met deze line up werd het eerste album ‘Roxy Music’ uitgebracht.

Opvallend was niet alleen de heel 'art' aanvoelende muziek met een streepje 'glam', ook de platenhoes sprak tot de verbeelding, wat zo zou zijn bij alle platen uit hun beginjaren. Steevast stonden er mooie vrouwen op de hoes, vaak in verleidelijke poses. Zo stond op de hoes van het album ‘Siren’ (1975) het voormalige liefje van Bryan Ferry, Jerry Hall als een soort sirene afgebeeld.

Muzikaal was de band zijn tijd ver vooruit. De eerste jaren waren er ook heel wat wisselingen bij de band, de verschillende ego's samen laten werken was niet zo simpel. Het grootste slachtoffer was Brian Eno, die dreigde populairder te worden dan Bryan Ferry en dus moest vertrekken (na het uitbrengen van ‘For You Pleasure’ waar Amanda Lear stond afgebeeld die uitdagend haar zwarte panter uitliet).

Ook muzikaal bleven ze de heel experimentele weg opwandelen. Na het verdwijnen van Eno werd zijn plaats ingenomen door Eddie Jobson. Met hem werd nog in hetzelfde jaar, 1973, ‘Stranded’ uitgebracht. En ook het tot de verbeelding sprekende ‘Country Live’ (1974) was een schot in de roos, maar bracht ook alweer een heel ander geluid.
Op opvolger ‘Siren’ stond dan weer een van hun grootste commerciële successen, ‘Love is the drug’. Roxy Music was echter eerder een 'album band' dan een hitmachine, naar mijn mening.


In 1976 hielden ze er dan uiteindelijk toch mee op. Na een greatest hits album en een schitterende live plaat, ‘Viva! Roxy Music’, ging ieder zijn eigen weg. Vooral Bryan ferry had daarna redelijk wat succes met zijn solo carrière, getuige hiervan is het gekende album ‘Let's stick together’ met de gelijknamige successingle.

In 1979 besloot  de band dan al terug samen te komen, met van de oorspronkelijke groep nog 4 overblijvers: Bryan Ferry, Phil Manzanera, Andy Mackay en Paul Thompson. Het resultaat was ‘Manifesto’ met een heel ander maar ook succesvol geluid, zoals de hits ‘Dance Away’ en ‘Angel Eyes’.


In 1980 brachten ze, ondertussen ook zonder Thompson, met ‘Flesh+Blood’ een heel succesvol album uit. Maar hun grootste hit behaalden ze in 1981 toen ze na het overlijden van John Lennon zijn ‘Jealous Guy’ coverden.
Het meest succesvolle jaar van Roxy Music was 1982, toen het album ‘Avalon’ uitkwam, en ze met de hits ‘More than this’ en ‘Avalon’ in veel landen hoge noteringen in de hitlijsten bereikten. De daaropvolgende tournee in 1983, die hen o.a. ook naar Belgie bracht, was al even succesvol. Op de top van hun bestaan hielden ze er echter weer mee op.


In 2001 deden ze dan weer een reünietour die hen ook naar Rock Werchter bracht. De bedoeling was om terug een nieuw album op te nemen, tot heden is het er nog niet van gekomen. Naast Bryan Ferry zijn vele solo projecten treden ze nog wel eens samen op, maar nieuw werk? Nee, dat lijkt er maar niet aan te komen. Integendeel, Bryan Ferry bracht in 2010 het vrij succesvolle ‘Olympia’ uit waardoor de plannen van een eventueel Roxy Music album weer op de lange baan werden geschoven.

De grootste verdienste van Roxy Music is hun invloed op de new wave van de jaren 80. Denk maar aan Duran Duran, Simple Minds, Japan, Human League, Depeche Mode en nog veel meer, allemaal zijn ze beïnvloed door Roxy Music. Persoonlijk heb ik echter al ondervonden als je aan veel jongeren vraagt, 'ken je Roxy Music' ze eerder raar opkijken, terwijl enkele van de andere bovengenoemde bands vandaag nog steeds heel populair zijn. Glam, Punk en New Wave zouden er zonder hen heel anders hebben uitgezien. Ooit zei me iemand ''David Bowie begint waar Roxy Music is gestopt'' daardoor is deze eerste waarschijnlijk ook beter gekend. Toch heeft Roxy Music hun stempel gedrukt op de muziekgeschiedenis, zij niet alleen uiteraard, maar zonder hen hadden de jaren 80 er wellicht toch heel anders uitgezien.




Erik

dinsdag 13 november 2012

Iceland Airwaves: Deel 5: Wat kost het?

Wat kost het?

Dit is het laatste deel uit onze reeks over Iceland Airwaves. We hopen dat jullie van deze reeks genoten hebben en we erin geslaagd zijn jullie warm te maken voor dit festival. Geen probleem als dat niet het geval was, maar voor zij die geïnteresseerd zijn om ooit eens naar Airwaves te gaan, schrijven we dit stukje. Want Airwaves is misschien wel tof en interessant, maar neemt een hele hap uit je budget.

IJsland is sowieso al niet zo'n goedkoop land, zo zijn de meeste voedingsmiddelen relatief duur. Niet dat je tijdens Airwaves zo veel eet, wij kwamen de hele dag toe met enkel een, weliswaar stevig, ontbijt. Je hebt gewoon niet zo heel veel tijd, zeker als je, zoals wij, bijna elk uur van de dag een van de vele hippe bands wil zien, om aan eten te denken. 

De grootste kostprijs voor ons was wellicht het ticket zelf. Zo betaalden we 411 euro voor een vliegticket (307 €), festivalticket (relatief goedkoop voor een vijfdaags festival: 79 €), en ticket voor Sigur Rós (25 €). Je moet natuurlijk ook een verblijfplaats zoeken, die kostte ons dan weer zo'n 150 €. U hoort het, geen goedkope onderneming.

Bij een goed festival horen natuurlijk de bijbehorende pintjes. Bier, net zoals alle alcohol in heel Scandinavië, is betrekkelijk duur in IJsland. Wij klagen hier al als een pintje in België rond de 2 euro kost, tijdens Airwaves kan de prijs voor een biertje, halve liters weliswaar, oplopen tot 6 euro. 

Airwaves is dus zeker niet goedkoop, maar wel zeker de moeite waard. Je leert er een hele hoop nieuwe bands kennen, waar je wellicht nog nooit van gehoord hebt, maar plots je nieuwe favoriet worden, maakt een boel nieuwe vrienden, en bovendien ben je op geen enkel moment bezig met de kostprijs van de pintjes bezig. Je zal, indien je toch de sprong waagt, je kapot amuseren op Airwaves en wij kunnen het dus alleen maar aanbevelen. Ons zul je er in ieder geval volgend jaar terugvinden.

Aron

maandag 12 november 2012

Iceland Airwaves deel 4: Discoveries

Discoveries

Zoals misschien al uit de vorige delen uit deze reeks bleek is Iceland Airwaves vooral een showcasefestival. Daarom lijkt het ons aangewezen om de door ons gedane ontdekkingen even met u te delen in dit vierde deel van het grote Iceland Airwaves verslag. Vrijwel alle bands die we zagen, zijn het vermelden waard, helaas is er slechts plaats voor enkele IJslandse bands en een Faeroerse singer-songwriter, en nee, dat is niet Teitur.


Beginnen doen we met FM Belfast, een band die we al eerder aan u wilden voorstellen, maar waar we nooit de gelegenheid toe kregen. Toen we hen voor de eerste keer aan het werk zagen, tijdens De Nachten in de Singel in Antwerpen, wisten we dat we met een heel speciale band te maken hadden. Toen we hen de tweede keer bezig zagen, ook in België, in een of andere bruine kroeg in Brussel meer bepaald, werden we opnieuw van onze sokken geblazen. Wat een liveband, en nu konden we ze aan het werk zien in IJsland, hun thuishaven, waar ze bovendien ook nog eens superpopulair zijn.


FM Belfast speelt een soort van electro die op plaat zo goed klinkt, dat je het gerust als achtergrondmuziek kan opleggen tijdens een van uw intieme dineetjes, terwijl ze zich live lijken om te scholen tot immense feestneuzen die zelfs het meest ingedutte publiek kunnen wakker schudden om zo een heus feestje op te starten.

Voorheen zagen we hen alleen in de hierboven beschreven, kleine locaties met niet al te veel volk. Ditmaal zagen we hen aan het werk in een van de grootste locaties die Reykjavík te bieden heeft: Harpa. In een zaal waar zo'n 2000 tot 3000 mensen in kunnen. We begonnen te vrezen dat ze ons niet zozeer zouden kunnen bekoren als met hun iets meer intieme sets. Ons scepticisme werd ontkracht en we kregen een fantastisch leuk feestje.

Agent Fresco


Agent Fresco dan, een band die nogal moeilijk te omschrijven valt, een soort van metal, met invloeden van jazz. Je kan hen heel erg moeilijk in een hokje steken. Zo wordt er geregeld gebruik gemaakt van een piano tijdens de iets rustigere nummers, wordt er gegrunt in de hardere en zijn de songteksten van diepgravende emotionele aard. De bandleden lieten ons trouwens weten dat ze binnenkort een nummer zullen gaan opnemen met Ólafur Arnalds, iets waar wij nogal hard naar uitkijken en dat nog maar eens bewijst dat deze jongens niet zomaar in het hokje ambient metal kunnen gestopt worden.

De band bestaat uit vier leden, en ze zijn alle vier fantastische artiesten. Zanger Arnar bijvoorbeeld heeft een stem die, volgens sommigen  vergelijkbaar is met Dry the River. Drummer Kjellie, zijn echte naam onthouden we u hier omdat IJslandse namen nogal moeilijk kunnen zijn, is een echt beest achter de drums.

Bovendien zijn deze vier IJslander live heel erg te pruimen en bijgevolg zijn ze, sinds we hen live bezig zagen, een van onze meer favoriete bands. We zitten al de hele week met 'Eyes of a Cloud Catcher' in ons hoofd en krijgen het er niet meer uit, ondanks het feit dat het niet zo'n catchy nummer is. Deze band zou echt eens naar België mogen komen.

Gudrid Hansdottir


Gudrid Hansdottir is een Faeroerse singersongwriter die volgens ons toch ook echt miskend is. Zo beschikt de jongedame over een hele portie talent, getuige haar prachtige cover van Lovesong van The Cure. We zijn niet echt fans van covers en vinden dan ook dat het origineel altijd beter is, maar toch deed mevrouw Hansdottir ons even twijfelen. De passie en hartstocht die de jongedame in dit nummer wist te leggen, heeft ons werkelijk overdonderd in die mate dat we al een week op zoek zijn naar haar versie, maar ze blijkt haar grootste troef goed in hand te kunnen houden.

De artieste is al aan haar derde plaat toe, en won eerder al de award voor Best vrouwelijke act op de Planet Awards. Gudrid Hansdottir doet vooral aan Feist denken en kon ons, middens haar optredens overhalen om haar debuut-cd, love is dead, meteen in huis te halen. Hopelijk zien we deze artieste gauw terug.

We hadden u eigenlijk veel meer bands beloofd , maar we willen niet te grote artikels schrijven. Vigri, Lára Runars en Mammút zullen dus hun eigen discovery moeten krijgen, maar niets houdt u tegen deze artiesten zelf eens op te zoeken.

Het volgende en laatste deel uit deze reeks is er een voor zij die, misschien wel dankzij deze reeks, geïnteresseerd zijn om dit festival eens aan te doen. We zullen het namelijk eens over de kostprijs hebben.


Aron